Het Hongaarse parlement heeft dinsdagmiddag een wet doorgevoerd die het onmogelijk maakt op latere leeftijd de sekse administratief te wijzigen. Op officiële documenten waarop het geslacht vermeld staat, wordt voortaan gesproken van “sekse bij geboorte”. Dit houdt in dat het land transgender en intersekse personen officieel niet langer erkent. Amnesty International noemt de wet ‘een stap terug naar de middeleeuwen’.
De regering van Viktor Orbán probeert al twee jaar de anti-transgenderwet door te voeren. Dit leverde hem zowel in eigen land als in het Europees Parlement de nodige kritiek op. Vanwege de coronacrisis is in Hongarije het parlement aan de kant geschoven en regeert de regering-Orbán bij decreet, wat van het land de facto een dictatuur maakt. Het was dan ook een koud kunstje voor Orbán zijn gewenste anti-transgenderwet aangenomen te krijgen.
"Deze beslissing duwt Hongarije terug naar de donkere middeleeuwen en vertrapt de rechten van transgender en intersekse personen. Het zal hen niet alleen blootstellen aan verdere discriminatie, maar zal ook de nu al intolerante en vijandige omgeving voor de LGBTI-gemeenschap verergeren."
Tamás-Sáróy roept de hoogste commissaris voor de mensenrechten in Hongarije op de wet ongeldig te verklaren.
In het Europees Parlement heeft de Duitse parlementariër Terry Reintke (Groenen) fel uitgehaald naar de regering-Orbán. ‘Het zal je niet lukken deze gemeenschap te breken,’ zei zei. ‘Trans-personen houden niet op te bestaan omdat jij dat wil.’ Ze benadrukte dat het Europese continent gebaat is bij het waarborgen van vrijheid en diversiteit. ‘En daar zullen we voor blijven strijden.’