Veel hondeneigenaren zijn ervan overtuigd dat ze hun dieren zonder problemen kunnen uitlaten in natuurgebieden. Maar de poep en plas van honden vormen een bedreiging voor de planten, mossen en schimmels die daar groeien, waarschuwen onderzoekers uit Gent.
De uitwerpselen van de dieren bevatten stikstof en fosfor. Dat is gunstig voor brandnetels en berenklauw, maar ongunstig voor tal van andere soorten. Zo neemt de biodiversiteit in natuurgebieden verder af. De soortenrijkdom staat al decennia onder druk door de stikstofuitstoot van boerderijen (NH3), het wegverkeer en de industrie (NOx).
“Honden worden volledig vergeten in het debat over stikstof”, aldus hoogleraar en onderzoeker Pieter de Frenne van de Universiteit Gent. Hij stond er naar eigen zeggen van te kijken voor hoeveel stikstof en fosfor de honden verantwoordelijk zijn.
De onderzoekers erkennen dat ze een schatting hebben gemaakt. Zo is de impact een stuk kleiner als hondeneigenaren de poep opruimen: daarmee verdwijnt vrijwel alle fosfor, en ongeveer de helft van de stikstof. De stikstof zit ook in de urine van honden, “maar die is natuurlijk moeilijk op te ruimen”, aldus De Frenne.
Beheerders van kwetsbare natuurgebieden kunnen volgens de onderzoeker overwegen om het uitlaten van honden te verbieden. De Frenne: “Een belangrijke eerste stap is hondeneigenaren bewust maken. Ik denk dat veel mensen bereid zijn om de hondenpoep op te ruimen.”