Het enige waar iedereen het over wil hebben is de Godwin van deze generatie: de islam
Het bloedbad in Orlando: tot op heden heb ik getracht alle tragische filmpjes en berichten die niet feitelijk waren te vermijden. Terwijl ik deze woorden tik, voel ik mijn bloed koken en de tranen in mijn ogen branden. De ergste mass-shooting in de geschiedenis van de VS, en dat op de LHBTQ-gemeenschap waar ik mezelf toe reken. Van een zaal met vrolijk, feestvierende mensen naar een gruwelijk tafereel met levenloze lichamen. Waar het enige geluid waar de autoriteiten mee geconfronteerd werden, dat van rinkelende mobieltjes in de broekzakken was. Een ontroerend teken van het laatste sprankje hoop van nabestaanden. In de groepswhatsapp verwoordde een vriendin mijn gedachten: “Ik haat het wanneer mensen het zeggen maar nu voel ik het ook. Dit komt wel heel erg dichtbij.”
Aanvankelijk was er niet veel bekend over de aanslagpleger, Omar Mateen. Hij was van niet-westerse afkomst en moslim. Dat werd ook als eerst breed uitgemeten in media. Het is bijna alsof het op die manier makkelijker te verteren valt. Een brok in de keel die door zijn buitenlandse achtergrond makkelijker weg te slikken is. Zijn terreurdaad is ‘onwesters’. Op die manier kunnen ‘we’ er afstand van nemen en het afschuiven op ‘anderen’. Maar hoe anders is het wanneer zo’n religieuze, homofobische, geesteszieke fanatiekeling uit onze eigen samenleving komt?
Het klopt dat in niet-westerse patriarchale samenlevingen vaker op expliciete wijze afkeuring is voor ‘seksueel afwijkend gedrag’, waar homoseksualiteit onder zou vallen. Alleen moeten we niet denken dat diezelfde afkeurende blik in het Westen of het tolerante Nederland niet voorkomt. Integendeel, het expliciete wordt vervangen door het impliciete. Het uit zich, gelukkig, vaak niet in extremiteit, maar kan wel als voedingsbodem fungeren. Uit onderzoek blijkt dat de meeste mensen homoseksuelen ‘prima’ vinden, ‘zolang twee mannen maar niet voor mijn neus gaan zoenen’. Laat het nou net dát gegeven zijn dat Mateen, volgens zijn vader, over de streep getrokken heeft.
De nare incidenten die mijn LHBTQ-vrienden en ik hier in Nederland meemaken, zijn op onze handen tezamen niet te tellen. Een paar weken geleden liep ik met een geliefde hand in hand over het Waterlooplein richting de Stopera. We wandelden langs een groep jongens en ze sisten: “Wat een abominatie.” Onze evidente affectie en het feit dat zij hoogblond is en ik donker leek nog meer brandstof voor hun haat.
Daarnaast ben ik eens uit de Amsterdamse coffeeshop Abraxas gestuurd omdat ik met mijn partner aan het zoenen was. Toen ik vroeg of een heterokoppel dezelfde behandeling zou krijgen antwoordde de medewerker onbeschaamd en kort: “Nee.” Al deze mensen waren van diverse komaf. Welke groep kan ik nu hier de schuld van geven?
We kunnen het ook hebben over de geaccepteerde seksualisering van vrouwenrelaties en het geweld dat daarbij komt kijken (waar ik al eerder over heb geschreven ). Of de vrouwen die in elkaar geslagen werden door een groep witte jongens in Groningen. Wat was hun geloof ook alweer? Oh juist, daar vroegen we niet naar.
We kunnen het hebben over LHBTQ-jongeren die zich onveilig en gediscrimineerd voelen op school. Maar waar iedereen het over wil hebben is de Godwin van deze generatie: de islam.
Afgelopen weekend hebben vijftig mensen – waarvan sommigen misschien zelf moslim – het leven gelaten en het eerste dat we doen is politiek gelijk proberen te halen over ‘wij’ en ‘zij’. Vingerwijzen en polariseren. Maar het wijzen met vingers haalt niets uit als die hand niet gebruikt wordt voor eigen boezem. Het problematische is bovendien dat de focus niet ligt bij de slachtoffers en nabestaanden, maar hun tragedie gebruikt wordt om een andere gemarginaliseerde groep af te vallen.
Ik ben geen fan van religie. De dogmatiek van het geloof en hoe ik in het leven sta, zijn niet te vereenzelvigen. Als een christen, moslim, jood of wat voor monotheïstische aanhanger dan ook mij veroordeelt vanwege wie ik ben en wat ik uitdraag, wijt ik dat zeker aan het dogmatische van religie. Ik gebruik die dogma alleen niet als stok om vervolgens elke religieuze mee te slaan.
Religie is niet de beste vriend van homoseksualiteit, maar sociale constructies, conditionering, en beeldvorming over de LHBTQ-gemeenschap óók niet. Het spreekt voor zich dat geloof een rol speelt in hoe je naar de wereld kijkt, maar dat gegeven gebruiken om te generaliseren is niet alleen ineffectief, het is ook xenofobisch. Het is een cocktail aan factoren die voeding geeft voor de explosie. Het simpelweg aan moslims wijten is een ondienst aan de gemeenschap waar je voor zegt op te komen. En een manier om oorlog te voeren over hun rug. Ondertussen vergeten we die ándere potentiële terrorist die een aanslag plande op de vrije liefde. Waarom zou dat zijn?
Velen zullen zeggen dat we geen apologetiek mogen gebruiken voor de islam, maar verwijzen naar mechanismen in de samenleving is niet zozeer apologetisch; het is volledig zijn. De huidige tendens is: het is een moslim dus dan vergeten we even dat van de de twaalf ergste schietpartijen in de VS er drie waren die (in sommige gevallen mogelijk) door islamextremisme gemotiveerd werden. We vergeten ook even dat de aantoonbare gemene deler de wapens zijn die door de absurde Amerikaanse wapenwet makkelijk verkrijgbaar zijn voor iedere halvegare. En laten we ook niet vergeten dat dit het Amerika is waar homoseksuelen pas sinds dit jaar mogen trouwen en waar weigerambtenaar Kim Davis ontmoetingen heeft met Republikeinen en de paus.
Ben je echt voor gelijkwaardige behandeling van homoseksuelen? Ageer dan ook tegen de dagelijkse misstanden. Voed je kinderen op om relaties van mensen van welk geslacht dan ook te respecteren, om kinderen in de klas die ‘anders’ zijn niet te pesten en om je eigen vooroordelen te bevragen wanneer je je ‘ongemakkelijk voelt bij twee zoenende mannen’.
De trap naar een dergelijke wanstaltige, afkeuringswaardige, groteske, haatmisdaad gaat niet van islam naar tien. Er zijn vele treden tussen die twee, die we óók moeten durven erkennen en benoemen. Je aandacht op één trede richten, hoe vitaal dan ook, verandert het bestaan van die andere negen niet. En als je daar niet toe bereid bent, moet je jezelf eens afvragen of je echt opkomt voor homorechten, of alleen voor je eigen agenda.