Holland Festival opent overweldigend (maar wel elitair)
• 01-06-2019
• leestijd 3 minuten
© Holland Festival, The Head and the Load
Nederland is deel van Europa en heeft in de eigen witte cultuur nog steeds geen echte vooruitgang geboekt richting een inclusieve cultuur
Artsen en advocaten moeten jaarlijks verplicht bijscholen. Om de zorg en de rechtsbijstand op niveau te houden en waar mogelijk te verbeteren. Broodpolitici kennen zo’n verplichting niet. Als kiezer ben je dan overgeleverd aan de kwaliteit van de individuele politicus die zonodig zich bedient van nepnieuws, leugens en mogelijk lijdt aan een gebrekkig historisch besef. Mocht er een verplichte bijscholing voor deze professionals komen dan had wat cultuur betreft een bezoek aan de voorstelling van William Kentridge tijdens het Holland Festival bovenaan het lijstje moeten staan.
De voorstelling bezoeken kan niet meer. De voorstelling opende het Holland Festival 2019 en staat niet meer geprogrammeerd. Ik bezocht afgelopen vrijdag de tweede en laatste voorstelling in het Theater Amsterdam in het Amsterdamse havengebied en ging zeer opgewonden huiswaarts.
Wat de kunstenaar Kentridge samen met zijn tientallen voornamelijk zwarte acteurs, muzikanten, zangers, mimespelers, dansers, beeldende kunstenaars en theatertechnici op het reusachtige podium liet zien, valt enigszins te vergelijken met het montagetheater van één van de grootste Nederlandse regisseurs Gerardjan Rijnders zoals te beleven was in de schouwburg en het Transformatorhuis van de Westergasfabriek, rond de negentiger jaren van de vorige eeuw.
Bij de kunstenaars van Kentridge wordt het genre naar ongekende hoogte getild. Het thema van het stuk is de uitbuiting van zwarte arbeiders en soldaten tijdens WOI. Ze werden geronseld om de Europese soldaten aan beide zijden van steun te voorzien door zwaar sjouwwerk, vaak op blote voeten. Nagenoeg geen soldij, slecht eten, behandeld als slaven zonder rechten. De titel van de voorstelling The Head & the Load krijgt betekenis na het ondergaan van deze artistieke belevenis. De voorstelling combineert een verteller met Afrikaanse muziek, een parodie op het Engelse volkslied, een samenzang, aria’s, optochten, brabbelteksten en een Franse legercommandant op een metershoge trap. En dit alles voorzien van een achterdoek waarop voortdurend nieuwe beelden en video’s verschijnen, over de oorlog, over de zwarte helpers, de boekhouding van het leger, etc. Bij aanvang lezen we nog de vertaalde teksten van de verteller maar gaandeweg verdwijnen zij en zet het de toeschouwer aan het werk om de eigen fantasie te laten meespelen. De voorstelling duurt 90 minuten. Aan het eind van de voorstelling nodigt de verteller met handgebaar de toeschouwers uit om mee te gaan naar een andere, betere wereld. Symbolisch maar wel heel treffend.
In verschillende recensies wordt gesproken over een ‘geschiedenisverhaal’. Dat doet geen recht aan de voorstelling. Wat dit stuk zo bijzonder maakt is de artistieke verbeelding van wat voor het hedendaags en toekomstig Europa ‘ongemakkelijk’ is, om geen krachtterm te gebruiken. We kijken niet naar een Afrikaans kunstje maar naar ons eigen beeld van Europa. Maar Nederland maakte toch geen deel uit van WO1 van 1914 tot 1918? Nederland is deel van Europa en heeft in de eigen witte cultuur nog steeds geen echte vooruitgang geboekt richting een inclusieve cultuur. Het enthousiaste publiek van afgelopen vrijdag was wit en kon de toegangsprijs van € 37,- tot € 69,- probleemloos betalen. Kentridge en zijn kunstenaars laten ons zien dat een geschiedenis vol onrecht vooral een opdracht voor het heden en de toekomst is.
Lof voor het Holland Festival dat de groep heeft uitgenodigd om van haar artistieke prestaties te kunnen genieten. Nu nog zorgen dat het geen elitair feestje is met leden van het Koninklijk Huis als belangrijkste gasten.
En waarom dan wel broodpolitici uitnodigen? Voor hen is het verplichte bijscholing.