Deze week verscheen een onderzoek dat ons opnieuw met de neus op de feiten drukt: hoogbegaafde leerlingen, vooral meisjes met een migratieachtergrond, worden vaak over het hoofd gezien. Het onderzoek, uitgevoerd door het Expertisecentrum Begaafdheid, onthult dat 60% van deze meisjes geen passend onderwijs krijgt, vergeleken met 30% van hun leeftijdsgenoten zonder migratieachtergrond. Vooral meisjes uit minder kansrijke gezinnen blijven vrijwel onzichtbaar: slechts 15% verschijnt op de radar. Dit zijn kinderen met dromen en ambities, die net zoveel potentie hebben als ieder ander, maar door hun sekse en achtergrond structureel worden genegeerd. Het is niet alleen een gemiste kans voor hen als individu, maar ook voor onze samenleving.
Dit onderzoek deed me meteen aan mijn moeder denken. Haar verhaal weerspiegelt dat van deze meisjes, al speelde het zich af in een andere tijd en op een andere plek. Mijn moeder groeide op in een klein dorpje in Zuidoost-Turkije, waar de kansen voor vrouwen vanaf het begin beperkt werden. Ze kreeg slechts vier jaar basisonderwijs, desondanks blonk ze uit in haar klas. Ze was slim, ambitieus en had dromen. Een verhaal dat ik nooit zal vergeten, is hoe ze als zesjarig kind eieren verkocht om stiekem een schriftje en potlood te kopen. Ze wilde zo graag naar school gaan en zoveel mogelijk leren. Op eigen houtje liep ze met een tasje, haar schriftje en een potlood naar de basisschool in het dorp. Dat symboliseert voor mij haar wilskracht en honger naar kennis, ondanks de wereld die haar geen kansen bood.
Mijn moeder vertelt nog steeds trots hoe haar leraar bij mijn grootvader smeekte om haar naar de stad te sturen, zodat ze verder kon leren. Hij zag in haar het potentieel dat wij, haar kinderen, nu zo goed begrijpen. Maar vanwege armoede en de sociale druk was die optie onmogelijk, een pijnlijke realiteit voor zowel mijn grootvader als mijn moeder. Toch gaf ze alles aan ons, haar kinderen. Hoewel ze geen carrière heeft gehad zoals velen vandaag de dag kunnen nastreven, liggen haar grootste prestaties in de opvoeding van ons en in de waarden die ze ons heeft meegegeven. Maar de vraag blijft hangen: wat had ze nog meer kunnen bereiken als ze de kans had gekregen om te studeren? Niet omdat ze minder waard is zonder die kansen, maar omdat ze voor veel meer mensen méér had kunnen betekenen.
Dit is een vraag die velen van ons, met name zij met een migratieachtergrond, zichzelf stellen als we terugkijken naar onze moeders en grootmoeders – vrouwen die hun ambities opofferden vanwege de beperkingen van hun tijd. Vrouwen die meer wilden, meer konden, maar door hun achtergrond, hun geslacht of hun omstandigheden nooit de kans kregen om hun potentieel volledig te benutten. En hun kinderen, wij, dragen die verhalen met ons mee.
Mijn moeder voelt zich enorm gezegend en haar kracht inspireert me dagelijks. Maar ik kan niet anders dan me afvragen welke dromen ze los heeft moeten laten. Wat als ze nou wel haar vleugels had kunnen uitslaan? Hoeveel vrouwen zoals zij blijven onontdekt? Hoeveel talenten worden nog steeds door ons systeem genegeerd? Helaas blijkt uit dit onderzoek dat veel meisjes vandaag de dag nog steeds niet (h)erkend worden.
Wat mij hoopvol stemt, is dat dit onderzoek de problematiek zichtbaar maakt. We zien nu hoeveel meisjes zoals mijn moeder ooit was, nog steeds niet de erkenning en daarmee de kansen krijgen die ze verdienen. Ik geloof dat de hoogbegaafde meisjes met een migratieachtergrond ONbewust genegeerd worden, zoals het onderzoek stelt. Desondanks hoop ik dat hun talenten niet langer over het hoofd worden gezien.
En aan die meisjes, die zich nu misschien onzichtbaar voelen: ik ben dankbaar dat de resultaten nu bekend zijn. Dit is een stap in de richting naar een toekomst waarin jullie wél de kansen krijgen die jullie verdienen, zodat jullie de wereld kunnen veranderen en jullie dromen kunnen waarmaken, zoals mijn moeder dat zo graag had gewild. Het niet (h)erkend worden is niet alleen een gemiste kans voor jullie, maar oprecht voor de gehele samenleving.