Vanaf eind volgend jaar keert de internationale nachttrein keert terug op het Nederlandse spoor. Dat heeft staatssecretaris Stientje van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat vandaag bekendgemaakt.
In 2016 vertrok de laatste Nederlandse nachttrein naar Zürich omdat er niet genoeg passagiers waren om het traject winstgevend te maken voor de Duitse spoorwegen. GroenLinks bleef echter aandringen op aansluiting op het Europese nachtnet, zodat er een duurzaam alternatief is voor het vliegtuig. Een motie van Groenlinks werd vorig jaar breed gesteund in de Tweede Kamer, alleen de PVV was tegen. De NS gaat nu samen met de Oostenrijkse spoorvervoerder ÖBB het traject naar München en Wenen verzorgen. De staatssecretaris trekt 6,7 miljoen euro uit om de operatie tussen 2021 en 2024 financieel te dekken. Daarnaast gaat Van Veldhoven met vervoerders in gesprek om te kijken of er meer trajecten kunnen worden toegevoegd aan het nachtnetwerk.
Met de nachttrein stap je ’s avonds tegen acht uur in en ben je voor 10 uur ’s ochtends in Wenen (of weer in Amsterdam). Vanuit Wenen ben je binnen 3 uurtjes in Boedapest, Bratislava of je wintersportbestemming. Reizigers kunnen zitten en liggen, of zelfs een coupé met eigen sanitair boeken. Het kabinet wil de komende jaren twee miljoen extra reizigers met de trein laten reizen op afstanden tot zes uur binnen Europa. Een eerste stap in die richting werd gezet met de komst van de Eurostar, die drie keer per dag rijdt tussen Amsterdam en Londen.