Het debat tussen GroenLinks-lijsttrekker Jesse Klaver en zijn CDA-opponent Wopke Hoekstra is uitgelopen op een debacle voor de nieuwe voorman van het CDA. Klaver doorzag een van de zwakste plekken van de demissionair minister van Financiën, namelijk dat hij weinig parate feiten- en cijferkennis heeft. Hoekstra moest dat op een gegeven moment zelf openlijk erkennen. “Ik weet dat allemaal niet in detail,” aldus de man die carrière heeft gemaakt bij de Amerikaanse management- en consultancy-gigant McKinsey tegenover debatleider Jeroen Pauw.
De GroenLinks-lijsttrekker was niet alleen in staat zijn eigen partijprogramma goed voor het voetlicht te brengen, hij bleek ook beter op de hoogte van het CDA-programma dan Hoekstra.
Het ging al meteen bij aanvang van het debat mis toen de twee mannen discussieerden over het terugdringen van de bio-industrie. Klaver zette uiteen hoe de permanente bescherming die het CDA biedt aan de vee-industrie het oplossen van de woningnood in de weg staat. Door de niet aflatende stroom stikstof die de industrie produceert is er geen ruimte meer nieuwe woningbouw te realiseren. “De keuze is heel simpel: woningen of koeien,” maakte Klaver duidelijk aan een weifelachtige Hoekstra die in reactie een standaard mantra over innovatie van de industrie afdraaide. Klaver wees hem er op dat die belofte tien jaar geleden ook al door het CDA werd gedaan, het een lege huls is gebleken en er daarom nu een stikstofcrisis is die het land op slot zet. Hoekstra leek niet goed het verschil te weten tussen CO2 en stikstof.
Klaver was er duidelijk op uit zich te onderscheiden. Hij droeg een lichtgrijs pak met een subtiel patroon en een pril gestreepte stropdas waarmee hij duidelijk het lentegevoel uitstraalde tegenover het standaarduniform van de coalitie dat Hoekstra aan had: een effen blauw pak met een wit overhemd en een effen blauwe stropdas, een outfit ontdaan van iedere eigenheid.
Dat gebrek aan eigenheid kwam ook tot uiting in de antwoorden. Zelfs in het onderdeel persoonlijke vragen dat bedoeld is om enige lucht te scheppen in de debatten en de kandidaten de kans geeft zich van een menselijke kant te laten zien aan de hand van vragen aan elkaar. Klaver liet een foto zien van Wopke Hoekstra als praeses van het Leidse studentencorps Minerva en vroeg hem wat hij daar ervaren heeft dat iedereen zou moeten weten. De CDA-leider antwoordde besmuikt dat hij dat beter voor zich kon houden en hield vervolgens een algemeen betoog over “op je bek gaan” en “van fouten leren”. Zelfs na doorvragen werd hij niet concreet.
Hoekstra ging op zijn beurt voor de gezinssituatie en wilde van Klaver weten wat hij geleerd had van zijn vaderschap. De GroenLinks-leider, die drie jonge kinderen heeft, kwam prompt met een persoonlijke ervaring die naadloos aansluit bij het programma van zijn partij voor meer persoonlijke aandacht: “Wat mij verraste is hoe verschillend de kinderen zijn. Het zijn echt eigen wezentjes. Ieder kind is anders.”
Daarna ging het over de groeiende inkomensongelijkheid. Klaver stipte aan dat de ceo van Albert Heijn 150 keer meer verdient dan een winkelmedewerker. Hoekstra begon in reactie over het belang middeninkomens waarna Klaver hem opnieuw moest corrigeren bij een uiteenzetting over het minimumloon. Extra pijnlijk omdat Hoekstra als minister van Financiën niet gaat over de schatkist maar ook over de portemonnees van de burgers.
Tot slot trok Hoekstra nog het migratiespook uit de kast en hield een pleidooi voor een strenger vluchtelingenbeleid. Hij wilde Klaver pakken op het feit dat GroenLinks vanwege het vluchtelingenbeleid in 2017 had afgezien van deelname aan de coalitie. Zelfs dat lukte niet. Klaver wees er en passant fijntjes op dat wat het kabinet toen voorstelde, de zogeheten opvang in derde landen, oftewel het terugsturen van vluchtelingen naar bijvoorbeeld Libische kampen, nooit gerealiseerd is omdat geen enkel land dergelijke afspraken wilde maken.