Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Hoe we online racisme écht kunnen bestrijden

  •  
31-10-2015
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
311 keer bekeken
  •  
social.jpg
Asscher verkoopt knollen voor citroenen omdat zijn antidiscriminatiegesprek slechts om een cosmetische ingreep gaat
In het Algemeen Dagblad stond zaterdag dat minister Lodewijk Asscher heeft gesproken met sociale media Twitter, Facebook en YouTube. Een interessante berichtgeving die het heeft over indammen van racistische reacties online en over de geschiktheid van Nederlandse organisaties om in contact te brengen met die bedrijven.
Cosmetische ingreep Het taalgebruik in de berichtgeving laat al zien wat er mis is met dit initiatief van de minister. Het gaat om het ‘verwijderen’ van de uitingen en het ‘indammen’ van de strafbare uitingen. Waarom niet over het straffen van de daders? Is er gesproken over de verwijdering van hun accounts? Of over het delen van informatie voor politie onderzoeken? Waarom kan de AIVD de inboxen van Facebookprofielen maandenlang observeren maar is het niet mogelijk om informatie te leveren over mensen die met naam en profielfoto racistische uitingen doen? Bij de terugkoppeling over mijn aangiftes tegen 770 racistische, bedreigende en smadelijke uitingen kreeg ik te horen dat het onderzoek mede stokte omdat Facebook en Twitter niet mee werkten. Asscher verkoopt knollen voor citroenen omdat zijn gesprek slechts om een cosmetische ingreep gaat. Hij stelt een oplossing voor die geen zoden aan de dijk zet en enkel accumulatie van data zorgt.
Definities zijn belangrijk Uit niets blijkt dat Asscher ook met de bedrijven heeft gesproken over hun definities van racisme en wanneer er gegrond reden is om iets te verwijderen. Ik heb aan den lijve ondervonden dat bijvoorbeeld Facebook en Twitter een heel eigen en niet te volgen definitie van racisme en bedreiging bedrijven. Deze Amerikaanse entiteiten hebben weliswaar kantoren in Nederland, maar trekken zich niets aan van de wetgeving rondom racistische uitspraken. Ze zijn er slechts om in het Nederlands te vertalen en lokaal advertentieruimte te verkopen. In hun gebruiksvoorwaarden staat ook dat zij zich op de Amerikaanse wetgeving beroepen. Waarom heeft Asscher het niet daarover met ze gehad? Zeker nu er een Europees precedent is dat men gegevens van Europese burgers niet op Amerikaanse servers mag plaatsen.
Objectiviteit en whiteness Asscher heeft nu tegen de Tweede Kamer gezegd dat er in Nederland geen geschikte maatschappelijke organisaties zijn om aan Facebook, Twitter en YouTube te koppelen. Maar wat maakt een maatschappelijke organisatie geschikt? Wat zijn de criteria die Asscher hanteert? Moeten ze ‘objectief’ zijn over racisme en wat er tegen gedaan kan worden?
Als de beveiliging van en het proces tegen Geert Wilders wat duidelijk maakt, is het dat we in Nederland niet alleen iedereen de veiligheid gunnen om te zeggen wat ze willen maar ook optreden wanneer ze hun boekje te buiten gaan. Nu is het zaak dat Asscher, Van der Steur en Plasterk tegen online racisme optreden en in te zien dat het niet slechts een probleem is van de slachtoffers, Facebook, Twitter en YouTube. Dit gaat om het kweken van een gezond publiek debat en daar heeft iedereen baat bij.
Na publicatie kreeg ik te horen dat Luc Dietz, van Dietz Dröge & van Loo dat een van de initiatiefnemers is bij Onderhuids, de voorzitter is van Stadsontspanning Utrecht dat ook dit jaar de Sinterklaasintocht met Zwarte Pieten en zal organiseren
Dit artikel verscheen eerder op Roet in het Eten

Meer over:

opinie, leven
Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.