Ook al weten we dat uitbuiting van arbeiders ten grondslag ligt aan talloze producten die we dagelijks gebruiken, we kopen er geen smartphone of T-shirt minder door
Nu FIFA World Cup Qatar 2022 bijna achter ons ligt, is het tijd voor een terugblik. Want zelden werd een land in onze media zo onder vuur genomen als Qatar.
Natuurlijk was er kritiek op Rusland tijdens het WK Voetbal van vier jaar geleden. En aandacht voor de mensenrechtenschendingen in China voor en tijdens de recente Olympische Winterspelen. Maar de wijze waarop Qatar werd aangepakt, is ongekend. Het bashen van de Golfstaat nam zelfs zulke hetzerige vormen aan, dat onzorgvuldigheid bij een deel van onze journalistiek onontkoombaar bleek. Paste een beeld in het van tevoren gekozen negatieve frame, dan werd dit vaak zonder terughoudendheid naar buiten gebracht. Zoals het en masse verspreidde nepnieuws over zogenaamde nepsupporters.
Wie een tegenverhaal wilde laten horen, werd grotendeels weggehoond. Van serieuze tegenverhalen was daardoor nauwelijks sprake. Want wie dúrfde van de ‘single story’ over Qatar een meer gebalanceerd verhaal te maken? Wie dúrfde dáár de vingers nog aan te branden?
Een evenwichtiger verhaal
Voordat ik mijn opinie vervolg, een opmerking vooraf. Want met dit artikel heb ik op geen enkele wijze de intentie mensenrechtenschendingen in Qatar te bagatelliseren. De rapporten van mensenrechtenorganisaties en de ILO (International Labour Organization) spreken boekdelen. Wel stel ik een aantal vragen die in veel van onze media ontbraken. Ook plaats ik de bevindingen over arbeidsrechtenschendingen in een breder perspectief. Een meer gebalanceerde vertelling dus.
Dat evenwichtiger verhaal sijpelde incidenteel via sommige journalisten - vaak met enige tegenzin - wel degelijk onze huiskamers binnen. Zoals via de gesprekken die werden gevoerd met arbeidsmigranten in de fanzones, waarbij geïnterviewden - tot verbazing van de betrokken journalist - blij bleken te zijn om in het Arabische land te mogen werken. Of via de beelden van voetbalsupporters uit de hele wereld die in Qatar samenkwamen zonder dat dit leidde tot hooligangeweld en openbare dronkenschap. Voetbal kon ook zonder alcohol een feest zijn. Natuurlijk werden deze reportages wel voorzien van de disclaimer dat er veel mis is met de mensenrechten in Qatar. Want een ander verhaal dan de ‘single story’ mocht niet de overhand krijgen.
Hoezeer de rechten van arbeidsmigranten in Qatar worden geschonden, is uitgebreid gedocumenteerd door de ILO, Amnesty International en Human Rights Watch. Mede dankzij de ILO kwam er wetgeving die de rechten van arbeidsmigranten beter moet beschermen. Maar wetgeving alleen zet weinig zoden aan de dijk als deze niet ook wordt gehandhaafd. De berichten over werkgevers die zich niet aan de wet houden, bleken talrijk.
Bij de groep van werkgevers spelen Europese bedrijven eveneens een rol, waaronder Nederlandse. Want bij de bouw van de stadions, de metro en andere infrastructurele projecten waren talloze buitenlandse ondernemingen betrokken. De rechten van arbeidsmigranten werden en worden dus niet alleen geschonden door of onder verantwoordelijkheid van de Qatarese overheid, maar evenzeer door deze multinationale ondernemingen. Met dat verschil dat we de Qatarese overheid wel publiekelijk op deze arbeidsrechtenschendingen aanspreken, maar onze eigen in de EU gevestigde bedrijven niet.
En ook al weten we dat uitbuiting van arbeiders ten grondslag ligt aan talloze producten die we dagelijks gebruiken, we kopen er geen smartphone of T-shirt minder door. Erg consequent zijn wij Nederlanders dus niet waar het gaat om het opkomen voor de rechten van arbeiders.
Omgekomen arbeidsmigranten
Officiële statistieken van de Qatarese overheid melden 15.799 omgekomen arbeidsmigranten in de periode 2011 t/m 2020. Dat zijn gemiddeld 1.580 arbeidsmigranten per jaar op een arbeidsmigrantenpopulatie van rond de 2,3 miljoen, het geschatte gemiddelde aantal arbeidsmigranten per jaar in de genoemde periode.
Ter vergelijking pakken we de CBS-sterftecijfers in Nederland erbij uit een pre-coronajaar. De focus ligt daarbij op mannen, omdat de meeste arbeidsmigranten in Qatar mannen zijn. We kiezen voor het jaar 2018. In de arbeidzame leeftijdsgroep van 21 t/m 42 jaar woonden toen gemiddeld 2.342.051 mannen in ons land. Van deze ruim 2,3 miljoen mannen overleden er 1.343. De doodsoorzaken zijn uiteraard divers: van verkeersslachtoffers tot mannen die (mede) als gevolg van hun werk om het leven kwamen.
Zolang we de doodsoorzaken niet kennen, weten we niet hoe het gemiddelde van 1.580 omgekomen arbeidsmigranten per jaar op een gemiddelde arbeidsmigrantenpopulatie van circa 2,3 miljoen zich verhoudt tot de 1.343 overleden 21- t/m 42-jarige mannen in Nederland in 2018 op een populatie van eveneens 2,3 miljoen. Zouden we voor Nederland ook 43- t/m 55-jarigen in de telling meenemen en dat in verhouding tot de genoemde 2,3 miljoen plaatsen, dan wordt dat cijfer van 1.343 trouwens al weer flink hoger.
Wat verder opvalt: miljoenen mensen uit lagelonenlanden willen maar wat graag in Qatar en andere Golfstaten werken, ondanks de gemelde misstanden. Daarentegen is er voor hen binnen de EU nauwelijks de mogelijkheid tot legaal werk, hoe hard we deze werknemers ook nodig hebben. Zij die om economische motieven toch pogen zonder de juiste papieren de EU binnen te komen, belanden hier vaak in mensonterende omstandigheden, als ze hun reis naar de EU überhaupt al overleven.
Discriminatie van LHBTI+-ers
LHBTI+-ers worden in Qatar fors gediscrimineerd. Homoseksualiteit is er strafbaar. Nu zijn er naast Qatar nóg ongeveer zeventig landen waar homoseksualiteit strafbaar is, waaronder landen waar Nederland prima relaties mee onderhoudt.
Bedenk hierbij: pas halverwege de recente jaren negentig haalde buurland Duitsland de strafbaarheid van homoseksualiteit uit het wetboek van strafrecht. Volgens het Duitse nieuwsmedium Der Spiegel werden tussen 1945 en 1994 zo’n 69.000 Duitse mannen veroordeeld voor homoseksualiteit; zij werden pas in 2017 gerehabiliteerd. Nog aan het eind van de recente jaren zeventig boycotte de BBC de song ‘Sing if you’re glad to be gay’ van Tom Robinson, vanwege het verheerlijken van homoseksualiteit. En binnen ons eigen koninkrijk verzet de regering van Curaçao zich tegen invoering van het huwelijk van twee mensen van hetzelfde geslacht.
Dat alles staat nog los van het feit dat wetgeving die homoseksualiteit strafbaar stelt in veel niet-Europese landen ooit is ingevoerd door de toenmalige Europese koloniale overheersers.
Hoe belangrijk de strijd om LHBTI+-rechten in Qatar ook is en hoezeer we die strijd ook moeten ondersteunen, enige mate van zelfreflectie in de berichtgeving van onze media kan nooit kwaad.
Dubbele moraal
Waar internationaal de grootste ergernis over bestaat, is onze dubbele moraal. In Qatar zelf werd deze dubbele moraal vooral aan de kaak gesteld met de grote zichtbaarheid van Palestijnse vlaggen en symbolen binnen en buiten de stadions. Zo zwaaiden ook de Marokkaanse voetballers na afloop van de overwinning op Spanje met de Palestijnse vlag.
Daar waar de Nederlandse media hun mond vol hebben over de terechte bevindingen van Amnesty International over Qatar, hullen onze nieuwsmedia en talkshows zich al bijna een jaar lang grotendeels in een diep stilzwijgen over het vernietigende rapport dat Amnesty International begin dit jaar uitbracht over de Israëlische apartheidspolitiek. Voor veel van onze nieuws- en sportredacties is Amnesty International een autoriteit wanneer hun bevindingen in een door de redactie gekozen frame passen, maar blijkt de mensenrechtenorganisatie irrelevant wanneer hun onderzoeksresultaten niet overeenkomen met een van tevoren gekozen ‘single story’.
In een eerdere opinie refereerde ik al eens aan Excelsior-voetballer Redouan El Yaakoubi die zich afvroeg: waarom alléén een solidariteitsaanvoerdersband voor Oekraïne?
Hoe nu verder?
AD, 23 november 2022: ‘Hugo de Jonge kijkt geschokt om zich heen. In dit hok, een kelderbox van tien vierkante meter, leven mensen. Een stroomdraad hangt langs de muur, op de grond ligt alleen een matras. Op een kastje staat een crucifix. ‘’Die heb je wel nodig als je hier woont’’, zegt De Jonge.’
Dit citaat komt uit een reportage over Oost-Europese arbeidsmigranten in de Rotterdamse wijk Carnisse. In hoeverre zijn de leefomstandigheden van arbeidsmigranten in Nederland eigenlijk wel beter dan die van arbeidsmigranten in Qatar? Waarom werd er in onze talkshows bijna dagelijks aandacht besteed aan de leef- en werkomstandigheden van arbeidsmigranten in de Golfstaat, maar slechts mondjesmaat aan die van Oost-Europese arbeidsmigranten in ons eigen land?
En hoe zit het eigenlijk in de VS, waar over drieënhalf jaar een groot deel van de FIFA World Cup 2026 neerstrijkt? Julie Taylor, executive director van The National Farm Worker Ministry in Noord Carolina, vertelde op 28 november aan The Voice of America (VOA): “The fact of the matter is that migrant workers in the U.S. are struggling with many of the same issues as those workers were facing in Qatar. Being forced to work through extreme heat waves, wage theft, poor housing, lack of access to healthcare, a shortage of personal protection equipment.”
Nu ons meten met twee maten zichtbaarder is geworden dan ooit, is de vraag legitiem: hoe nu verder? Wordt het nieuws over drieënhalf jaar ook gedomineerd door de positie van uitgebuite arbeidsmigranten in de VS? Of het tragische lot van veel ongedocumenteerden? Stuurt de NPO Danny Ghosen op pad om de families op te zoeken van in de VS omgekomen arbeiders? Of voor gesprekken met de nabestaanden van de slachtoffers van het vuurwapengeweld in de VS, zo’n 40.000 per jaar, als gevolg van de criminele nalatigheid van het Amerikaanse congres? Roepen onze media over drieënhalf jaar onze Oranjefans ook op om vooral niet naar de Verenigde Staten af te reizen?
Let wel, in dit artikel praat ik op geen enkele manier mensenrechtenschendingen in Qatar goed. Maar wat ik vanuit mijn vakgebied binnen onze multiculturele samenleving wel merk, is een forse ergernis over de ‘single stories’ van onze media. Dat onbewuste vooroordelen bij onze mediaredacties over de Arabische wereld hierbij een grote rol spelen, lijdt bij mij geen enkele twijfel. Niet voor niets worden de Golfstaten door onze sportredacties veelvuldig in denigrerende termen als ‘de zandbak’ omschreven.
Laten we ervan leren
Door een overkill aan negatieve berichtgeving over Qatar, kwamen de voordelen van dit WK weinig naar voren. Want dit WK was geen wit feestje, zoals veel media- en opiniemakers mogelijk het liefst willen. Zo bleken de achtergronden van de voetbalfans gevarieerder dan ooit: onnoemelijk veel fans uit omringende landen, maar evenzeer uit verder weg gelegen landen in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Was dit WK in Nederland georganiseerd, dan zouden vooral veel Aziatische en Afrikaanse fans zo’n toernooi niet hebben kunnen bezoeken. Waarom? Omdat Nederland hen geen visum zou hebben verstrekt.
Laten we hopen dat we na dit WK weer met beide benen op de grond komen te staan. Dat we in een terugblik constateren dat onze hetzerige berichtgeving ten minste op korte termijn meer kwaad dan goed kan hebben gedaan. En vooral, dat we ervan leren.
Het is terecht dat we aandacht vragen voor de schendingen van de rechten van arbeiders en LHBTI+-ers in Qatar. Onrecht zullen we altijd en overal moeten blijven bestrijden. Maar wel op basis van feiten en evenredigheid, zonder ons te laten meeslepen door onze onbewuste vooroordelen. Daarbij kan het geen kwaad ook onszélf voortdurend te bevragen: wat is en was ónze rol eigenlijk bij deze misstanden? En doen wij het op sommige terreinen wel zoveel beter dan het door ons zo bekritiseerde land? Zoals bij de huisvesting van Oost-Europese arbeidsmigranten. Of de mate waarin institutioneel racisme diep in de structuren van onze samenleving zit verborgen.
Tot slot kan ons ongepaste morele superioriteitsdenken in de toekomst maar beter achterwege blijven.