Ik ben benieuwd of nu wél de Tweede Kamer en Eerste kamer deze problemen willen oplossen.
Pensioen is een vrije kwestie, volgens NSC-parlementariërs. Er konden in het akkoord geen afspraken gemaakt worden. Drie van de politieke partijen die de komende regering vormen, zijn tegen de nieuwe pensioenwet die eerder door het parlement is aangenomen.
Het NSC van Pieter Omzigt wil een paar wijzigingen. Zij willen dat de werknemers en gepensioneerden het recht krijgen onder het oude stelsel te blijven. Op zich het recht op individueel bezwaar tegen overgaan naar een ander stelsel, herstellen, lijkt mij goed. Echter, niet invaren betekent onder het huidige regime blijven van de lage rekenrente en de hoge indexatiedrempel van 110% voor een beetje indexeren en 125% voor volledige indexatie.
Er is nog een derde obstakel ontstaan door het parlement. Namelijk, het parlement heeft de wettelijke doorsnee pensioenpremie en opbouw afgeschaft. Doorsnee betekent dat het premiepercentage en de pensioenopbouw ongeacht de leeftijd gelijk is. In het nieuwe stelsel is het pensioenpercentage gelijk, ongeacht je leeftijd. Een hoge premie bij hogere leeftijd leidt alleen maar tot meer leeftijdsdiscriminatie. Dat geldt echter niet als je in het oude stelsel blijft. Als deze obstakels niet afgebroken worden, is een reële keus voor niet invaren niet aan de orde.
De talloze pogingen de obstakels zoals de te lage rekenrente en te hoge indexatiedrempel (ingevoerd in 2015) te schrappen, stuiten op een muur van onwil bestaande uit een ruime meerderheid in de Tweede Kamer. Ik ben benieuwd of nu wél de Tweede Kamer en Eerste kamer deze problemen willen oplossen.
Als het rekenrenteobstakel, de hoge indexatiedrempel en het vervallen van leeftijdsonafhankelijke premie en opbouw vervalt, is volgens mij de noodzaak om over te gaan naar het nieuwe stelsel er niet meer. Voor de politiek is het dan een kwestie liever ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Ik betwijfel zeer dat men deze stap gaat zetten.