Het was een bittere pil voor velen, de verkiezingsoverwinning van president Recep Erdogan. Het was maar liefst zijn 15e verkiezingsoverwinning! Deze was echter anders dan alle andere, in meerdere opzichten. Het belangrijkste verschil is dat deze verkiezing oneerlijk is verlopen en die oneerlijkheid gaat verder dan de beschikbare mediatijd of het gebruik van staatseigendommen voor partijpolitieke doeleinden. Dit keer is er waarschijnlijk gesjoemeld bij het tellen van de stemmen.
Allereerst is het nodig om de context rondom de verkiezingen te begrijpen. De eerste tekenen van de dalende populariteit van Erdogan waren al in 2019 te zien toen zijn partij de vijf grootste steden, waaronder Istanbul en Ankara, verloor bij de lokale verkiezingen.
De president wilde in eerste instantie zijn nederlaag in Istanbul niet erkennen, volgens hem was er sprake van diefstal van stemmen. De kiesraad werd onder druk gezet en ging mee in zijn beschuldiging waardoor de verkiezingen opnieuw gehouden moesten worden. Dit keer werd de overwinningsmarge van de seculiere volkspartij CHP, onder leiding van Ekrem Imamoglu, nog groter en werd hij de burgemeester.
De AKP verloor voor het eerst de grootste stad van het land en alle alarmbellen gingen af bij de regerende partij. Nadat Erdogan eerder al de media, rechterlijke macht, financiële sector en zo’n beetje alles van wat je je maar bedenken kunt, had gezuiverd, had hij echter nog niet de middelen om verkiezingsuitlagen daadwerkelijk te kunnen manipuleren. Daarvoor moest hij de onafhankelijke kiesraad voor zich winnen. Want als je vandaag Istanbul verliest, kan je morgen Turkije verliezen, dat heeft de geschiedenis meermaals aangetoond. Sindsdien werden belangrijke figuren binnen de kiesraad vervangen door regeringsloyalisten.
Hoewel Turkije nooit een volwaardige democratie is geweest, zijn er sinds de oprichting van de moderne staat wel 2 belangrijke instituten die onafhankelijk zijn, waardoor het land zich onderscheidt van een dictatuur. Behalve de kiesraad, is dat de onafhankelijke oppositie. Dat is nu voornamelijk de CHP, die al sinds de oprichting van de republiek bestaat, de partij van de stichter ervan Kemal Atatürk. Deze partij heeft altijd sterke oppositie gevoerd tegen Erdogan en een onafhankelijke oppositie is iets dat je in semi-autoritaire landen als bijvoorbeeld Rusland (met zijn controlled opposition) niet hebt.
In aanloop naar de verkiezingen, heeft een rechter onder druk van de politiek, een verbod op politieke functies opgelegd aan de populaire burgemeester van Istanbul. Deze man zou een serieuze uitdager voor Erdogan geweest zijn, die daarom liever de impopulaire lijsttrekker Kemal Kilicdaroglu als zijn tegenstander had. Hoewel Kilicdaroglu de eerste president van Koerdische en Alevitische afkomst is, was het algemeen bekend dat hij geen stemmentrekker is. Hij is een softe verschijning terwijl de Turkse kiezer liever een sterke, mannelijke macho leider wil. Om nog maar te zwijgen over de racistische motieven onder nationalistische Turken.
Twee maanden voor de verkiezingen heeft een coalitie van 6 partijen besloten dat Kilicdaroglu de presidentskandidaat zou zijn. Dit kunnen we de eerste blunder noemen. Deze 74-jarige lijsttrekker van de verenigde oppositie had al 9 verkiezingen verloren en hoe stom is het dan om hem nog zijn 10e kans te geven?
Na 2019 kende Turkije verschillende grote crises. De pandemie begon waardoor het land zijn belangrijke inkomstenbron: toerisme, verloor. Verder waren er grote natuurrampen als bosbranden in het zuidwesten en de onbekwaamheid van de overheid om vliegtuigen in te kunnen zetten. Hierdoor werden miljoenen mensen gedupeerd. Alles waar ze voor gewerkt hadden, zagen ze als sneeuw voor de zon verdwijnen.
In deze periode klapte een bekende maffialid, uit de school. In een serie YouTube videos vertelde hij met smeuïge details over de nauwe banden tussen de georganiseerde misdaad en de Turkse staat. Dit was echt huuuuge. Dit gebeurde nagenoeg tegelijkertijd met het optreden van de hyperinflatie.
Vervolgens had het noordoosten van het land te kampen met overstromingen, om nog maar te zwijgen over de alles-vernietigende aardbeving. Er vielen meer dan 50.000 doden terwijl dat er veel minder waren geweest als gebouwen aardbevingsbestendig werden gebouwd. Het werd duidelijk dat de slachtoffers hun levens hebben verloren als gevolg van corruptie en niet door een natuurramp, zie hier mijn eerdere opiniestuk over.
Als we de verkiezingsuitslag mogen geloven, hebben al deze crises nauwelijks gevolg gehad voor de keuze van de kiezer. Niet eens in het aardbevingsgebied zelf, waar Erdogan in veel staten won met maar liefst 70%, hetzelfde percentage als vóór de aardbeving. Het zou respectloos zijn om deze mensen gewoon uit te maken voor stom of zwaar religieus en er vanuit gaan dat ze om die redenen op AKP hebben gestemd. Er zou toch minimaal enig verschil moeten zijn geweest met de vorige uitslag.
Daarnaast heeft Erdogan, mede vanwege zijn zichtbare slechte gezondheid, de laatste tijd ook veel mediablunders begaan. Zo viel hij op live-tv in slaap, deelde geldbiljetten uit, maakte hele onverstandige uitspraken, etc.
Een ander opvallend verkiezingsresultaat was dat de nationalistische MHP 10% van de stemmen kreeg, terwijl de drempel om in het parlement te komen juist was verlaagd van 10% naar 7%. Algemeen werd aangenomen dat dit was gedaan voor Erdogans coalitiegenoot MHP. Alles wees erop dat zij minder stemmen zouden halen, dus ook dit verraste vriend en vijand.
Als er echt gesjoemeld is, kun je je afvragen waarom de oppositie zich hier niet over beklaagt. Om deze vraag te beantwoorden moeten we teruggaan naar de verkiezingsavond van de eerste ronde. Het land kent twee persbureaus: één is Anatolia Agency (AA) dat als pro-regering bekend staat en de ander is het Anka persagentschap dat onder controle van de oppositie zou verkeren.
Het was een nek-aan-nek race en beide persbureaus gaven Erdogan een kleine voorsprong terwijl Kilicdaroglu tweette dat hij voor stond. Op het hoofdkantoor van CHP werden schermen geplaatst van een live tv-zender met de tussenstanden. Deze tv zenders halen hun informatie bij de kiesraad vandaan, waarvan Kilicdaroglu voor de verkiezingen zei dat deze niet te vertrouwen is. De ‘voorsprong’ van Erdogan werd echter verstoord door de burgemeesters van Istanbul en Ankara die de data van hun eigen partij presenteerden waarop Kilicdaroglu juist op de eerste plaats stond.
De vraag en kritiek op CHP luidt dan ook, waarom hebben ze op grote tv-schermen niet hun eigen data (van getelde stemmen) gepresenteerd? Ook de website van CHP met live resultaten, lag eruit. De verantwoordelijke voor dit systeem, Onursal Adiguzel, is naar aanleiding van dit hele gebeuren ontslagen. Deze gebeurtenissen waren dan ook de tweede blunder van de oppositie.
Het wrange is dat voor deze meneer vooraf al werd gewaarschuwd, want hij zou ook in het verleden dergelijke fouten hebben gemaakt. Elke partij houdt toezicht op het tellen van de stemmen, en deze toezichthouders sturen deze informatie door naar hun partij. Dus ze hadden deze data maar hier is duidelijk iets misgegaan.
Tijdens de lokale verkiezingen van 2019, presenteerde het persbureau AA, onterecht dat AKP op voorsprong zou staan en dit werd door de CHP toen ontkracht door hun eigen data vrij te geven. Iets dergelijks hadden ze dit keer ook kunnen doen maar dat werd dus nagelaten. Daarnaast is ook nog gebleken dat de CHP te weinig toezichthouders had en dus op veel stembureaus afwezig was. Als verklaring hiervoor stelde de CHP-lijsttrekker dat hij dacht dat een andere partij van zijn bondgenootschap op die bureaus aanwezig zou zijn.
Het is merkwaardig dat ook volgens persbureau Anka Erdogan een voorsprong had, terwijl de burgemeesters van Ankara en Istanbul in een live verklaring zeiden dat juist hun kandidaat op voor stond in de tussenstanden. De eigenaar van Anka is tevens de eigenaar van verschillende mediakanalen van de oppositie. Na de eerste ronde, keek ik vaker en bewuster naar deze mediazenders en tot mijn ongeloof zag ik verschillende keren subtiele pro-Erdogan boodschappen.
Met andere woorden: deze mediazender (Halk tv) functioneert meer als controlled opposition in plaats van dat deze onderdeel is van een echte oppositie. Na de eerste ronde werd de roep om ook deze media-eigenaar, Tuncay Ozkan, te ontslaan luider. Wrang genoeg waren er ook al veel eerder signalen dat deze man een deal heeft met Erdogan van 95 miljoen dollar over de verkoop van zijn media.
Hij werd niet ontslagen. En het meest frustrerende is dat de fouten van de eerste ronde nog ens werden herhaald in de tweede ronde: ook nu gaf CHP de eigen data niet vrij. De derde blunder. Dit keer lijkt het echter meer op een bewuste fout.
In theorie zou Erdogan, door een paar sleutelfiguren van de oppositie om te kopen, dit complot hebben kunnen realiseren. Het is een meesterlijk zet, a la House of Cards. Mijns inziens bekrachtigen verschillende aanwijzingen deze theorie. De leider van CHP staat al langer dan 10 jaar de scepter te zwaaien en had alle tijd om binnen zijn partij orde op zaken te stellen. Bewust of onbewust doet er niet toe; hij blijft verantwoordelijk.
Tot slot het argument van de gekozen campagnestrategie. Als we terugkijken op de campagne die CHP heeft gevoerd is deze uitermate zwak te noemen. Gezien de economische wantoestanden in het land, met hyperinflatie tot gevolg, had dat een mooi onderwerp van gesprek geweest om Erdogan pijn te kunnen doen. Om onbegrijpelijke redenen is de economie nauwelijks een onderwerp van gesprek geweest. Hetzelfde geldt voor de aardbeving. Nagenoeg heel Turkije is potentieel aardbevingsgebied en zo’n ramp kan zich dus overal voordoen. De CHP had de regeringspartij, op terechte gronden, verantwoordelijk kunnen stellen voor de geleden pijn en schade. Maar ook deze aspecten waren nauwelijks onderwerp van gesprek. De gekozen campagnestrategie kunnen we dan ook de vierde blunder noemen.
Met de oppositie en de kiesraad in zijn binnenzak, de laatste verdedigingslinies van de democratie, heeft Erdogan een definitieve stap naar dictatuur gezet. Nu nagenoeg alle instituten zijn gezuiverd van politieke tegenstanders, is zijn greep op de macht steviger dan ooit. Het enige dat dit regime nog kan stoppen zijn grootschalige demonstraties. Het volk zelf. #PowertothePeople