Eenieder die hem voor de voeten loopt moet vrezen voor zijn leven
Nederland heeft een nieuwe staatsvijand nummer één, Redouan Taghi. Hij is door de brute moord op advocaat Derk Wiersum in het absolute centrum van de belangstelling komen te staan. Zijn schrikwekkende gestalte beneemt zelfs even het gezicht op de moskeeën waar haatpredikers en salafistische godsdienstleraren hun ideologie verspreiden.
Al Capone Taghi is voor westerlingen beter te begrijpen dan religieuze fanatici. Hij leeft voor het geld en de macht. Iedereen die hem om wat voor reden dan ook verdacht voorkomt, is een kind des doods. Hij heeft, zegt minister Grapperhaus en in navolging van hem een hele hoop geschrokken autoriteiten meer, een rechtstreekse aanval gedaan op de rechtsstaat. Zo ver denkt Taghi vermoedelijk niet. Hij laat gewoon iedereen koud maken die zijn handelsnetwerken genaakt. Het maakt niet uit of het concurrenten zijn dan wel politieagenten of wat dan heet kroongetuigen. Iedereen die daarmee te maken heeft, moet voor zijn leven vrezen. Dat is de korte en eenvoudige boodschap. Taghi zou bestuurlijk Amsterdam vermoedelijk wel in zijn zak willen steken, maar alleen om ongestoord zijn zaken te kunnen doen. Zo ongeveer als Al Capone het voor elkaar had in Chicago met burgemeester ‘Big Bill’ Thompson en politiecommissaris John Stege.
En wie weet staat hier en daar wel een overheidsdienaar indirect op zijn loonlijst. Maar nogmaals: het is hem er niet om te doen Nederland te veranderen. Hij wil ruimte voor zijn handel.
Woensdagavond was er bij Jinek een hoop ach en wee over het nieuwe dieptepunt dat met de moord op Wiersum is bereikt, maar aan het eind van het debat waren advocaat Plasman en Peter R. de Vries het over één ding eens: de war on drugs is glansrijk verloren. Zolang we proberen de handel in cocaïne en aanverwante artikelen met repressie te bestrijden, bemesten we zelf de akker waar de Redouan Taghi’s uit opschieten. Hun leven is veelal kort en heftig. Taghi loopt binnen een paar jaar waarschijnlijk tegen een kogel op. Hij maakt te veel vijanden ook onder mensen die minder scrupules hebben dan de Nederlandse justitie. Hem wacht een kogelregen of een martelkamer ergens in het Midden-Oosten of Latijns Amerika. Daarna krijgt hij een opvolger van hetzelfde kaliber. Zo eenvoudig ligt dat. Het is niet anders. Tenzij we de handel in drugs uit handen van de misdaad halen om die onder te brengen bij legitieme bedrijven, al dan niet in handen van de staat.
Zedenpredikers De laatste tijd staan allerlei zedenpredikers op die met de vinger onder de neus van drugsgebruikers zwaaien. Weten zij wel wat zij met hun liefhebberij aanrichten? Hoe zij door cocaïne aan huis te laten bezorgen (komt sneller dan een pizza, schrijft een recent rapport van Amsterdam) een gruwelijke misdaadscene in stand houden? Foei toch! Misschien krijgen de felle tegenstanders van drugs type Buma daar een goed gevoel van, op gebruikers maakt het geen enkele indruk. De mensheid is geneigd tot de aanschaf van genotsmiddelen die tot een psychische en lichamelijke verslaving leiden. Dat is een vast, millennia oud gegeven. Afkicken is moeilijk maar het kan wel als de betrokkene het echt wil. Vaak lukt het toch niet zonder de handreiking van anderen. Daarom zijn detoxprogramma’s en waarschuwende voorlichting ook zo belangrijk. Die zouden een veel grotere omvang kunnen krijgen, als ze betaald konden worden uit accijnzen op legale drugs. Dan staan de Taghi’s met lege handen. Anders geef je ze alleen maar elke dag nieuwe kansen. En zie je steeds weer bij minister Grapperhaus woede en verdriet om elkaar strijden, maar dat is dan wel gratuit.
Wat Taghi zelf betreft, kwam Peter R. de Vries met de meest zinnige suggestie. Zet geen beloning op zijn hoofd van een ton (fooi) maar stel enkele miljoenen in het vooruitzicht van wie hem aanbrengt. Tien miljoen lijkt me niet te weinig om deze figuur uit te schakelen.
Ook moet het systeem van kroongetuigen op de schop. Zo lang de Nederlandse overheid niet in staat is zulke getuigen en hun wijde omgeving adequaat te beschermen, is het middel erger dan de kwaal.