Wat betreft de Palestijnse staat, is er een paradox. Hoe meer staten die Palestijnse staat erkennen – de laatste was Armenië, na eerder Spanje, Ierland, Slovenië en Noorwegen -- hoe meer pogingen Israël in het werk stelt om totstandkoming van die staat te voorkomen. Je kunt zelfs zeggen dat dit is wat de huidige regeringspartijen in Israël aan elkaar bindt. Er is in Israël geen partij in de regering, of zelfs in de oppositie, die voor een tweestatenoplossing is.
Onder de vele mechanismen in het Israëlische arsenaal om de totstandkoming van Palestina tegen te gaan:
1. In het verwoeste en hongerende Gaza lijkt Israël geen “Day After” oftewel een exitstrategie te willen. De situatie hier is niet zoals in Irak en Afghanistan, waar de Amerikanen en westerse bondgenoten mikten op de overname van het bestuur door nationaal georiënteerde partijen, al dan niet succesvol. In Gaza zal geen nationale Palestijnse vertegenwoordiging het bestuur gaan overnemen. Israël wil hoogstens plaatselijke Palestijnse families en stammen charteren voor basale dienstverlening, naast een systeem van internationale hulpverlening.
2. In de West Bank is er de laatste 18 maanden wat de Israëlische nederzettingen betreft een verschuiving naar formeel burgerbestuur. De New York Times en de Guardian haalden dit de afgelopen weken naar boven. Minister van Financiën Smotrich spreekt over de creatie van een “gescheiden civiel systeem” voor de Westoever. Het nieuwe juridische systeem regelt van alles en nog wat binnen de ruim 60% van de Westoever welke onder directe Israëlische controle staat – zoals bouwverordeningen en het bestuur over landbouw, bosbouw en natuurparken. Het gaat niet meer zoals in het verleden om een schimmig proces van verborgen annexatie maar om formele juridische annexatie van de Westoever bij Israël. Het Ministerie van Defensie blijft nominaal betrokken om internationale kritiek op te vangen, zei Smotrich.
3. Het Palestijns Gezag staat op het moment onder Palestijnen politiek zwak, want is zonder legitimiteit (bv. geen verkiezingen). Economisch is het niet in staat om lang voort te blijven bestaan zonder de internationale fondsen, die steeds meer opdrogen, en zonder de VAT-inkomsten die Israël de afgelopen jaren heeft ingehouden bij Palestijnse arbeiders die in Israël werkten. In Israël zelf is er enige discussie over of het Palestijns Gezag in stand moet worden gehouden vanwege de bestaande veiligheidssamenwerking met het Israëlische leger, of dat het simpelweg moet worden gesaboteerd en afgebroken.
4. De vierde factor is de uitbreiding van de nederzettingen, qua aantallen mensen en het land dat ze bestrijken. De nederzettingen-beweging heeft in de ruim 60% van de Westoever – gebied C - vrij spel. Deze beweging wordt door westerse landen alleen gesanctioneerd bij gewelddadige terreur van sommige individuele kolonisten, die op zwarte lijsten (komen te) staan. De beweging en zijn wortels in het Israëlische staatsapparaat wordt veroordeeld, maar niet gestraft.
De kwestie is niet of er een Palestijnse staat komt of moet komen, of dat erkenning van die staat nodig is. Die is nodig. Maar het valt steeds op hoe gemakkelijk die magische oplossing in de mond wordt genomen, alsof door het alleen te herhalen er een grotere waarschijnlijkheid is dat deze tot stand komt. Alleen een enorme politieke druk op Israël, op het moment nauwelijks voorstelbaar gegeven Israëls centrale plaats in het westerse bondgenootschap, zou deze staat tot leven kunnen brengen.
Ongelukkigerwijs lijkt de kwestie op het moment eerder of de Palestijnse samenleving, en op de eerste plaats Gaza, überhaupt in staat is te overleven in een situatie van zware bezettingsdruk van buitenaf en wanhoop van binnenuit.
En wellicht – een vraag die steeds vaker in Israël wordt gesteld - of ook Israël wel in staat is als staat en samenleving te overleven wanneer het voor vele jaren met apartheid gaat leven.