Veel linkse mensen stonden te juichen toen VVD'er Dijkhoff FvD-leider Baudet aftroefde in de Tweede Kamer, maar waarom eigenlijk?
Tijdens het debat over de regeringsverklaring vorige week woensdag kreeg Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet het aan de stok met VVD-fractieleider Klaas Dijkhoff:
Twitter ging uit zijn dak:
Dit vond ik echt heel illustratief. Alle linkse mensen die stonden te juichen toen Dijkhoff Baudet afserveerde.
Legitiem punt Let wel, de interventie van Baudet ging om de draaideur tussen de gevestigde politiek en de private zorgverzekeraars. Los even van de manier waarop Baudet zijn kritiek inkadert, hij heeft daar een legitiem punt te pakken. Het is een vrij standaard liberaal-democratisch thema waar veel anticorruptie-NGO’s zich mee bezig houden: de zogenaamde “revolving door” tussen politiek en bedrijfsleven.
Baudet koppelt dat aan zijn kritiek op het partijkartel. Deze term komt uit de mainstream politicologie. De grondlegger van de Nederlandse politicologie, Arend Lijphart, gebruikte de term karteldemocratie om een gedepolitiseerde democratie zonder competitie te beschrijven. In aansluiting daarop lanceerde de linkse politicoloog Peter Mair de term partijkartel om de steeds meer in zichzelf gekeerde West-Europese politieke elites te beschrijven.
Private belangen Het antwoord van Dijkhoff aan Baudet was dat goede bestuurders nu eenmaal doorstromen naar andere bestuursposities, net als de profvoetballers niet van het hockeyveld komen. Daarmee ontweek hij het belangrijkste punt: we hebben het hier over publieke bestuurders die in de private sector gaan werken. Dat is kwalitatief anders. Om de analogie van Dijkhoff over te nemen: we hebben het wel degelijk over zoiets als hockeyers die naar het voetbalveld komen. Er is het reële gevaar dat daardoor het zorgbeleid van de overheid niet de publieke zaak dient, maar de private belangen van de grote zorgverzekeraars. Nogmaals, dit is een legitiem aandachtspunt.
Natuurlijk is Baudet een eng radicaal-rechts figuur , die met Spengleriaanse termen als “parlementarisme” en bijbehorend ondergangsdenken schermt. Maar hij dankt zijn huidige populariteit ook aan het feit dat hij klassiek linkse systeemkritiek overneemt, een traditie die links zelf heeft laten versloffen. En het grappige is dat links, in haar reflexmatige en ondoordachte antwoord op Baudet, zich keert tegen haar eigen systeemkritiek en zich schaart achter de status quo.
Het toont bovenal het gebrek aan zelfstandig denkvermogen van links in Nederland. Dat wij collectief staan te juichen als een VVD-fractieleider mogelijke politieke belangenverstrengeling toedekt met een handige retorische truc.