Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Hoe lang blijft klimaatactivisme nog vreedzaam en geweldloos?

  •  
07-05-2023
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
3341 keer bekeken
  •  

'How to blow up a pipeline' heet de film en de titel geeft meteen het hele scenario weg. In detail wordt getoond hoe je met zelfgemaakte bommen een oliepijpleiding kunt opblazen. Dat is niet alleen reuzespannend en spectaculair, de film roept ook een zekere verontrusting op. Is dit wat er gaat gebeuren? Of nog erger: gaat dit gebeuren omdat deze film is gemaakt? Die laatste vraag is de lont in het kruitvat.

How to blow up a pipeline is een zogeheten eco-thriller. Een groep jongeren die gefrustreerd zijn over het gebrek aan maatregelen tegen de fossiele industrie en de klimaatcrisis besluit tot actie over te gaan. Het vernietigen van een olieleiding in de woestijn van Texas moet een zware slag toebrengen aan de industrie, er zal angst ontstaan, beurskoersen zullen gaan dalen. Dat heet terrorisme en de jongeren weten dat maar ze zien het anders. “Dus als je een pijpleiding opblaast om de wereld te redden dan ben je een terrorist maar als je uit winstbejag de planeet vernietigt dan is er niks aan de hand?” luidt een van de redenaties die voorbij komen. Het is een alarmerend zinnetje omdat het een gedachtegang is die radicalisering voedt. De film is explosief omdat de redenering niet wordt tegengesproken. Net zo min als de actie. Integendeel. De daad is een vorm van idealisme, de activisten worden neergezet als helden.

De film is gedraaid op 16mm en dat geeft een beetje amateuristisch gevoel, alsof je naar een documentaire uit de jaren ‘60 en ‘70 zit te kijken. Wat waarschijnlijk precies de bedoeling is. In die tijd ontstonden overal ter wereld zogeheten stadsguerrillagroeperingen, in Duitsland de RAF, in Uruguay de Tupamaros, in Noord-Ierland de IRA, het Japanse Rode Leger, noem maar op. Vaak begonnen ze met aanvallen op gebouwen maar uiteindelijk werden de doelwitten mensen. Het idealisme veranderde al snel in criminaliteit. Geweld loopt vrijwel altijd uit de hand. Dat alleen al is een reden er weg bij te blijven maar dat aspect komt niet aan de orde in de film.

Het verhaal is opgebouwd volgens een stramien waar Amerikanen dol op zijn voor actiefilms omdat het de geboortemythe van het land weergeeft: losse individuen met uiteenlopende achtergronden komen bijeen en brengen gezamenlijk iets groots tot stand zonder dat ze verder iets met elkaar te maken hebben. Zo zien Amerikanen zichzelf en hun land.

De jongeren kennen elkaar niet of amper en hebben heel verschillende levens. Een radicaliseert bijvoorbeeld omdat haar moeder overlijdt als gevolg van luchtverontreiniging door de zware industrie. Zo hebben ze allemaal hun eigen redenen om over te gaan tot de gevaarlijke actie waarmee ze hun toekomst op het spel zetten. Of nou ja, die toekomst hebben ze natuurlijk al niet vanwege de klimaatcrisis. No future denken is een voedingsbodem voor radicalisering.

Over het verhaal wil ik verder niet veel vertellen, het is een thriller en de spanning duurt van de eerste seconde tot aan het verrassende einde.

Je kunt er boos over worden dat de film het geweld niet veroordeelt, of zelfs eerder aanmoedigt, maar dat geldt ook voor de gemiddelde Tarantino-film. Het scenario is verder ook typisch Hollywood: een ramp bedreigt de planeet en een kleine groep helden gaat die voorkomen met een heldhaftige actie. Dat is kennelijk prima als het een op de aarde afstormende asteroïde betreft of een buitenlandse invasie maar stuit op bezwaren als het om de klimaatcrisis gaat. Misschien wel omdat de klimaatcrisis echt is?

De film is gebaseerd op een non-fictie boek met dezelfde titel van de Zweedse activist Andreas Malm dat in het Nederlands is verschenen als Eco-sabotage. Dat is ook wat hij daarin bepleit, het plegen van sabotage om de klimaatcrisis tegen te gaan. Dat gebeurt al. Onder de naam Tyre Extinguishers laten activisten in tal van landen banden van SUV’s leeglopen. Die auto’s zijn symbolen voor de vernietigende werking van de olie-industrie. Ze kwamen op de markt toen in de VS milieumaatregelen voor personenauto’s van kracht werden. Omdat SUV’s als vrachtauto’s worden geclassificeerd kunnen de eigenaar de maatregelen - zoals energiezuinige motoren - omzeilen. Het zijn dan ook met recht aso-bakken, bedacht uit winstbejag door een zieke industrie. 

In het begin van de film laten de activisten de banden niet leeglopen maar steken ze ze lek. Dat is meer geweld dan louter sabotage, daarna escaleert het verder. Dat maakt de film agressief en naargeestig terwijl de klimaatbeweging dat niet is. Het knappe van de huidige generatie klimaatactivisten is dat ze die grens eigenlijk nooit overschrijden. Ze plakken zich vast in schokkende acties maar vernielen niks.

De vraag is natuurlijk wel hoe lang ze dat vol gaan houden. Als ingrijpende maatregelen uitblijven, de macht van de fossiele industrie niet gebroken wordt, zal de frustratie toenemen. In die zin kan de film ook als waarschuwing opgevat worden. How to blow up a pipeline is dan een soort documentaire van de toekomst.

Ik moest tijdens het kijken ook denken aan een andere film die min of meer hetzelfde thema behandelt maar dat heel anders aanpakt. Woman at War is een IJslandse uit film over een vrouw die in haar eentje overgaat tot sabotage. Ik schreef er eerder over. Zelfde thema, zelfde discussie maar met een belangrijk verschil: het is een comedy.

Woman at War is uit 2018. De bijbehorende lach klinkt inmiddels aanzienlijk zwakker. De klimaatcrisis verergert in hoog tempo, escaleert daardoor ook het verzet? Hoe gaan we dat voorkomen?

How to blow up a pipeline was in Nederland te zien tijdens het Leids Filmfestival en Movies that Matter. De film gaat deze zomer in de bioscopen draaien.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.