"Mooi geweven katoen", zei ze. "Goed afgewerkt. Het is niet bedrukt, hè. Het patroon is geborduurd."
De solidariteitsdemonstratie met Gaza die zondagmiddag in Rotterdam gehouden werd, trok twee- tot drieduizend deelnemers. Voor een landelijk bedoelde manifestatie is dat niet bijzonder maar de meeste betogers maakten de indruk dat zij net als ik uit Rotterdam en directe omgeving kwamen. Dan betekent zo'n aantal véél meer. De NRC citeerde een politie-agent die het aantal op 15.000 schatte. Dan moeten later tijdens de stoet wel veel mensen zich hebben aangesloten. Tijdens de toespraken strekt de menigte zich uit van het Station Blaak tot de Hoogstraat. Daar was het gehele marktterrein gevuld.
Het was vooral een Levantijnse en Mediterrane bijeenkomst. Er waren veel jonge stellen op af gekomen – meneer meestal met keurig getrimde baard – waaraan je af kon zien dat ze bezig waren iets van hun leven te maken. Tevens verschenen heel veel meiden die zo uit Duizend-en-één nacht leken gestapt.
Tussendoor laveerden oude activisten met De Socialist en de Rode Morgen. De Socialist is schatplichtig aan Leon Trotski, de doodsvijand van Stalin. Hij meende dat het socialisme pas opgebouwd kon worden als eerst de revolutie wereldwijd had gezegevierd. Al een jaar of tachtig proberen trotskisten grote massabewegingen binnen te dringen en die naar hun hand te zetten. De Socialist neemt het dan ook hartstochtelijk voor de Palestijnen op. Naar aanleiding van 8 oktober schrijft Jera Alex dat Hamas "een volkomen legitieme dekoloniale vrijheidsstrijd" voert. Hij citeert Nelson Mandela: "Het is de onderdrukker die de aard van de strijd definieert, en de onderdrukten kunnen vaak niet anders dan de methoden gebruiken die een afspiegeling zijn van die van de onderdrukker". Dit soort verhalen leek echter volkomen aan de demonstranten voorbij te gaan. Datzelfde gold voor de solidariteitsverklaringen van de Rode Morgen, in mijn tijd een uitgave van de Groep Marxisten Leninisten (GML) maar nu onderdeel van de Internationale Coördinatie van Revolutionaire Partijen en Organisaties (ICOR). Het hoofdkwartier bevindt zich in Esslingen bij Stuttgart.
De aandacht van bijna alle demonstranten ging niet naar de wereldrevolutie uit of politieke haarkloverijen van marxistische snit. Zij wilden een eind zien aan het geweld in Gaza nú. Zij stelden uitsluitend Israël en het zionistisch regime daarvoor verantwoordelijk. Het enige alternatief voor de huidige situatie: from the river to the sea Palestina will be free, zoals men niet ophield te scanderen.
De manifestatie was begonnen met het voorlezen van de namen der Palestijnse slachtoffers. Daarna volgde een hele reeks sprekers zoals dat in mijn tijd ook het geval was als verschillende organisaties samen een demonstratie organiseerden. Ze wilden allemaal hun zegje doen tot vervelens toe terwijl wij dan als revolutionaire massa steeds meer tintelingen voelden in onze vermoeide kuiten. Ook nu was dit het geval. Er stonden dertien sprekers op het programma. Zij sloegen zonder uitzondering een emotionele en verontwaardigde toon aan. Het moorden moest stoppen. En de westerse regeringen dienden hun steun aan het Zionistische regime onmiddellijk te staken.
Alle sprekers letten goed op hun woorden. Zij hadden het zelfs niet over Israëli. De daders waren of de staat Isräel of het zionisme. Of de regering-Netanyahu. Ze deden hun best niet de indruk te wekken dat in Palestina het ene volk tegen het andere volk vocht. Een veel gehoord kernwoord was rechtvaardigheid. Wat Israël deed was in strijd met het internationaal recht en mede daarom misdadig. De Palestijnen hadden het recht aan hun kant, ook al stonden zij alleen. Een spreker riep tot de menigte: "Jullie zijn niet solidair met het verzet. Jullie zijn het verzet". De toehoorders konden hun eerste daad stellen op 22 november en wel door te stemmen op Denk, Bij1 of de SP. De overige partijen gaven geen steek om de Palestijnen. En dus, waarschuwde de spreker, ook niet om jullie. Volgens een woordvoerder van het islamitische centrum de Middenweg was het belangrijkste wapen in deze strijd takbir. Daarmee duidt men de leuze Allahu Akhbar – Allah is groot – aan. Daar hebben de zionisten het niet van terug. In hoc signo vinces dacht ik, in dit teken zul je overwinnen. Dat stond rond het kruis dat keizer Constantinus de Grote in 312 aan de hemel zag staan. Later kwam het terecht op de schilden van de kruisvaarders.
Er was veel dat mij aan stemmen uit Israël deed denken: het gevoel alleen te staan, het gebrek aan serieuze belangstelling voor je lijden, de idee dat je voor je recht vecht en niemand dat wil erkennen. Opnieuw werd duidelijk: de Israëli en de Palestijnen doen elkaar dezelfde verwijten. Er komt alleen een oplossing als ze gevoel krijgen voor de gelijksoortigheid van hun lijden. Dat besef was op de demonstratie nadrukkelijk afwezig. De demonstranten hadden gelijk met hun veroordeling van het geweld en hun eis tot een onmiddellijke wapenstilstand. Maar geïsoleerd kunnen die nergens toe leiden. Palestijnen moeten met de ogen van Israëli leren kijken en omgekeerd. Het zal een titanenkarwei worden dat voor elkaar te brengen. Zeven stappen zijn nodig:
1. Een onmiddellijke gevechtspauze van vijf dagen.
2. Deze gevechtspauze dient onder zware druk van zoveel mogelijk mogendheden uit te monden in een staakt het vuren tussen Israël en Hamas, dat steeds weer wordt verlengd.
3. Een en ander leidt tot een wapenstilstand. Hamas levert de wapens in net zoals de IRA dat deed in Noord-Ierland. Wie dat doet, krijgt verder geen last meer. Dat is onrecht maar een onvermijdelijk onderdeel van zulke vredesprocessen.
4. Israël trekt zich uit de bezette gebieden terug. Daar worden onder toezicht van de Verenigde Naties vrije verkiezingen gehouden. In Israël zelf ook.
5. De soevereiniteit van de staat Palestina wordt door de overige staten in de wereld erkend, ook door Israël.
6. Er komt een vredesverdrag tot stand tussen Israël en de nieuwe staat Palestina. Alle kolonisten worden uit de West Bank teruggetrokken zoals dat aan het begin van de eeuw ook gebeurd is in Gaza. Een internationale vredesregeling heeft als kernpunt dat de grote mogendheden de onafhankelijkheid van beide staten erkennen en beloven op te treden als die in gevaar wordt gebracht. Daarbij keert men zich tegen de agressor en niet tegen de aangevallene.
7. In de grondwetten van beide staten wordt opgenomen dat zij streven naar samen gaan, eerst op economisch gebied, later op staatkundig vlak. Daar zitten geen deadlines aan.
De weg naar een Palestina van de rivier tot de zee is namelijk lang en bochtig. Je zult je regelmatig gedwongen zien langer dan je lief is halt te houden bij verschillende pleisterplaatsen. Helaas is dat niet te vermijden.
Dat dacht ik allemaal maar het zou er bij déze mensen niet gemakkelijk ingaan ook al waren ze nog zo positief ingesteld. Achter een stalletje stonden drie van die meiden uit Duizend en Eén Nacht. Ik kocht er een Palestijnensjaal voor mijn lief. "Mooi geweven katoen", zei ze. "Goed afgewerkt. Het is niet bedrukt, hè. Het patroon is geborduurd." We liepen daarna het oude gemeente-archief van Rotterdam binnen waar een expositie werd geopend. Het was een totale wisseling van sfeer. Van de urgentie naar het beschouwelijke. Maar er was één werk dat rechtstreeks aansloot bij wat ik op de Binnenrotte tussen de demonstranten voelde. De Koerdische kunstenares Astera Mortezai presenteerde een bordspel gebaseerd op het standaardmodel voor politiebureaus dat de Engelsen destijds hadden ontworpen voor het door hen bezette Noord-Koerdistan: architectuur voor onderdrukking. Ze vond de tekening in een rapport uit 1928. De spelers kunnen hun stukken vrijelijk over het bord bewegen. "Voel je je thuis?" vraagt Astera.
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.,
Beluister Het Geheugenpaleis, de wekelijkse podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis. Nu: het vergeten campagnethema.
Naschrift: Op 29 november hebben demonstranten een nieuwe aanleiding om naar Rotterdam te komen. Dat is namelijk de door de VN ingestelde Internationale Dag voor solidariteit met het Palestijnse volk.
En in de Ahoyhal gaat dan tegelijkertijd de tweedaagse Exhibition Defence and Security open. Dat is een vakbeurs voor wapenproducenten en hun klanten. Ook Israëlische bedrijven bieden dan hun producten aan.
De beurs wordt georganiseerd door de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid. Sponsors zijn het Ministerie van Defensie, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (!), Saab en Damen.
Dat zal me wat worden. Vooral omdat zo'n wapenbeurs ongetwijfeld omgeven zal zijn met speciale veiligheidsmaatregelen. Het zijn dit soort evenementen die bovenbazen nerveus maken.
Meld je hieronder aan voor de nieuwsbrief van de Joop redactie die binnenkort van start gaat. Wekelijks ontvang je de beste artikelen, opinies en aanraders in je inbox.