Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Hoe de idioten het voor het zeggen kregen en alles neoliberalisme werd

  •  
12-01-2023
  •  
leestijd 5 minuten
  •  
12949 keer bekeken
  •  
ANP-459814826

Alles is tegenwoordig de schuld van het neoliberalisme. Meestal is dat ook echt zo. Van de problemen in de zorg tot en met de toeslagenaffaire en het institutioneel racisme. Er valt altijd wel iets te herleiden tot het neoliberalisme. Dat klinkt overdreven maar past precies bij het concept. Neoliberalisme is door degenen die het bedachten opgezet als een set ideeën die zich nestelen in de samenleving. Enigszins zoals een religie dat ook doet. Alles en iedereen raakt ervan doordrongen, vaak zonder daar zelf erg in te hebben en het heeft overal invloed op. De kerken hadden vroeger ziekenhuizen, nu zijn die in handen van neoliberalen. Al zal niemand het zo noemen.

Veel mensen denken dat de Britse premier Margaret Thatcher en de Amerikaanse president Ronald Reagan de aanstichters zijn van het neoliberalisme maar dat is niet zo. In hun boek Neoliberalisme, een Nederlandse geschiedenis tonen Merijn Oudenampsen en Bram Mellink aan dat de ideologie veel eerder ontstond en hoe die in Nederland al in de jaren '50 voet aan de grond kreeg.

Het boek is de afgelopen maanden al her en der besproken dus dat ga ik hier niet overdoen. Ik wil het ook niet hebben over zaken als het loon-prijsbeleid dat een belangrijke rol speelt in de geschiedenis van het Nederlands neoliberalisme en dus ook in het boek. Maar ik wil wel enkele gedachten delen die ik tijdens het lezen kreeg. 

Het boek beschrijft een ideeënstrijd. Daar horen zoals altijd allerlei nuances en tegenstrijdigheden bij waar je je gemakkelijk in kunt verliezen maar de schrijvers slagen erin de rode draad vast te houden. Ze laten bijvoorbeeld zien hoe de tegenstand tegen de basisopvattingen van het neoliberalisme langzaam maar zeker werd vermorzeld. Maar bij mij steeg uit het verhaal ook een ander beeld op, dat niet in het boek staat. En dat is niet genuanceerd.

Het traditionele liberalisme vindt dat de overheid zich zo min mogelijk moet bemoeien met economische activiteiten. Het laissez-faire principe. Middels een ‘onzichtbare hand’ zal de markt dan zichzelf regelen als een soort natuurlijk proces. 

Neoliberalen zien dat heel anders, legt het boek uit. "Neoliberalen nemen afstand van het idee van een ‘natuurlijke’ vrije markt. De markt bestaat volgens hen dankzij een overheid die het eigendomsrecht regelt, voorzieningen treft voor internationale handel en waar mogelijk de concurrentiezin aanwakkert."

Het venijn zit vooral in de laatste zin. Alles en iedereen moet met elkaar concurreren. Dat gaat veel verder dan terughoudendheid bij de reguliere handel en economie. Het neoliberalisme wil bijvoorbeeld af van zoveel mogelijk nutsvoorzieningen en de verzorgingsstaat. Concurrentie jaag je volgens de neoliberalen aan door bezitsvorming. In een goede verzorgingsstaat en sociale samenleving is de behoefte aan bezit geringer. Je hoeft dan bijvoorbeeld geen huiseigenaar te zijn om verzekerd te zijn van een goede oude dag. Dat is een obstakel voor het neoliberale ideaal, dus moet de voorraad sociale huurwoningen zoveel mogelijk teruggebracht worden.

De aartsvader van het neoliberalisme, de Oostenrijkse econoom Friedrich Hayek zag de verzorgingsstaat als bakermat van het fascisme. Dat is een absurd idee maar absurde ideeën zijn nu net een kenmerk van het neoliberalisme. Met de aantekening dat ze, mits goed verteld, heel overtuigend overkomen. Dat is nog zo’n overeenkomst met religie. Zo meent Hayek dat crisissen juist goed en noodzakelijk zijn om systemen ‘te zuiveren’. Dat soort denken is spelen met vuur.

In het traditionele liberalisme en andere democratische ideologieën draagt de staat zorg voor de samenleving. In de optiek van de neoliberalen bestaat de samenleving niet. "There is no such thing as society", luidt een beruchte uitspraak van Thatcher. We zijn in die optiek immers allemaal individuen die met elkaar moeten concurreren. En als er geen samenleving is dan heb je ook geen voldoende uitgeruste overheid nodig om die goed te laten functioneren. "Government is not the solution to our problem; government is the problem", zei Ronald Reagan bij zijn inauguratie als president.

De gevolgen zijn bekend. De overheid is door de neoliberale opvattingen dusdanig uitgekleed dat die amper in staat is op crisissen te reageren. Over die gevolgen wordt zoals gezegd nu veel geschreven en gedebatteerd maar het interessante aan het boek vind ik dat je leest hoe het zo ver heeft kunnen komen. 

Hayek was niet geïnteresseerd in verandering langs traditionele weg, door een politieke partij op te richten. Die kan immers weer weggestemd worden. Hij wilde dat de ideeën van het neoliberalisme door zoveel mogelijk partijen omarmd zouden worden. Daarom richtte hij een genootschap op dat het gedachtegoed moest ontwikkelen en verspreiden, de Mont Pèlerin Society. Vernoemd naar een berg in - het zal eens niet - Zwitserland. Dat internationale genootschap richtte zich vooral op het bekeren van  (top)ambtenaren en wetenschappers, die bedenken immers veelal het beleid.

In Nederland slaagde de Mont Pèlerin Society daar wonderwel goed in. Dat was vooral te danken aan de topambtenaar van het ministerie van Economische Zaken Frans Rutten die met een zeker fanatisme de neoliberale ideologie overal doordreef. Het boek laat het onvermeld maar het leven van Rutten kreeg een merkwaardige wending. Na zijn pensionering werd duidelijk dat hij een katholieke godsdienstwaanzinnige was. Hij verkondigde het einde der tijden en reisde naar een berg waar Maria zou verschijnen. Daar verscheen hij zelfs mee op tv. Compleet gestoord.

Bij het lezen vroeg ik me af in hoeverre hij al een waanzinnige was tijdens zijn werkzame leven. Iemand die zich niet laat hinderen door de werkelijkheid. Ook omdat hij niet de enige rare snuiter in het verhaal is. Zo blijkt de hoogleraar Eduard Bomhoff ook een belangrijke aanjager van het neoliberalisme. Hoe verknipt deze kerel was werd duidelijk toen hij begin deze eeuw namens de LPF minister van VWS werd in het eerste kabinet Balkenende. Hij ging zelfs zo ver om tijdens de begrafenis van prins Claus ruzie te maken met zijn LPF-rivaal minister Heinsbroek en het kabinet zo mee te sleuren in de ondergang.

Er duiken meer opvallende namen op in het verhaal. Zo is de Rotterdamse hoogleraar Wim Couwenberg een aanjager. Het boek vermeldt het niet maar dat was in de jaren tachtig de enige academicus die zich verbond aan de extreemrechtse Centrumpartij.

Fortuyn was later ook een nadrukkelijk pleitbezorger van het neoliberalisme, tonen de schrijvers aan. Zijn kritiek op de Paarse kabinetten was niet dat ze neoliberaal waren maar dat ze dat veel te weinig waren. Fortuyn wilde zoveel mogelijk ambtenaren ontslaan en zoveel mogelijk taken overdragen aan het bedrijfsleven. Hij werd een groot deel van zijn leven als een merkwaardige kwibus beschouwd maar nadat hij werd vermoord zijn die ideeën breed in de politiek omarmd. Nieuwe politiek heette dat en iedereen moest er aan geloven.

Soms vraag je je af hoe we beland zijn waar we nu verkeren, met energiecrisis, wooncrisis, zorgcrisis, oprukkend extreemrechts en een machteloze staat. Het boek schetst die weg minutieus en grondig. Ik ga geen poging doen dat beknopt samen te vatten. Het is een serieus wetenschappelijk werk en is terughoudend met oordelen maar toen ik het uit had, wist ik het wel: we hebben geluisterd naar idioten.

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.