Als dit de courante manier van denken wordt, is het ver met Nederland gekomen
Het was een waardige dodenherdenking in onze stad. De burgemeester vestigde de aandacht op de Stolpersteine die voor steeds meer huizen worden gemetseld waar vervolgden zich voor de nazi’s verborgen wilden houden. Hij legde een verband met de tegenwoordige vluchtelingen. Hij noemde in één adem met de Nederlandse gevallenen de slachtoffers van de aanslagen in Istanboel, Ankara, Brussel en Parijs. Hij stelde vast dat wij vastberaden een front moesten maken tegen het terrorisme maar dat wij ons tegelijkertijd als samenleving niet uit elkaar moeten laten spelen. De dialoog blijft essentieel.
Laf en lamlendig Het was maar goed dat Spartacus niet tussen ons in stond. Deze Spartacus is al een hele tijd intellectueel boegbeeld bij GeenStijl. Hij schrijft lange artikelen die van een zekere belezenheid getuigen en ongetwijfeld zou hij in het optreden van onze burgemeester een voorbeeld hebben gezien van de algemene Europese slapheid, die hij meent te detecteren. Ons continent – stelt hij in een speciale bijdrage voor de vierde mei – is te laf en te lamlendig om de joden afdoend in bescherming te nemen. Het biedt niet veel meer dan vage praatjes over dialoog en zo’n wachthuis met politie of marechaussee voor de deur want radicale maatregelen om het kwaad met wortel en tak uit te roeien, die durven we hier niet aan. Daarom kunnen de joden voor hun eigen veiligheid en geestelijke rust beter vertrekken. Als puntje bij paaltje komt, zal Europa hen laten vallen.
Inderdaad is het antisemitisme aan een revival bezig. Het loopt ook nog over in een radicaal anti-zionisme dat niet zal rusten voor de staat Israel vernietigd is. Zo raakt het geestelijk klimaat in Europa vergiftigd. Tegelijkertijd draagt deze vorm van uitsluiting er toe bij dat een behoorlijk compromis waarin met de gerechtvaardigde nationale eisen van de Israeli én de Palestijnen rekening wordt gehouden, verder weg ligt dan ooit.
Geen mens zal dat ontkennen. Het gaat dan ook niet om de feiten maar om wat Spartacus daarmee doet. Hoe hij ze kneedt om de lezers zijn ideologie op te dringen.
Laffe zak hooi Spartacus definieert dit antisemitisme/antizionisme in zijn moderne vorm eerst als een eigenschap van islamitische minderheden. Dan vervolgt hij: “1. De moderne Europeaan is er eentje die problemen liever ontkent dan deze confronteert. De koude burgeroorlog-achtige taferelen die hand in hand gaan met het groeien van de Europees-islamitische gemeenschap, worden toegeschreven aan het gebrek aan stageplaatsen, en het is sowieso altijd onze eigen schuld. Er wordt geen mentale gymnastiek geschuwd om te ontkennen dat er daadwerkelijk een wezenlijke verandering op moet treden, voordat de situatie verbetert. Kortom: de moderne European is een laffe zak hooi, en zijn oplossingen zijn even toereikend als een natte handdoek na een koude douche. 2)Veel Europeanen voelen, als het erop aankomt, niet genoeg sympathie voor hun joodse-streepje-medelanders om hun hand ervoor in het vuur te steken”
Hierna geef Spartacus zijn visie op het verschil tussen joden en moslims. Joden zijn een productieve minderheid en moslims zijn een improductieve minderheid. Sommige joden kleden zich misschien wel vreemd maar ze zijn allemaal gezagsgetrouw en leveren een bijdrage aan de economie. Islamieten ontbreekt het aan ijver en loyaliteit. Allemaal. Omdat zij islamieten zijn. Daarom.
“Als Europa toestaat dat haar joodse minderheid door islamitische jodenhaat verdreven wordt, betekent dit dat haar realiteitstoetsing fundamenteel defect is. Immers, het verkiest dan een (deels) subversieve en (deels) onrendabele minderheid die tot voor kort geen deel van Europa uitmaakte, boven een bijna zonder uitzondering rendabele, loyale en niet-subversieve minderheid”.
Wij zien hier hoe goede en slechte eigenschappen niet worden toegeschreven aan individuen maar aan groepen en geografische begrippen. Europa is slap, joden zijn rendabel (en, poneert Spartacus elders ook nog heel intelligent, wat trouwens gevaarlijk dicht in de buurt komt van het antisemitische cliché over de superslimme joden die met hun lobby iedereen weten te manipuleren, maar dit ter zijde). Moslims daarentegen zijn onrendabel en bovendien anti-semitisch. Het is een manier van redeneren die we uit de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw kennen. Toen waren het juist de joden die als onrendabel en parasitair werden aangeduid. Zij kostten in die redenering het (gast)land meer dan zij opleverden en beroofden zo het autochtone volk van zijn levenskracht. Nu krijgen de moslims die rol collectief toebedeeld. Het doelwit is anders. De ideologische pijl is dezelfde. Men associeert iedereen die tot een gewraakt onderdeel van de bevolking behoort, met het kwaad.
De term (gast)land is van Spartacus zelf . Hij gebruikt die term overigens net zo goed als hij het over joden heeft. Zij zijn wat hem betreft ook te gast. Net als de moslims. Kennelijk vallen de burgers van een land naar Spartacus’ idee in twee categorieën uiteen, zij die er thuis horen en zij die maar te gast zijn.
De meest heroïsche keuze Waar moeten de joden heen? Spartacus stelt vast dat “de joodse binding met deze (nl. de Nederlandse) grond maar oppervlakkig is”. Gelukkig aarden zij overal wel. Dat is – meent Spartacus – maar goed ook. De Nederlandse grond is immers onbetrouwbaar. Uiteindelijk hoopt hij dat de joden hun hart zullen volgen. Dan komen zij in Israël terecht. Zijn zij daar beter af? Nee. “Met een aanstaand nucleair Iran is Israël de onveiligste van de genoemde keuzes. Maar wel de meest heroïsche, de meest romantische bovendien. Het is onwaarschijnlijk, maar stel, Israël valt, en het Israëlische volk vergaat. Dan sterven de joden daar in hun eigen staat, met een overheid en krijgsmacht die voor ze door het vuur gaat. Geborgen, zonder enig compromis hun joodse zelf, met een leeg magazijn, de wijsvinger op de trekker en een gesmolten loop. Een heldendood, niets minder.” Ze’ev Jabotinsky, de geestelijke voorvader van Bibi Netanyahu, had het niet beter kunnen formuleren. Toch roept Spartacus’ tekst ook andere visioenen op: huilende sirenes, kanongebulder en een verwoest Berlijn waar het Duitse volk met een Sieg Heil op de lippen en de laatste pantservuisten in de hand zijn onvermijdelijke lotsbestemming tegemoet gaat, de Götterdämmerung die verliezende volkeren volgens Hitler hadden verdiend.
Erfzonde De burgemeester had het bij het monument van onze stad over mensen, over slachtoffers en over verantwoordelijken . Hij beoordeelde ze niet op hun afkomst maar op wat hen stuk voor stuk overkwam, wat ze deden of wat ze nalieten. Door te wijzen op die Stolpersteine met steeds de naam van zo’n vervolgde erop maakt hij slachtoffers weer tot individuen, nadat zij door hun doodsvijanden, de nazi’s, tot onderdeel van een groep waren gemaakt, die in hun ogen het kwaad vertegenwoordigde. Spartacus heeft het over schuldige groepen. Je draagt de erfzonde van de groep bij wie hij je indeelt. Eigen rol of keuze doen er niet toe. Het gaat om je categorie. Vooral als je land zoals hij het formuleert een (gast)land is. Dat bepaalt in eerste instantie je lotsbestemming. Voor je het weet ben je op etnische of religieuze gronden een ongenode gast. Daar spookt ook nog het koortsachtig droombeeld van de heroïsche ondergang der helden doorheen.
Waarom verdient dit betoog van Spartacus zoveel aandacht? Omdat het door het meest gelezen blog van Nederland als diepgaande en passende bijdrage voor de vierde mei wordt gepresenteerd. Het is in het Nederland van 2016 salonfähig. Als dit de courante manier van denken over mensen wordt, dan is het ver met Nederland gekomen.
Lees hier het volledige stuk van Spartacus op GeenStijl en lees hier de toespraak van de burgemeester