Dames op leeftijd achter marktkramen en tapkasten begroetten iedereen zonder onderscheid des persoons met 'lieverd' of 'lieve schat'
Rutger Groot Wassink, wethouder Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering van Amsterdam, stoort zich aan het taalgebruik van de gemeente. Dat is niet inclusief. Hij wil daarom een commissie benoemen om dit probleem onder de loep te nemen. Zo kunnen woorden en zinsneden waardoor burgers zich uitgesloten voelen, worden geschrapt en veranderd. Ook overweegt men het benoemen van sensitivity readers , die met de rode pen de hoofdstedelijke teksten controleren. Tenslotte moet het gemeentepersoneel danig gesensibiliseerd worden. Daar gaat iemand een heel stevig bonnetje over uitschrijven. Wat ik je brom.
In heel Nederland lijden gemeentes onder groot geldgebrek. Het Amsterdamse college zal dan ook blij zijn met onderstaande gratis suggesties, die het netelige probleem oplossen van de terminologie waarmee mensen op inclusieve wijze worden aangeduid en aangesproken. De termen ‘geachte heer’ of ‘geachte mevrouw/heer’ en varianten daarop zijn natuurlijk uit den boze. Dat begrijpt een kind nog wel. Het in politieke kringen gesuggereerde alternatief ‘Amsterdammers’’ is net zo goed onbruikbaar omdat het tot ongewenste insluiting leidt, wat net zo erg is als uitsluiting. Denk bijvoorbeeld aan forenzen en dagjesmensen die bezwaar maken tegen een parkeerbon. Zij zijn geen Amsterdammers en wensen ongetwijfeld ook niet zo te worden genoemd. Men laat in de hoofdstad al genoeg merken dat men de rest van de wereld als het eigen achterplatje beschouwt.
Toch ligt een goede oplossing voor de hand. Men hoeft slechts terug te grijpen op het recente verleden. Een halve eeuw geleden zat ik vanwege mijn studie een tijd in Amsterdam Noord. Wonen in de hoofdstad was toen voor gewone mensen nog betaalbaar zodat in buurten als de binnenstad, de Jordaan en De Pijp geboren Amsterdammers de grote meerderheid vormden. Bakfietsenvolk met dikke salarissen zag je nergens, al was het juist in deze jaren meen ik dat prof. Paul Scheffer op de Hemonylaan ging wonen waar hij weldra zijn eerste Marokkanen tegen het lijf moet zijn gelopen.
Hoe dan ook, het merendeel van de mensen sprak van huis uit Amsterdams. Dames op leeftijd achter marktkramen en tapkasten begroetten iedereen zonder onderscheid des persoons met ‘lieverd’ of ‘lieve schat’. Zij waren wat dat betreft mentaal eenentwintigste eeuwers want een meer inclusieve aanspreekvorm bestaat niet. Wethouder Groot Wassink zou er dan ook goed aan doen deze twee termen als aanhef voor te schrijven in alle gemeentelijke correspondentie.
Nu zegt U: er zal maar Lieverds staan boven de afwijzing van je bezwaarschrift Hoe komt dat over?” Antwoord: “En gedachte heer/mevrouw” dan? Dat ‘geachte’, dat quasi beleefde? Is dat soms niet hypocriet?”. Het heeft wel iets als je te horen krijgt: “Lieve schat, dat fout parkeren gaat je geld kosten!”.
Anderen vinden deze aanspreekvorm wellicht te gemeenzaam. Zij reageren: “Hebben wij soms samen op de bewaarschool gezeten?”. Antwoord: “Amsterdammers zijn voor gelijkheid. Zij doen in hun onderlinge contacten altijd alsof ze met elkaar op de bewaarschool hebben gezeten. De gemeente volgt.” Besef wel dat Rutger Groot Wassink, die dit allemaal op de agenda plaatst, niet alleen wethouder van diversiteit is maar ook van democratisering.
Brieven aan burgers worden altijd min of meer persoonlijk geformuleerd. Je hebt dan nooit uitsluitende voornaamwoorden in de lijdende of meewerkende vorm nodig, zoals hem of haar, want het is steeds U, Uw, jullie, jij, jou of jouw, die allemaal genderneutraal zijn. Daarmee is toch zeker 95% van de gemeentelijke teksten gedekt.
Blijven over de nota’s, brochures en websiteverhalen. Die moeten duidelijk zijn maar je hoeft er niet de Nobelprijs voor de Literatuur mee na te streven. Gebruik zoveel mogelijk het meervoud want dan heb je een ruime keus aan insluitende terminologie. “Burgers dienen hun vuil scheiden. Hen wordt aangeraden dit zoveel mogelijk thuis al te doen en niet bij de afvalbakken.” Of: “Witte transgenders gebruiken maar al te vaak gewild of ongewild hun privilege als zij vooraan de stoet de stad in trekken. Het is de taak van de overheid hen (of: deze mensen) daarop te blijven wijzen.” Een kind kan de was doen. Inclusief taalgebruik hoeft niet veel te kosten als men maar wil. Let op dat men. Ook een hele goeie om te onthouden voor de Groot Wassinkianen.
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de kwestie rond het Groninger aardgas evenmin.