William Haseltine, een vooraanstaande Amerikaanse onderzoeker naar HIV/AIDS en het menselijk genoom, is pessimistisch over de snelle ontwikkeling van een coronavaccin. Tegenover persbureau Reuters wijst hij erop dat een goede bescherming van de slijmvliezen in de neus telkens een groot probleem is gebleken bij de ontwikkeling van vaccins tegen andere coronavirussen. Ook nu lopen wetenschappers daar tegenaan, meldt de NOS :
"Onderzoekers die in Oxford werken aan een coronavaccin hebben tegenslag. In de neuzen van gevaccineerde resusaapjes werden evenveel virusdeeltjes aangetroffen als in niet-ingeënte dieren. Dat is precies wat een goed vaccin moet voorkomen, dat een virus het lichaam kan binnendringen."
Het Oxford-vaccin en andere experimentele vaccins voorkomen een infectie niet, maar zorgen er wel voor dat de longen het minder zwaar te verduren krijgen. Hoewel Haseltine meent dat het mogelijk is om een vaccin te ontwikkelen dat een besmetting met Covid-19 kan voorkomen, zegt hij ook: “Ik zou er niet op rekenen.”
Haseltine ziet meer in het opsporen van besmettingen, het isoleren van het patiënten, het dragen van mondkapjes, handen wassen en afstand houden. Volgens hem zijn China, Zuid-Korea en Taiwan het beste geslaagd in deze strategie. De Verenigde Staten, Rusland en Brazilië bakken er daarentegen niets van.
Parallel met AIDS-crisis In een vorige week gepubliceerd opiniestuk trekt Haseltine een parallel tussen en de coronacrisis en de AIDS-crisis van 35 jaar geleden. Bij beide pandemieën riepen politici aanvankelijk dat er geen reden tot zorg was. Het gevaar werd gebagatelliseerd, met als gevolg dat er niet op tijd maatregelen werden genomen om sterfte te voorkomen.
Door de SARS- en MERS-uitbraken van 2003 en 2012 wisten we dat een gevaarlijke corona-uitbraak mogelijk was, maar beleidsmakers deden niets met die kennis, stelt Haseltine. “Hoewel er bij SARS en MERS op het hoogtepunt van de uitbraak geld beschikbaar werd gesteld voor een oplossing, droogden de fondsen al snel weer op als de aanvankelijke paniek weer voorbij was. Veelbelovend onderzoek werd voortijdig afgebroken.”
Een vaccin voor HIV/AIDS is er nooit gekomen, maar Haseltine meent dat we wel kunnen leren van de manier waarop we het HIV-virus inmiddels onder controle kunnen krijgen: met behulp van een cocktail aan antivirale middelen. Vergelijkbare geneesmiddelen moeten volgens Haseltine worden ontwikkeld om de belangrijkste enzymen in het coronavirus af te remmen.
“Als we niet nu in actie komen om deze geneesmiddelen te ontwikkelen, schieten we tekort tegenover de meest kwetsbaren in ons midden. We schieten ook tekort tegenover toekomstige generaties, omdat het slechts een kwestie van tijd zal zijn voor er een nieuw coronavirus komt dat nog veel dodelijker en besmettelijker zal zijn.”