Die woorden ontnemen mij eigenlijk al bij voorbaat de zin om binnen te treden. Bijzonder onwelkome woorden, equivalent aan: Wegwezen! GeenPin, GeenZin! Hier waakt de hond! Onbegrijpelijk ongastvrije woorden ook voor iedere ondernemer die graag een kassa-aanslag maakt. Het voorrecht van leven in een democratie is dat je als burger allerlei keuzes worden gelaten, heel veel MAG. En daar ligt de basis aan de afkeer voor dat nare zinnetje: Hier alleen pinnen. Laat de winkelier ons de keuze; Hier MAG u of ‘Wij prefereren’, dan ben ik de beroerdste niet. Waarom zou men tenslotte? Maar ‘Hier alleen pinnen’ zegt: U MOET. Hier is uw geld ongewenst. Zonder pinpas verboten. Het heeft iets uitsluiterigs. U moet zich een beetje schamen hier nog met papier en munten aan te komen zetten. Is geld vies? Sommigen verdedigen het standpunt ‘Pin Only’ dan ook met het Covid-argument. Lieve mensen, het is sinds jaar en dag bekend (al jaaaren voor Corona) dat geld en uw toetsenbord bron zijn van de meeste bacteriële viezigheid. Van dat verfrommelde, gore tientje van de markt is echter nog nooit iemand dood gegaan.
Pinnen is uitgevonden voor grote uitgaven. Koelkasten, tv’s, smartphones, ‘tuurlijk is het dan handig geen pak contanten in te leveren. Probleemwijken met hoge criminaliteitscijfers, uiteraard pinnen we daar ‘only’. En dat eenzame pannekoekenhuisje diep in het bos, die gaan we natuurlijk ook niet lastig vallen met onze principes. Maar bij een bakker in een drukke winkelstraat? Een zwembad? Allerlei hippe koffietentjes midden in de stad? Daar is dus helemaal geen sprake van die altijd maar weer gebruikte dooddoener ‘Voor de veiligheid’, dat is puur voor het ondernemersgemak. Ook het argument om de jattende medewerker op deze manier te ontmoedigen is een drogreden. Creatieve dieven stelen immers altijd, is het geen geld dan wel goed.
Een boycot lijkt het enige middel tot gedwongen introspectie.
Bij de introductie van ‘Pinnen’ meldde een sticker bij veel kassa’s overigens; ‘Klein bedrag, Pinnen mag’. Kijk dat was aardig van de middenstand.
Hier hoefde ik mij niet opgelaten te voelen om voor die paar euro te pinnen.
Dat dat geheel is doorgeslagen in ‘Eigenlijk bent u gek dat u niet pint’ is te gek voor loslopende woorden en ‘Hier niet pinnen’ de brutale overtreffende trap. Nu ziet men aan de kassa mensen een tasje van tien cent pinnen…
De stevig pushende rol van de banken is evident maar een klein beetje zelfstandige bepaalt natuurlijk fijn zélf hoe hij zijn kassa beheert.
Geef toe, wat is er nou gezelliger dan een broekzak met kleingraaigeld waar je nog nét dat ene zakkie drop van kan kopen of die aardige fooi uit kan geven, zakgeld aan je kind of of…Nou ja, voor de efficiënten onder ons zal dit klinken als dronkenmansgebral. Jammer dan, zij hebben vast veel liefde in hun jeugd gemist.
Inmiddels is er een kleine tegenbeweging gaande. Bij sommige winkeliers prijkt een dapper bordje naast de kassa ‘Only Cash’, geflankeerd door een afbeelding van Johnny Cash. Hulde. Uiteraard bedien ik mij ook van het gemak van het Digitale wonder dat juist is gecreëerd om het Analoge wezen van de mens ten dienste te staan. Een mens is geen verzameling ‘ééntjes en nulletjes’.
Daar manifesteert zich ook het drama van de Digibeet en alleen al daarom zouden die twee wegen áltijd parallel moeten lopen. Dat geldt dan uiteraard niet uitsluitend het betalingsverkeer maar de gehele maatschappij.
Ondertussen: Cash rules! Pinnen kán.