Ambtenaren bij het Rijk zijn een stuk beter af dan werknemers in het bedrijfsleven. Wat maakt hun positie zo anders?
De affaire over mogelijke sociale onveiligheid van de medewerkers van de Tweede Kamer onder voormalig Kamervoorzitter Arib geeft voor werknemers in het bedrijfsleven een mooi inkijkje over de arbeidsvoorwaarden en rechtspositie van deze ambtenaren. Zeker als dat wordt vergeleken met de arbeidsomstandigheden met werknemers in de marktsector.
Terwijl Nederland afstevent op een economische recessie en lage en middeninkomens geplaagd worden door fikse geldzorgen over de vraag hoe ze de komende tijd financieel door zullen komen speelt zich in Den Haag al een tijd een soort politieke soap af van ontvangen anonieme meldingen over een onveilig werkklimaat. Waarbij ambtenaren elkaar tegenspreken en de voorzitter van de ondernemingsraad en de griffier inmiddels hun taak hebben neergelegd. Met behoud van hun salaris! Voor iedere werknemer in het bedrijfsleven en in organisaties die met gemeenschapsgeld gefinancierd worden, zoals de zorg, politie leger en onderwijs een wel zeer riante arbeidsvoorwaarde. Je functie niet meer vervullen als griffier en wel maandelijks een bedrag van 11.000 euro bruto opstrijken. Dan behoor je wel tot een heel geprivilegieerde groep van werknemers.
Bijna iedere werknemer heeft ooit wel eens bij een werkgever moeten functioneren onder slechte arbeidsomstandigheden. Dan doel ik niet alleen op een slechte betaling maar vooral op een aanwezige angstcultuur, een narcistische baas en een meer of minder onveilig sociaal klimaat.
Het gezegde luidt niet voor niets “waar gewerkt wordt worden fouten gemaakt.” Dat kan dus ook betrekking hebben op de feitelijke arbeidsomstandigheden en het sociale klimaat in een organisatie.
Voor iedere burger is inmiddels door de vele media aandacht over de vermeende sociale onveiligheid voor het personeel van de Tweede Kamer duidelijk geworden dat er in de arbeidsomstandigheden veel mis is dat vraagt om een bewezen goede oplossing in dit soort situaties. Zoals men gewend is in het bedrijfsleven. Een fikse reorganisatie van dit bedrijfsonderdeel met een nieuwe leiding en Tweede Kamervoorzitter die schoon schip maken en dit voor de Tweede Kamer belangrijke bedrijfsonderdeel snel weer goed laten functioneren. Dan kunnen alle Tweede Kamerleden zich volledig bezig houden met zaken die belangrijker zijn en zich ook eens buigen over de vraag waarom tekortschietende (top)ambtenaren niet gewoon zoals in het bedrijfsleven ontslagen worden als ze incompetent zijn voor de functie die ze vervullen. Wat maakt hun positie zo anders in vergelijking met andere werknemers?
Het zou de griffier van de Tweede Kamer sieren als ze niet alleen haar taak had neergelegd maar ook haar ontslag had genomen. Je taak neerleggen en een riant salaris blijven opstrijken geeft voor iedere niet-ambtenaar in Nederland die hard werkt in ook een sociaal onveilige omgeving een uiterst naar gevoel van een niet uit te leggen ongelijkheid tussen de arbeidsomstandigheden van rijksambtenaren en hen.
Over het blijven rouleren van hoogbetaalde rijksambtenaren binnen de rijksoverheid die tekortgeschoten zijn in voormalige functies zou de Tweede Kamer beter een uitgebreid debat kunnen houden dan het blijven doormodderen over de kwestie Arib.