Wordt het voor de klanten geen tijd Het Zilveren Kruis eens aan te pakken?
Het Zilveren Kruis heeft zijn klanten een klemmende reden gegeven nog eens goed te overwegen of zij wel bij deze zorgverzekeraar willen blijven. Het vergoedt praktijkondersteuners van huisartsen niet langer met een vast bedrag maar op declaratiebasis. Vastgesteld is bovendien dat gesprekken van deze ondersteuners met patiënten niet langer dan een half uur mogen duren. Daardoor komt de positie van deze voor huisartsenpraktijken zo belangrijke functionarissen op losse schroeven te staan. Dit flikt Het Zilveren Kruis middenin een nieuw hoogtepunt van de coronacrisis. Dat geeft blijk van een zekere blindheid bij de leiding.
Het Zilveren Kruis bewaart uit het verleden een uitstekende reputatie. Ooit bestond er een tweedeling in de gezondheidszorg. Lager betaalden waren verplicht verzekerd bij het ziekenfonds. Wie bijvoorbeeld draaier was bij een scheepswerf, bouwvakker of drukker hoefde zich om ziektekosten niet te bekreunen. Die waren gedekt. De werkgever trok de premie af bij de berekening van het netto loon en maakte die aan het ziekenfonds over.
Als je inkomen een bepaald niveau oversteeg, dan viel je buiten het systeem en moest je zelf een zorgverzekering afsluiten. Je werd dan, zoals het heette, particulier. Het was net als met huizen: beneden een bepaald inkomen kon je – na lang wachten – in aanmerking komen voor een woningwetwoning. Anders was je aangewezen op de vrije sector. De keuze was ruim en een van de aanbieders was het Zilveren Kruis, een initiatief van de organisatorisch begaafde Woerdense huisarts Frans Schrijver. In 1949 ging deze zorgverzekering van start als stichting zonder winstoogmerk. Daardoor konden de premies laag blijven, zo betoogde dokter Schrijver.
Als vrouwen elkaar de ogen uit wilden steken, zeiden ze: “Me zoon is dus particulier”, maar alles overtreffend was de mededeling: “Me zoon is geopereerd. Natuurlijk heb hij klas gelegen”. Hij had dan vanwege zijn status als particulier een aparte kamer gekregen in het ziekenhuis. De fondsverzekerden lagen op zaal. Zij moesten bij de dokter op het ochtendspreekuur aanschuiven. Particulieren konden een afspraak maken.
Dit nadrukkelijke standsverschil in de gezondheidszorg is gedurende de laatste decennia van de twintigste eeuw wel steeds meer vervaagd. In 2006 voerde VVD-minister Hans Hoogervorst het huidige stelsel in. Sindiens is iedereen om zo te zeggen particulier. Wie vroeger in het ziekenfonds zat en door de hoge premies in de problemen dreigde te komen, kreeg zorgtoeslag. De klassieke ziekenfondsen verdwenen van het toneel. Het Zilveren Kruis bleef bestaan. De traditie en de geest van oprichter dokter Frans Schrijver zijn echter volledig teloor gegaan.
Tegenwoordig is Zilveren Kruis – naast bijvoorbeeld Interpolis en Centraal Beheer – een merk van de BV Achmea, de grootste verzekeringsmaatschappij van Nederland. Volgens de eigen website is het een multinational met in 2020 een omzet van 20 miljard euro en een resultaat van 630 miljoen. Rabobank is voor 30 procent eigenaar, de Vereniging Achmea voor 64 procent. Als eerste taak noemt deze vereniging “erop toezien dat het bedrijf op korte en lange termijn financieel gezond blijft en waarde toevoegt”. Ook behartigt men de belangen van de miljoenen ‘klantleden’ want wie iets begint met Achmea wordt zogenaamd lid.
De democratie viert niet direct hoogtij: stemgerechtigde leden worden aangewezen door het bestuur. Dat daarbij de klanten wel eens uit het oog worden verloren blijkt uit het feit dat Achmea 800.000 woekerpolissen kon verkopen zonder dat de vereniging ingreep. In 2020 noemde de rechter dat ongerechtvaardigde verrijking. De slachtoffers moeten schadeloos worden gesteld.
Het hoeft geen nader betoog: de aanval van Het Zilveren Kruis op de praktijkondersteuners van de huisartsen is geen bedrijfsongeval maar een zakelijke beslissing die de mentaliteit van moederbedrijf Achmea haarscherp illustreert. Het durft dan wel te pronken met oude idealen en een ‘coöperatieve achtergrond’ maar het is gewoon een uitgekookte verdienmachine.
Wilt U die mede aan de gang houden?
Voor het overige ben ik van mening dat het toeslagenschandaal niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de affaire rond het Groninger aardgas evenmin.
Beluister Het Geheugenpaleis , de podcast van Han van der Horst en John Knieriem over politiek en geschiedenis.