De nationale veiligheidsadviseur van de Verenigde Staten, John Bolton, heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie vorig jaar september gevraagd welke opties er zijn om Iran militair aan te vallen. Zo’n offensief had een reactie moeten zijn op een mortieraanval in de diplomatenwijk van Baghdad, de Iraakse hoofdstad. Bij die gebeurtenis, in de buurt van de Amerikaanse ambassade, raakte niemand gewond. De daders maakten deel uit van een groep die wordt gezien als gelieerd aan Iran.
Bolton zag er kennelijk een kans in om zijn oude obsessie van stal te halen: een oorlog tegen Iran. Medewerkers in het Witte Huis en het Pentagon (de naam van het gebouw waar het ministerie van Defensie haar kantoor heeft) verbaasden zich over de lichtzinnige manier waarop Bolton over militair ingrijpen begon. Een voormalig medewerker zei tegen de Wall Street Journal: “Mensen waren geschokt. Het was verbijsterend hoe er werd gesproken over het aanvallen van Iran.”
Het is onduidelijk of er aan Boltons verzoek is voldaan, of Trump er van wist en of plannen voor een oorlog met Iran op dat moment of al eerder waren bedacht. Een woordvoerder van de Nationale Veiligheidsraad liet weten dat er continu wordt gedacht aan manieren om de Amerikaanse ambassade en het consulaat in Basra veilig te houden.”