De feiten vertellen een ander verhaal: het waren managers en advocaten. Ze kwamen niet uit de ghetto’s en de trailer parks maar uit suburbia.
Zo langzamerhand wordt er steeds meer duidelijk over de achtergrond van het geteisem dat – aangevuurd door Trump – zo huis hield in het Amerikaanse Capitool. Op de beelden, die ze zelf zo massaal verspreidden en nu trachten te wissen, zagen ze eruit als leden van de onderklasse. Ze droegen slordige baarden en baseballpetjes. De vrouwen leken wel rechtstreeks uit een of ander trailer park te komen. Exact wat je zou verwachten: vooruitgangsverliezers die het slachtoffer zijn van de globalisering, de voorhoede van het precariaat dat met kleine baantjes en korte contractjes in goede tijden net het hoofd boven water kan houden. Het was het soort onderklasse dat bij ons Wilders en de PVV zo’n stevige politieke bestaansbasis geeft.
De feiten vertellen een ander verhaal: het waren managers en advocaten. Ze kwamen niet uit de ghetto’s en de trailer parks maar uit suburbia. Het waren stuk voor stuk nette mensen die nu hun burgermansbestaan bedreigd zien door justitiële vervolging en ontslag want het is slecht voor het imago van het bedrijf als je opstandelingen in dienst hebt en in de Verenigde Staten geldt het principe the boss hires and fires.
Zo worden er vraagtekens gezet bij een belangrijk geloofsartikel: het zijn de tokkies die op Trump, Wilders, Le Pen, Bolsonaro en vul verder maar in stemmen. Dat is au fond heel beledigend voor mensen die de hele dag bezig zijn de eindjes aan elkaar te knopen. Zij worden zonder meer in verband gebracht met politieke kannengieters en rattenvangers. In werkelijkheid spreken populistische leiders kiezers aan, die juist wel iets te verliezen hebben: haatdragende kleinburgers, die om de een of andere manier hun comfortabele leven bedreigd zien. Ze merken hoe aan alle kanten hun maatschappelijke vooroordelen onderuit gehaald worden terwijl die bij elkaar toch zo’n prachtige bundel drogredenen vormden op grond waarvan zij het wel goed hoorden te hebben en anderen juist niet. Daar worden ze boos van. Dan gaan ze voor Wilders, voor Thierry Baudet, voor Donald Trump.
In de jaren dertig van de vorige eeuw schreef de historicus en literair recensent Menno ter Braak een essay over een vergelijkbaar verschijnsel uit zijn tijd, Het Nationaalsocialisme als Rancuneleer. Hij liet dat voorafgaan door een gedicht van de dichter George Kettman jr., wiens woorden één op één de mentaliteit weergeven van het gajes dat het Capitool ontwijdde, want gajes blijft het natuurlijk wel. De in het gedicht genoemde persoonlijkheden waren vooraanstaande intellectuelen en schrijvers die waarschuwden tegen het nationaalsocialisme.
"
Gij likt uw fulpen huid zoo wijs tevreden,
als dikke poezen zit gij in de zon
– Ter Braak en Donker, Poels en Du Perron –
en droomt van schotels melk en teederheden.
Men strijkt u gaarne langs de hooge ruggen,
gij rekt u, streelt en gaapt – gij zijt zoo wijs
en voelt u lekker in dit paradijs:
de tragen moeten prooi zijn van de vluggen.
Maar nauw’lijks hoort gij òns, of – God beware,
het oog loenscht groen met rechte dunne spleet
– gij bláást omdat gij u verraden weet
– wij weten hoe de duiven naar u staren!
Gij laat uw staarten als met stekels zwellen,
haalt al uw nagels uit het week foedraal
en sist ons aan – fèl anti allemaal,
want ons bedriegt gij niet met uwe zachte vellen.
Gij – op ’t fluweel als heele potentaten –
zijt al door Moskou voor de jacht gehuurd;
weet dit: het heeft den langsten tijd geduurd,
dan komen wij – wij durven jullie haten!
"
Men strijkt u gaarne langs de hooge ruggen, gij rekt u, streelt en gaapt – gij zijt zoo wijs en voelt u lekker in dit paradijs: de tragen moeten prooi zijn van de vluggen.
Maar nauw’lijks hoort gij òns, of – God beware, het oog loenscht groen met rechte dunne spleet – gij bláást omdat gij u verraden weet – wij weten hoe de duiven naar u staren!
Gij laat uw staarten als met stekels zwellen, haalt al uw nagels uit het week foedraal en sist ons aan – fèl anti allemaal, want ons bedriegt gij niet met uwe zachte vellen.
Gij – op ’t fluweel als heele potentaten – zijt al door Moskou voor de jacht gehuurd; weet dit: het heeft den langsten tijd geduurd, dan komen wij – wij durven jullie haten!
“Moskou” is niet meer actueel. Plaats er Soros, de grachtengordel of de elite voor in de plaats en je bent in 2020.
In zijn betoog stelt ter Braak:
"“Het is een beweging, waarvan de inspiratie voortkomt uit de rancune, of, als men wil, het ressentiment; twee termen, die ongeveer hetzelfde gebied bestrijken, wier beteekenis voor de cultuur echter zelden in vollen omvang wordt gewaardeerd.”"
Voor het hedendaagse Trumpisme, voor de Baudettianen, het Wildersvolk en de Nanninga-adepten geldt mutatis mutandis hetzelfde. De brandstof voor de extreemrechtse motor is ressentiment, verongelijktheid, de ander niets gunnen, likken naar boven en trappen naar beneden, de hekel aan iedereen die de bekrompenheid van jouw levensstijl doorbreekt. De maatschappijkritiek waarin de hedendaagse populisten grossieren, is alleen maar een middel om die diep liggende haat, die onvrede, vorm te geven. Wie maatschappelijke misstanden wegneemt, pakt daarmee niet de rancune en het ressentiment weg, het eeuwig zoeken naar zondenbokken om die de schuld te geven van de eigen onvrede.
Kijk maar naar de lui die op de vloer van het Capitool scheten: baasjes waren het, ondernemertjes, leden van het middenkader. Ze toonden een paar uur lang hun ware aard en deelden dat met de wereld: het geteisem van de geest. Ook in Nederland is dit rijkelijk vertegenwoordigd: niet in de wederopbouwflats maar juist in de rijtjeshuizen en op de buurtbarbecues. “De ander leeft er maar op los”, schelden zij. “Die krijgt gratis geld van de overheid, een huis en een keuken met een Miele. Wie mag dat betalen? En ik maar werken. En zij maar kladschilderen en champagne drinken op de recepties van de NPO. Wij zijn het, wij worden hier gediscrimineerd! Wij komen nergens voor in aanmerking.”
Lees hier Het Nationaal-socialisme als Rancuneleer. Het kost niks mensen, het is gratis.