De afgelopen jaren hebben we een veelvoud aan misstanden gezien door een opeenstapeling van bureaucratisch wanbeleid. Het aantal gedupeerden begint in de miljoenen te lopen en het einde lijkt niet in zicht. Sterker nog, vrijwel ieder nieuw opengetrokken overheidsdossier toont nieuwe wantoestanden. Onder deze kwesties liggen niet alleen moreel twijfelachtige grondslagen, maar ook economische misvattingen.
De voorbeelden zijn inmiddels voor iedereen bekend. Bij de toeslagenaffaire werden slachtoffers constant van het kastje naar de muur gestuurd. Zelfs het herstel loopt spaak terwijl de bijkomende kosten de pan uitrijzen. Groningse belangen zijn - volgens de parlementaire enquêtecommissie - structureel genegeerd zodat de gaskraan open kon blijven. De (ouderen)zorg is constant onderhevig aan beleidsveranderingen waardoor de zwakkeren in de samenleving zich door een doolhof van papierwerk moeten werken voordat ze de benodigde hulp krijgen. Dan hebben we het nog niet over bijvoorbeeld long-covid patiënten gehad, laat staan over de opvang van asielzoekers.
In bovenstaande voorbeelden is een duidelijk patroon te ontdekken: het gaat om relatief minderbedeelden die steevast met argwaan bekeken worden en zich constant moeten verantwoorden. Iedere euro die hier naartoe gaat moet en zal gerechtvaardigd zijn. Tegelijkertijd worden ze ondergeschikt gesteld aan economische belangen. Het is ironisch dat juist deze benadering de schandalen gedeeltelijk heeft veroorzaakt. Zo was de Bulgarenfraude een reden voor de toenemende strengheid rondom toeslagen. Ondanks dat deze oplichting uiteraard volledig is af te keuren, heeft het ons relatief erg weinig gekost (al helemaal als u nagaat dat de reparatiekosten naar aanleiding van de kinderopvangtoeslagen de zeven miljard al gepasseerd zijn).
Er lijkt een soort impliciet neoliberaal idee van kracht dat armeren alles aan zichzelf te danken hebben, en dus geen extra hulp verdienen - ze zullen de boel namelijk belazeren als ze de kans krijgen. Deze achterdocht tegenover degenen die het relatief moeilijker hebben is ethisch gezien erg dubieus. Maar ook wanneer we een economische kosten-batenanalyse op deze houding loslaten is die betwistbaar, zeker als we de kwestie omdraaien.
Want naast het feit dat u zich geregeld kan afvragen hoe ‘verdiend’ enorme geldsommen zijn, wordt er door vermogenden ook heel veel geld verdoezeld. Zo was er in 2015 volgens internationale schattingen ongeveer 60 miljard aan Nederlands geld in belastingparadijzen te vinden. De politiek bekommert zich hier ogenschijnlijk niet om. Integendeel, welgestelden worden juist rijkelijk gefaciliteerd. Belastingadviseurs bestaan namelijk echt niet voor Jan Modaal. De vermogensbelasting zat wetmatig zo slecht in elkaar dat mensen met spaargeld zelfs belastinggeld terugkrijgen. Daarbij zijn regelingen zoals die voor bedrijfsopvolging - waardoor iemand maximaal iets meer dan 3% schenk- of erfbelasting betaalt - ook voornamelijk voordelig voor een kleine minderheid. Als deze elite fraudeert of misinformatie verspreidt (bijvoorbeeld door greenwashing) dan heeft dit ook nog eens een veel grotere maatschappelijke en economische impact.
Zo zien we dat de politiek keihard ingrijpt bij vermeende oplichting door bijvoorbeeld buitenlanders, zwakkeren en werklozen. Vooral bij de laatste categorie is hier iets voor te zeggen, het voelt scheef dat iemand die zich ogenschijnlijk niet inzet voor de samenleving wel meeprofiteert, hoewel ook dit vaak genuanceerder ligt dan gedacht. Bijzonder genoeg brengen voorbeelden van vermogende burgers die de boel bedonderen geen beleidsveranderingen teweeg. Ook zij profiteren van onze samenleving; zonder een goedwerkende democratie en een kapitaalkrachtig land hadden zij nooit hun huidige positie kunnen bereiken. Het lijkt soms alsof deze mensen met hun status bijna het recht tot fiscale onschendbaarheid hebben verworven Dit benadrukt nogmaals dat er een aantal zeer bedenkelijke principes onder ons belasting- en toeslagensysteem liggen.
Deze systemen demonstreren een bedenkelijk wantrouwen jegens hulpbehoevenden - zeker als deze krap bij kas zitten. In plaats van solidariteit tonen, wordt er op een elitaire manier op deze mensen neergekeken. Deze houding aannemen is erg makkelijk als je het goed hebt, want dan kun je met je geld de bureaucratie omzeilen. Zo lijken mensen te worden gestraft omdat ze ons als enige in de samenleving ‘al zo veel kosten’, hoewel de genoemde voorbeelden laten zien dat dit een duidelijke misvatting is. Deze denkfout zorgt momenteel voor een handelswijze waardoor een veel te groot aantal mensen door de ondergrens zakt in een rijk land als het onze.
Ongetwijfeld zal een klein aantal mensen misbruik maken van versoepelde reglementen voor behoeftigen, zo zit de mensheid nu eenmaal in elkaar. Sommigen zullen altijd menen dat ze aanspraak maken op welvaart zonder daarvoor iets bij te dragen - dit gebeurt echter in alle lagen van de samenleving. Anderzijds zal dit velen helpen om de zorg en aandacht te krijgen die ze verdienen. Bovendien kunnen we deze economische verliezen eenvoudig opvangen door een aantal regelingen die nu grotendeels ten goede komen aan degenen die al rijk zijn ietwat te versoberen - of aan deze kant van de samenleving eens wat meer toezicht te houden. Als we doorgaan op de huidige voet zal niet alleen het volgende schandaal op de loer liggen, maar het zal ook de algehele onvrede en de economische en maatschappelijke ongelijkheid alleen maar vergroten.