© cc-foto: Caspar Lombaers
Ik zat in de bioscoop te kijken naar de Scandinavische thriller Copenhagen does not exist waar een oude en jonge acteur tegenover elkaar komen te staan. De oude heet in de film louter Porath, een achternaam, de jonge alleen Sander. Plots werd ik me van iets gewaar: ik gebruik nooit alleen mijn achternaam meer. Ik zeg nooit Van Jole maar stel me, afhankelijk van de setting, voor met mijn hele naam of Francisco.
Bij mijn vader was dat precies andersom. Die introduceerde zich altijd alleen met zijn achternaam. Ik kan me eerlijk gezegd niet herinneren dat ik hem ooit zijn voornaam - Guillermo - voor zichzelf heb horen gebruiken. En dat gold indertijd geloof ik voor alle volwassenen. Vrouwen stelden zich voor met mevrouw of mejuffrouw achternaam, mannen met alleen hun achternaam. Nee, nooit met mijnheer ervoor, dat is een doodzonde.
Mijn collega’s duid ik, ook in gesprekken met anderen, allemaal aan met hun voornaam, zelfs als ik weinig met hen te maken heb, tot de directie aan toe. De enige uitzondering is Kee, maar dat is wellicht vanwege de naam van de rubriek op de radio, Kee & Van Jole, en omdat ik gepaste afstand tot hem moet houden. Met alleen een achternaam lukt dat makkelijker.
Ik verweet Kee bijvoorbeeld dat hij Baudet consequent Thierry noemde. Dat deed hij niet uit zichzelf. Het was gebruikelijk bij de praatmedia. Populistische politici worden vaak bij hun voornaam genoemd. Boris, Geert, Marine tegenover bijvoorbeeld Merkel, Rutte en Macron. Het verdoezelen van hiërarchie bij populisten is geen toeval maar een gevolg van hun politieke strategie. Je merkt ook dat het veranderen van de gewoonte meteen een politieke verschuiving betekent. Ik hoor zelden nog iemand Thierry zeggen, zoals niemand met enig toekomstperspectief nog met hem op de foto wil.
Wanneer is het gebruik veranderd? Wanneer is de achternaam in het dagelijks verkeer in onbruik gaan raken? Heb ik zelf ooit mijn achternaam gebruikt? In ieder geval wel toen ik nog ongeschoold werk deed, in de fabriek was iedereen een achternaam. Maar dat is lang geleden, daar stopte ik mee toen ik 23 was en alsnog ging studeren. In de sport is het nog geldend, al treed een verandering op omdat het nu in de media minder een mannenwereld wordt. En sommige atleten mijden hun achternaam omdat die afkomstig is uit het kolonialisme en slavernij. Cassius Clay werd daarom Mohammed Ali. Namen zijn een cultuurdrager.
In gesprekken zijn het vaak de - wat conservatieve - mannen die ik louter achternamen hoor gebruiken. Misschien uit traditie, misschien omdat het hiërarchischer klinkt. Ik ken geloof ik geen vrouw die alleen met haar achternaam wordt aangeduid. O wacht, Jinek. Maar daar staat tegenover dat het van Pauw & Witteman naar Khalid & Sophie ging. Al was Sonja er natuurlijk eerder. En eind vorige eeuw zelfs een Karel.
In merknamen is de voornamentrend al langer aan de gang: Albert Heijn werd Albert. Dirk van de Broek is Dirk. Er is de Linda, de Maarten en natuurlijk Joop.
Ik zoek losjes wat op internet (dat wil zeggen dat ik alleen de eerste paar links aanklik) en kom op een site van paardrijders waar het verschijnsel in 2010 bediscussieerd wordt. De achternaam is in onbruik geraakt, constateren ze. Maar het is al veel langer aan de gang. Ik denk zelf dat het is veranderd met de opkomst van het ik-tijdperk, begin jaren ‘80. Je achternaam staat voor de groep waar je deel van uitmaakt. Je voornaam ben jij alleen. Wij versus ik. Samenleving versus individualisme. Het verminderen van het belang van familie hangt er mee samen, je losmaken uit je milieu, door onderwijs, carrière, zelfontwikkeling.
Achternamen zijn relatief jong. Voordat Napoleon in Nederland in 1811 het bevolkingsregister invoerde hadden veel mensen niet eens een achternaam. Je was hooguit de zoon van, zoals Jansz waar bijvoorbeeld Jansen vandaan komt. Ook hier weer alleen mannen. Vrouwen, dochters, deden niet mee. Die moesten de achternaam van hun echtgenoot aannemen. Het feminisme kan in die zin ook bijgedragen hebben aan het verdwijnen van de achternaam. Ik bedenk net dat ik de directeuren aanduid met alleen hun voornaam sinds het vrouwen zijn.
Uit een enquête onder patiënten werd de relatie tussen gelijkheidsdenken en de motivatie voor voor- of achternaam ook duidelijk. "Patiënten die het niet prettig vinden om in het ziekenhuis met de voornaam te worden aangesproken noemen argumenten als respectloos, minder duidelijke verstandshouding en professionele afstand wekt vertrouwen. Sommige patiënten vinden het belangrijk om ook de arts aan te spreken met de voornaam wanneer dit bij de patiënt gebeurt, omdat dit een gelijkwaardig gevoel geeft. Andere patiënten vinden het belangrijk om de arts niet met de voornaam aan te spreken en zo respect te tonen voor de arts."
Het verdwijnen van de vaste telefoon kan daarnaast een andere oorzaak zijn. Bij het opnemen daarvan moest je - althans in Nederland - je achternaam noemen. Bij een mobiele telefoon is dat onzinnig want degene die belt weet meestal wie hij aan de lijn krijgt. Sterker nog, er is helemaal geen lijn meer.
Er zit misschien ook een multicultureel aspect aan. Niet alleen je huidskleur kan je slachtoffer van racisme maken, ook je achternaam. Een niet-Nederlandse achternaam vermindert je kans op een baan, huis en wat al niet meer. En die namen zijn soms nog lastiger te spellen dan bijvoorbeeld Schimmelpenninck. Daardoor ontstaat het laat maar zitten-effect. In de Verenigde Staten hebben denk ik meer burgers een Engels klinkende achternaam dan oorspronkelijk Britse roots. En dan heb ik het niet alleen over de nazaten van de tot slaaf gemaakten.
Namen zeggen iets over de samenleving. En dan juist de voornamen. Voorheen heette alle jongens Jan of Kees, waar de term Yankees nog op gebaseerd is. Nu zijn Noah en James populaire namen in zowel Nederland als de VS maar die lijken vooral de behoefte aan verscheidenheid duidelijk te maken.
Ik dacht even dat het naar de achtergrond verdwijnen van de achternaam door internet kwam, dat je bij het ouderwetse email nog wel een achternaam gebruikt en in apps niet of minder maar daar heb ik geen overtuigend bewijs voor.
Het loslaten van de achternaam kan ook een gevolg van de toenemende behoefte aan privacy, van de datahonger van Google die iedere achternaam in een dossier verandert. Ik ken mensen die er alles aan doen om te voorkomen dat ze vindbaar zijn, zonder dat ze iets kwalijks te verbergen hebben. Naambordjes bij de huisdeur verliezen ook aan populariteit, mede onder invloed van het verdwijnen van de post.
Op internet treedt wel een verandering op. Het nummer wordt de nieuwe achternaam, althans bij het openen van accounts. Johan54582. Demi67478854. Misschien komt er een moment dat zo’n nummer ook in het gewone sociale verkeer de functie van de achternaam overneemt. Net als vroeger bij bijvoorbeeld Willem III. Iedereen een eigen koninkrijk.
Of wordt het nog unieker? Elon Musk noemde zijn kind X AE A-XII. Het is goed mogelijk dat hij op dit punt gelijk heeft en namen ingrijpender gaan veranderen. Ze worden altijd door anderen toegekend maar bepalen voor een belangrijk deel je latere identiteit. Niet voor niets zijn het artiesten die zelf hun naam kiezen. In deze tijd van toenemend zelfbewustzijn en identiteit ligt het voor de hand dat die behoefte alleen maar toeneemt. Een naam is als een verbale huid. Zoals Neeltje Maria Min - wat een naam - al in 1966 dichtte:
Mijn moeder is mijn naam vergeten.
Mijn kind weet nog niet hoe ik heet.
Hoe moet ik mij geborgen weten?
Noem mij, bevestig mijn bestaan,
Laat mijn naam zijn als een keten.
Noem mij, noem mij, spreek mij aan,
o, noem mij bij mijn diepste naam.
Voor wie ik liefheb, wil ik heten.
Of wat Esmeralda zegt in het legendarische sprookjeslied van Jaap Fischer: noem me maar Liesje.
cc-foto: Caspar Lombaers