Zet een stel politici in een Kamer, noem het woord ‘racisme’ en de gezichten vertrekken alsof je het stinkende kadaver van een doodgereden vogel voor hun neus op tafel hebt geworpen
De theaters mochten weer zonder restricties open. En met succes: we hebben kunnen genieten van een schouwspel op het Binnenhof. Althans, ‘genieten’ is een groot woord: het was vooral maar lachen om niet te huilen. Want wie het debat over racisme in de Tweede Kamer woensdag een beetje gevolgd heeft, vraagt zich waarschijnlijk ook af: hebben onze volksvertegenwoordigers wel enig idee waar ze over praten?
Zet een stel politici in een Kamer, noem het woord ‘racisme’ en de gezichten vertrekken alsof je het stinkende kadaver van een doodgereden vogel voor hun neus op tafel hebt geworpen. Het is een intrigerend gezicht: een soort spel waarvan niemand eigenlijk de spelregels snapt. Want wat in hemelsnaam is institutioneel racisme nou precies?
Ook visueel was het schouwspel een lust voor het oog. Een toneel, nagenoeg gevuld met hagelwitte mannen in blauwe maatpakken. Men vliegt elkaar in de haren over een onderwerp waar geen van allen persoonlijke ervaring mee heeft. Gelukkig hebben ze voor de gelegenheid wel allemaal even een quickread op Wikipedia kunnen doen bij de koffiemachine. Met deze huis-tuin-en-keuken-experts hebben we het racismeprobleem in no time opgelost.
Endgame-racismeverdelger Het was heerlijk gênant dat nota bene Geert Wilders in het debat ‘wannabe-woke’ Jesse Klaver moest vertellen dat zijn partij mega wit is. Geheel in lijn met de symboliekpolitiek van GroenLinks en D66, die op de proppen kwamen met ‘een Jaar van de Slavernij’. Beide partijen stemden wel voor een nieuwe politiewet die agenten extra bevoegdheden geeft om geweld te gebruiken, terwijl buiten dit Haagse theater juist tégen racistisch werd politiegeweld geprotesteerd. Klaver, als endgame-racismeverdelger, kon het verder toch niet laten ons een slordige 15 keer te vertellen dat je racisten beter geen racist kunt noemen. “Je moet ze er wel bij houden”.
Maar misschien was dat nog niet het pijnlijkst. Partij voor de Dieren begon veelbelovend met een “No justice, no peace”, maar het was natuurlijk aftellen tot vanuit de orkestbak alweer de vastgelopen langspeelplaat van onze dierenvrienden klonk die het opsluiten van dieren vergelijkt met 300 jaar slavernij. Zegt het niet al genoeg over je wereldbeeld als je zwarte mensen met dieren vergelijkt? Hetzelfde geldt voor Kees van der Staaij. In al zijn wereldvreemdheid wist hij het gesprek over racisme toch weer naar de ongekende diepte van zijn anti-abortusdoctrine te slepen met zijn ‘ongeboren lives matter’.
Laten we Wilders niet kwijtraken! Goed, het volstrekte onbenul van onze volksvertegenwoordiging is snijdend. En vooral het gebrek aan besef in hoeverre zij daar zelf schuldig aan zijn. De PvdA steunde jarenlang racistische voorstellen. Denk aan ‘Vadertje Drees’, die militairen naar Indonesië stuurde om de onafhankelijkheidsstrijders te vermoorden. Of meer recentelijk: middels een vals onderzoek Turkse jongeren tot terroristen bombardeerde, het boerkaverbod introduceerde en steeds vluchtelingen het liefst buiten Europa opvangt.
Precies volgens Aristotelisch principe volgde op de climax de crisis: de gewetenscrisis van Mark Rutte welteverstaan. Het is bijna een kunst om zoveel te praten en zo weinig te zeggen. In ieder geval moeten we ons nog steeds ‘invechten’ en ‘oppleuren’ als het ons niet bevalt. En Turkse vlaggen, dat maakt hem toch wel ongemakkelijk. Mag wel hoor, maar is wel ongemakkelijk. In dit vrije land. Zwarte piet werd liefkozend een kereltje genoemd en excuses voor het slavernijverleden maakt Rutte niet. Dat is polariserend en schrikt mensen af. Maar veel belangrijker: hij wil Wilders niet kwijtraken!
Bitterballen Nu de doeken sluiten na de laatste akte van een tergende drama-komedie, is het weer over met de pret. We geven nog een applausje voor de inzet: je zou maar acht uur lang moeten vullen met het soort verwijten aan anderen, dat je evengoed aan jezelf had kunnen doen! Institutioneel racisme is nog steeds een issue dat de politiek afdoet met een vierpuntenplan, een stel moties en een avondje kletsen. Maar de conclusie is dat we geen stap verder zijn gekomen. Het besef dat we het hier hebben over de volledige institutionele inrichting van onze samenleving en iedereen die daar deel van uitmaakt, is nog steeds niet geland.
Afijn, voor nu trekt het homogene variété van witte mannen na dit kijkspel de stropdas recht en kan er weer achterover worden geleund in die zetels die hij met zijn hele demografie al sinds jaar en dag bezet houdt. Zo die zit erop, tijd voor een bitterbal.