Met een begrotingsfetisjist op financiën mag de PvdA alle 'sterke en sociale' schijn laten varen
Jeroen Dijsselbloem, kersverse minister van financiën, is sociaaldemocraat maar zou dat graag verdringen. Dijsselbloem staat in Europa inzake ‘begrotingsdiscipline’ een ‘bikkelharde’ opstelling voor. Hij wil ‘buitengewoon vasthoudend’ optreden tegen Griekenland.
Begrotingsnormen Wat was het probleem? Bepaalde landen hebben begrotingstekorten en overheidsschulden die boven de normen van het Verdrag van Maastricht uitkomen, dankzij het redden van banken en de op een lekgeprikte vastgoedzeepbel gevolgde recessie. Hardliner Dijsselbloem wil ze straffen.
De begrotingsnormen zijn er goed in geramd. Maar waarom bestaan die eigenlijk? Bij invoering van de euro is een munt gecreëerd zonder overheid. Voor elke losse lidstaat is de euro feitelijk een buitenlandse munt: de lidstaten zijn zelf niet de verstrekkers van de euro. Ze hebben afstand gedaan van de mogelijkheid rentevrij geld te scheppen om te kunnen investeren in de publieke sector. Monetair soevereine staten hebben die mogelijkheid wel. Japan, Turkije of het VK zijn onafhankelijk van belastinggeld om te kunnen uitgeven, maar de euro-lidstaten hebben zich gebonden aan de verplichting overheidsuitgaven te financieren uit belastinginkomsten of leningen.
Experiment De euro is een experiment. Monetair soevereine staten hebben een ministerie van financiën en een belastingdienst, Euroland niet. In Euroland zijn monetair en fiscaal beleid gescheiden. Euro-lidstaten scheppen geen geld meer. Waar fiscaal en monetair beleid normaal gesproken onder één politieke paraplu verenigd zijn, moeten de EMU-lidstaten elkaar in de gaten houden. Iedereen moet dus strak in het korset en gebonden aan een maximum tekort en overheidsschuld.
Vergissing Dit lijkt redelijk. Als een bedrijf of huishouden structurele tekorten heeft komen er problemen van. Dat moet voor landen ook gelden. Daarom hebben we Dijsselbloem nodig die een ‘strakke begrotingsdiscipline’ oplegt. Maar dat is een vreselijke vergissing. De overheid is het tegenovergestelde van een bedrijf of huishouden.
Thermostaat Monetair soevereine staten creëren geld tijdens het uitgeven, en vernietigen geld door het innen van belastingen. Hun belastingdienst haalt geen geld op om te kunnen uitgeven, maar om vraag te creëren naar de munt. Het verhogen of verlagen van belastingen en uitgaven dient als economische thermostaat. Wordt de economie ‘te heet’, dan kunnen belastingen omhoog en uitgaven omlaag. En andersom. De overheid heeft zelf nooit geld, ze creëert geld, en moet onder normale omstandigheden een begrotingstekort hebben: een begrotingstekort voor de overheid staat gelijk aan een begrotingsoverschot voor de private sector. Alleen dankzij een overheidstekort kan de rest van de economie er netto op vooruitgaan.
Nieuw De scheiding van monetair en fiscaal beleid in de EMU heeft dat laatste niet veranderd. De overheid moet nog steeds een begrotingstekort hebben om in de economie te investeren en crises te voorkomen of op te lossen. Maar voor Euroland geldt wel iets nieuws. Van een monetair soevereine staat kan het geld nooit ‘op’ raken, maar de afzonderlijke eurolanden zijn net als de individuele staten van de VS. Die kunnen geld krijgen van Washington. De federale staat creëert uit het niets – die kraan droogt nooit op. De euro-lidstaten daarentegen kunnen alleen aan rentevrij geld komen via de ECB – die als opdracht het ‘beheersen van inflatie’ heeft en niet hoeft te luisteren naar wat de lidstaten willen.
Rentes Hiermee is een raadsel opgelost: waarom moeten Griekenland, Spanje, Portugal, Ierland en Italië zulke hoge rentes betalen? Hun overheidsschulden zijn hoog, maar die van de VS of Japan ook – waarom betalen die verhoudingsgewijs bijna niks? De ‘financiële markten’ weten dat het de VS of Japan nooit moeite kost om de rente bij te boeken. Maar dat geldt niet voor de EMU-lidstaten: die mogen geen geld scheppen. Alleen daardoor kunnen speculanten in Euroland de rente dicteren.
Die staatsobligaties zijn onnodig. De ECB kan rentevrij alle fondsen verschaffen die een lidstaat redelijkerwijs nodig heeft. Een begrotingstekort van 3% is daarbij, midden in een recessie, totaal inadequaat. Het zijn arbitraire getallen. Waarom deze en geen andere? Waarom op jaarbasis en niet over een decennium? Daarvoor bestaat geen economische basis. Zelfs het IMF snapt inmiddels dat het afdwingen van pro-cyclisch fiscaal beleid problematisch is. Pro-cyclisch is de verwarming hoger zetten als het al heet is, en hem uitzetten als het vriest. Het IMF staat blijkbaar links van Dijsselbloems partij.
Krimp Begrotingsdiscipline veroorzaakt krimp: faillissementen en werkloosheid. Krimpende economieën geven een lager Bruto Binnenlands Product. Daarmee stijgen begrotingstekort en staatsschuld automatisch als percentage van dat BBP. Een wiskundige wetmatigheid: ‘begrotingsdiscipline’ leidt tot een negatieve spiraal.
Begrotingsfetisjist Met een begrotingsfetisjist op financiën mag de PvdA alle ‘sterke en sociale’ schijn laten varen. De vraag is eenvoudig: waarom mag de overheid niet doen (geld scheppen op een toetsenbord) wat banken routinematig doen? Banken creëren deposito’s terwijl ze schuld creëren, met weinig meer dan een stopcontact, banksoftware en wat servertjes.
Aandoening Dijsselbloem lijdt aan een pervers economisch waanidee dat de hele samenleving schaadt. We kunnen hen die eraan lijden niet straffeloos onbehandeld laten – niet wanneer ze het voor het zeggen hebben.