Door het racisme bij het toeslagenschandaal te negeren, betekent zijn visie voor een nieuw Nederland in feite een voortzetting van het raciaal contract
Na het aftreden van het kabinet berichtte CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt dat het tijd is voor een nieuw sociaal contract. In zijn beschouwing beschrijft Omtzigt de ernstige tekortkomingen van onze democratie aan de hand van het toeslagenschandaal. Hij betoogt hoe de Belastingdienst, het parlement, de Raad van State, het kabinet en de pers collectief gefaald hebben om voor de burger op te komen. Opvallend genoeg laat hij na om institutioneel racisme te benoemen; door dit cruciaal aspect van het toeslagenschandaal te negeren, betekent zijn visie voor een nieuw Nederland in feite een voortzetting van het raciaal contract.
Het raciaal contract behoeft uitleg alvorens de relevantie met het toeslagenschandaal helder wordt. Omtzigt gebruikt het sociaal contract als metafoor om een nieuwe verhouding tussen burger, bedrijfsleven en overheid voor te stellen, net zoals de grondleggers Thomas Hobbes, Jean-Jacques Rousseau, John Locke en Immanuel Kant.
De Jamaicaanse filosoof Charles W. Mills viel een merkwaardige tegenstelling in hun werken op: Verlichtingsidealen zoals individuele vrijheid en rechtvaardigheid werden beperkt tot Europeanen. In de ogen van Hobbes en Rousseau was de wilde of barbaar altijd een niet-Europeaan, Locke profiteerde financieel van de slavernij en Kant pleitte voor een hiërarchische categorisering van de mensheid op grond van ras. Mills introduceert het begrip raciaal contract : door het in het sociaal contract alleen te hebben over witte Europeanen, ontstond in de schaduw daarvan een raciaal contract voor de rest van de wereld voor wie de Verlichtingsidealen niet gold. Zij werden daarmee buiten de gemeenschap van mensen geplaatst. De ideologische rechtvaardiging van het kolonialisme kwam hieruit voort.
Met dekolonisatie en immigratie vanuit de voormalige koloniën verdween het raciaal contract niet, maar paste zich aan de tijd aan en werd stilzwijgend verlengd. Het convenant levert immers nog altijd voordelen op voor haar begunstigden. Rassendiscriminatie, zoals op de arbeidsmarkt, benadeelt mensen van kleur en zet daarmee witte mensen op voorsprong in de concurrentie om banen. Ook al willen niet alle witte mensen de wrange vruchten hiervan plukken, toch genieten zij als lid van de superieure groep wél allemaal van de psychologische voordelen hiervan. Zo hoeven witte mensen zich in ieder geval niet te bekommeren om etnische profilering door de politie, marechaussee of Belastingdienst.
Onderdeel van het raciaal contract is een kennisleer van onwetendheid om raciale ongelijkheden te normaliseren. Koloniale massamoordenaars worden nationale helden en vereerd met standbeelden; hun slachtoffers blijven onzichtbaar. Het gevolg is een cognitieve verwarring die te zien is aan bijvoorbeeld het grote ongemak dat witte mensen ervaren om het r-woord uit te spreken, laat staan er een gezonde discussie over te voeren.
Zelfs de meest vooraanstaande filosofen, zoals John Rawls, raken gehypnotiseerd door de kennisleer van onwetendheid. Rawls bracht de discussie over het sociaal contract weer tot leven in de 20e eeuw met zijn theorie van rechtvaardigheid. Hij stelde dat een rechtvaardige samenleving ingericht is op het verheffen van de meest achtergestelde groepen maar verzuimde om ,in een carrière van 50 jaar, ook maar één passage te wijden aan raciale rechtvaardigheid. Een buitengewoon opmerkelijke prestatie gezien de Amerikaanse ervaringen met slavernij, Jim Crow-wetten en institutioneel racisme.
In het toeslagenschandaal is te zien hoe het raciaal contract zich manifesteerde. Ten eerste door de rol van etnische profilering niet te laten onderzoeken door de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag. Een opvallende uitzondering aangezien de Autoriteit Persoonsgegevens afgelopen juli 2020 concludeerde dat de handelswijze van de Belastingdienst discriminerend was. De Afdeling Toeslagen hield onrechtmatig de nationaliteit bij van toeslagenontvangers en veroordeelde 11.000 burgers met een voornamelijk niet-westerse migratieachtergrond tot fraudeur (van de in totaal 26.000 gedupeerden). Aleid Wolfsen, de voorzitter van Autoriteit Persoonsgegevens, concludeerde: “het hele systeem was op een discriminerende manier ingericht en werd ook als zodanig gebruikt”. Het nalaten om etnische profilering te onderzoeken, draagt bij aan en reproduceert de kennisleer van onwetendheid.
Daarnaast heeft de ondervragingscommissie de verantwoordelijkheid van de Tweede Kamer in het ontstaan van het toeslagenschandaal ook niet onderzocht. Daar zou namelijk uit kunnen blijken hoe de meeste politieke partijen in de afgelopen twintig jaar vorm hebben gegeven aan de contractuele verplichtingen van het raciaal contract: door een witte identiteitspolitiek te voeren waarbij complexe problematieken werden vernauwd tot een etnisch frame (“het Marokkanenprobleem” of “de Bulgarenfraude”). Het culturaliseren van maatschappelijke problemen dreef de koersen van witheid op en leidde tot een cultuur waarin Belastingambtenaren naar hun hulpeloze en onschuldige slachtoffers verwezen als “zwartjes”, “Turken” en “nest Antillianen”.
Het sociaal contract van Omtzigt laat na om institutioneel racisme, etnisch profileren, nationaliteit of zelfs mensen met een niet-westerse migratieachtergrond te benoemen. Net als Rawls weet Omtzigt de kennisleer van onwetendheid niet van zich af te schudden. Hierdoor biedt zijn sociaal contract géén hoop op verbetering voor de gedupeerden (en overige mensen) van kleur in termen van raciale rechtvaardigheid. Het onderstreept de effectiviteit van het raciaal contract dat zelfs een rebelse coalitiepoliticus met dossierkennis als Omtzigt het cruciaal aspect van etnisch profilering en racisme in het toeslagenschandaal over het hoofd ziet.
Mills biedt voorwaarden om tot een daadwerkelijk inclusief sociaal contract te komen. De Rawlsiaanse theorie van rechtvaardigheid dient, naast vrouwenonderdrukking en armoede, ook oog te hebben voor racisme en de gevolgen ervan. Dit is het grondperspectief om vanuit maatregelen te formuleren voor een rechtvaardig en democratisch Nederland. Tevens ligt er een belangrijke taak weggelegd voor de witte begunstigden van het raciaal contract: verklaar de overeenkomst nietig. Indien deze voorwaarden niet onderdeel uitmaken van een sociaal contract, van wie dan ook, dan moeten wij niet verbaasd zijn als het raciaal contract op korte termijn weer de kop op steekt.