Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Het nieuwe kabinet is een zegen voor het geschiedenisonderwijs

  •  
20-06-2024
  •  
leestijd 4 minuten
  •  
2115 keer bekeken
  •  
coen

Van Massimo d'Azeglio is de beroemde uitspraak "We hebben Italië geschapen. Nu is het tijd Italianen te scheppen." Misschien sprak de Turijnse staatsman iets voor zijn beurt - de Italiaanse eenwording werd feitelijk pas in 1871 voltooid, vijf jaar na d'Azeglio's dood - maar hij had zeker gelijk dat het eengeworden Italië verre van een eenheid was. Veel Italianen hadden er geen benul van wat dat eigenlijk voor iets was, Italië. Voor d’Azeglio’s opvolgers toch een probleem: de nieuwbakken staat was immers gegrondvest op het nationalistische principe dat zij het Italiaanse volk vertegenwoordigde.

Het geschiedenisonderwijs was een geëigend instrument om de gewone man en vrouw wat vaderlandsliefde bij te brengen en willekeurig bij elkaar gebrachte bevolkingsgroepen om te smeden tot één enkel Italiaans volk. Zo kon de doorsnee Italiaan leren wat de grootse voorvaderen allemaal voor groots hadden verricht  en hoe de Italiaanse volksaard eigenlijk altijd al had bestaan, al sinds Aeneas, of dan toch tenminste sinds Romulus en Remus.

In deze nationalistische volksverheffing stond Italië zeker niet alleen. Overal in Europa werden burgers opgevoed tot nationale burgers. In Nederland, bijvoorbeeld, werd de term Gouden Eeuw gemunt en verscheen J.P. Coen op zijn sokkel op de Roode Steen in Hoorn. Dat alles om de nationale trots aan te wakkeren.

Bij ons in de business (ik bedoel het wetenschappelijk geschiedenisonderzoek) noemen we deze vorm van geschiedschrijving met een chique term nationalisering van het verleden. Dat wil zeggen dat de huidige wereldkaart  als het ware wordt teruggeprojecteerd op het verleden, zodat belangrijke historische gebeurtenissen en ontwikkelingen netjes binnen de nationale grenzen kunnen worden gesitueerd. De hele geschiedenis is de geschiedenis van de groei, het verval en de wederopstanding van de natie. Bezien vanuit dit perspectief legden de hunebedbouwers letterlijk de eerste steen van het latere Nederland en stierf 'Vader des Vaderlands' Willem van Oranje de martelaarsdood ter meerdere eer en glorie van zijn arme volk.

Het doel van de nationalisering van het verleden moge duidelijk zijn. Iedere eerbiedwaardige natie met lange historische wortels verdient, zo luidt de logica, politieke zelfverwezenlijking in de vorm van een eigen natiestaat. Geen nationale beweging in de negentiende eeuw daarom die het naliet een beroep te doen op het bestaan van zo'n roemrijk verleden dat onherroepelijk vooruitwees naar politieke zelfstandigheid in het heden of de nabije toekomst. In één beweging door kon bovendien het bezit van overzeese koloniën worden gelegitimeerd. Hier vervulde de historische natie niet minder dan haar door het lot toegewezen rol in de naam der beschaving.

De keerzijde van de nationalisering van de geschiedenis is lang verholen gebleven, maar komt bij nadere beschouwing duidelijk naar voren. Geschiedenisonderwijs en -wetenschap zijn op deze manier niet veel meer dan een politiek instrument dat wordt gebruikt om regimes te legitimeren, oorlogen te rechtvaardigen en bijvoorbeeld de gevoelde dreiging die uitgaat van transnationale bewegingen als het socialisme te neutraliseren. Daarnaast kunnen onwelgevallige gebeurtenissen en fenomenen opzettelijk worden genegeerd of in een misleidend rooskleurig daglicht worden gezet. De genocide van zo'n beetje de gehele bevolking van de Banda-eilanden kan toch moeilijk als een nationale heldendaad worden gepresenteerd. Om nog maar te zwijgen over de slavenhandel. Daarbij komt nog eens dat de hunebedbouwers nog nooit van Nederland hadden gehoord. En ook Willem van Oranje had toch een heel ander idee van Nederland – het vaderland dat hij postuum zogenaamd zou hebben bevaderd – dan wij vandaag de dag. De genationaliseerde geschiedenis ziet met andere woorden continuïteit waar die niet bestaat en het gebruikt een dikke rood-wit-blauwe kwast om de zwarte pagina’s weg te werken. 

De laatste decennia hebben historici, in Nederland en elders, hard gewerkt om deze schaduwzijden van de geschiedschrijving aan het licht te brengen en het verleden te onderzoeken vanuit een neutraler, niet-nationalistisch perspectief. Daardoor hebben we veel nieuwe kennis verworven over bijvoorbeeld het kolonialisme en het slavernijverleden.

Maar er is nog altijd een hoop werk aan de winkel, zeker waar het het onderwijs en de publieke ruimte betreft. Daarom doet het me deugd te lezen dat het nieuwe kabinet van zins is aan te haken bij de laatste ontwikkelingen binnen de geschiedwetenschap door vol in te zetten op de politieke neutraliteit van het curriculum en dus zal manen meer aandacht te besteden aan kolonialisme en slavernij. Fijn dat er eindelijk naar ons historici geluisterd wordt. Ik verwacht ook dat het nieuwe kabinet het lef zal hebben Coen ten langen leste van zijn sokkel te halen, zodat men in Hoorn eindelijk weer echt trots kan zijn op dat mooie centrale plein. Wat het verleden betreft, zie ik de toekomst vol hoop tegemoet.   

Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.