Wacht eens even, de term ‘allochtoon’ overboord gooien? Ik was er net aan gewend! Ik vond het wel makkelijk, dat labeltje. Maakt het benoemen van bepaalde problemen gewoon net wat makkelijker. Problemen die bepaalde mensen veroorzaken en problemen waar ik als rechtgeaarde autochtoon helemaal niks mee te maken heb.
De term ‘allochtoon’ is heel belangrijk bij het uitvergroten van de etnische kant aan verhalen over armoede, overlast, criminaliteit en andere dingen die bij autochtonen gewoon minder voorkomen. Ik zou het doodzonde vinden als die term verdwijnt. De hokjesgeest doet leven! Het kan een boel instellingen ook heel veel subsidie kosten, zo’n afschaffing.
Scholen die zich bekommeren om de taalachterstand van hun allochtone kindertjes, bijvoorbeeld. Hoe moeten ze dat probleem benoemen als we het advies van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling gaan opvolgen? Hoe komen ze aan de extra centjes om dit probleem aan te pakken? Wat moeten we met al die organisaties die zich voor tonnen aan gemeenschapsgeld bezighouden met emancipatie en integratie? Is daar wel over nagedacht? En wat te denken van de bedrijven die goede sier maken met een diversiteitsbeleid? Hallo?
Media zullen ook niet zo blij zijn als de term ‘allochtoon’ straks niet meer bestaat. En terecht, het maakt een boel krantenkoppen minder sexy. En wat te denken van de politiek? Hoeveel gevleugelde uitspraken gaan we moeten missen? Wat staat er te gebeuren met de waarheid? Ik voorspel een ontzettende leegte in onze maatschappij. Verwarring, ook. Alleen al in de zoektocht naar een ander woord voor ‘zondebok’. Nee, de wederom opgelaaide discussie over afschaffing van dit woord is kansloos. Vooral omdat het toch geen fuck meer uitmaakt.
Te lang is er namelijk eenzijdig gebruik gemaakt van de term ‘allochtoon’. Je hoort ‘m namelijk vooral wanneer er iets mis gaat bij die allochtonen. Dat houdt de boel overzichtelijk. Succesvolle ondernemers, politici, artiesten of sporters zijn per definitie ‘gewoon’ Nederlands. Waar hun ouders ook geboren zijn. Ik vind het dus onterecht dat de Nederlandse taal nu de schuld krijgt van dat wat al jaren binnen onze maatschappij leeft. Ik krijg er onwillekeurig trek in negerzoenen van.
Een zekere tweedeling tussen autochtonen en allochtonen is al een voldongen feit en de oorzaak daarvan ligt niet in de terminologie alleen. Zoals er autochtonen zijn die zich verheven voelen boven iedereen die ‘anders’ is, zijn er allochtonen voor wie de term inmiddels een soort geuzennaam geworden is.
Aannames en vooroordelen zijn er over en weer. Er zijn al heel veel autochtonen met een bloedhekel aan allochtonen en andersom is dat niet anders. En zo hoort het ook, in een land dat immers bijna uit elkaar barst van wederzijds respect en tolerantie. Het vervelende en oneerlijke is alleen dat allochtonen vaak op wat voor manier dan ook de veel wrangere vruchten van dit onderscheid plukken. Woordjewisselen gaat daarom niet helpen.
Eerlijk. We gingen van ‘gastarbeiders’ naar ‘buitenlanders’ naar ‘vreemdelingen’ naar ‘allochtonen’ naar ‘nieuwe Nederlanders’ en toch maar weer terug naar ‘allochtonen’. En als we dit afschaffen, komt er vast wel weer iets anders. Geslacht, geaardheid, sociale klasse en etniciteit: het zijn en blijven kennelijk allemaal eigenschappen die zwaarder wegen dan intelligentie, toekomstperspectief en de welwillendheid om de term ‘samenleving’ eer aan te doen.
Etiketjes handhaven of niet. Ik denk dat we vooral moeten hopen op autochtonen en allochtonen die uit zichzelf hun toekomst al op gelijke hoogte met hun afkomst hebben gezet. ‘Toekomst boven afkomst’ vind ik namelijk ook zo’n achterlijke spreuk. We hebben kritische bruggenbouwers nodig. Mensen die kleurenblind verder kijken dan hun neus lang is. Realistisch, maar relativerend. Dat zullen we toch echt samen moeten doen en ik geloof niet dat het ‘officieel’ afschaffen van de term ‘allochtoon’ hieraan bijdraagt.
Het is in elk geval wel lief dat men zich weer bezighoudt met een taalkundige kwestie, als onderdeel van een discussie die al véél langer en dieper speelt. Helemaal in deze tijden van (sociaal-)economische en politieke crisis. Symboliek boven realisme, omdat het kan.