Wantrouw mensen die voor jou willen denken, die wel even voor jou zullen selecteren wat gezien mag worden en wat niet.
In Nederland bestaat – zo blijkt uit onderzoek van Motivaction – weinig sympathie voor het neerhalen van standbeelden. 83% van de ondervraagden is voor behoud ook als het om een door historisch onderzoek gevallen grootheid gaat. 54% is er wel voorstander van dat dan een informatiebord bij zo’n monument van de nieuwe inzichten getuigt.
Vanuit antiracistische hoek zijn er zoals in Minneapolis, Raleigh of Boston geen vernielingen gepleegd. Alleen is er tot razernij van velen het woord racist op het borstbeeld van Pim Fortuyn gespoten. Hij staat in Rotterdam tegenover graaf Willem IV, ook al een kwestieus persoon die in de Baltische landen op kruistocht ging en daar ongetwijfeld veel slachtpartijen heeft aangericht. Hij financierde deze expedities onder meer door stadsrechten te verkopen, onder meer aan Rotterdam. Wat mij betreft verdienen beide gedenktekens een extra bordje want bij de heiligverklaring van de vergoddelijkte Pim vallen net zo goed de nodige kanttekeningen te plaatsen, bijvoorbeeld met betrekking tot zijn xenofobie en zijn gewoonte om tegenstanders te demoniseren.
Een monument zegt vooral iets over de motivatie van de opdrachtgevers om juist deze persoon of deze gebeurtenis te eren. Omdat ze net als wij kinderen waren van hun eigen tijd, geven ze tegelijk van hun eigen dagen een beeld. De meest relevante vraag bij het aanschouwen van Piet Hein of Willem van Oranje is dan ook: waarom is hij daar juist toen in die pose neergezet? En wat denk ik daar nu van?
Niemand hoeft mij te beschermen tegen zo´n beeld. Ik ben mans genoeg om mij ten opzichte daarvan te verhouden. Om er het mijne over te denken en er het mijne mee te doen in mijn maatschappelijke praktijk van nu. Om mij af te vragen of dit beeld nog als een eerbetoon mag gelden of eerder een waarschuwing geeft. Zoals bijvoorbeeld het Mauritshuis dat doet. Om de uit de hand gelopen bouwkosten te kunnen voldoen werd de bouwheer Johan Maurits van Nassau-Siegen gouverneur van Pernambuco in Brazilië. Hij was een groot beschermer van kunsten en wetenschappen, die in zijn hoofdstad Recife op kosten van de West Indische Compagnie een universiteit wilde stichten. Ook professionaliseerde hij de trans-Atlantische slavenhandel, die tot dan toe door schepen onder de vlag van de Hoogmogende Heren der Staten Generaal maar op een houtje touwtje manier was bedreven. Wat kunnen we met die wetenschap in deze tijd? De sociale media dragen bij aan een vergelijkbare professionalisering. In het Midden-Oosten helpen handige apps bij het vinden van een slavinnetje voor de huishouding zoals de BBC goed gedocumenteerd in beeld bracht. Er is nauwelijks tot geen schandaal van gekomen.
Het is patriarchaal en betuttelend om mij te willen beschermen door beelden en monumenten te verwijderen omdat ze een verkeerde invloed hebben. Alsof ik te dom, te gevoelig of te onwetend ben om dat te doorzien. Wantrouw mensen die voor jou willen denken, die wel even voor jou zullen selecteren wat gezien mag worden en wat niet.
Wie vanuit het noorden naar de binnenstad van Rome rijdt komt een eindweegs in de buitenwijken een enorm soort obelisk tegen. Daar staat met grote letters op Mussolini Dux. Er zit – zo ontdekten Vlaamse onderzoekers ook nog een tijdcapsule in met een grote tekst in het Latijn over de prestaties van het fascisme maar dat doet er hier niet toe. Dat ding is de blikvanger van het Olympisch Dorp voor de Spelen van 1940, die vanwege de oorlog geen doorgang vonden. Geen Italiaan wil daar de slopershamer in zetten. De obelisk met het omineuze opschrift zegt teveel over de geschiedenis van hun land. Wie er voor in de file staat, wordt dringend opgeroepen daarover na te denken.
Niemand mag je dát recht ontzeggen.
Naschrift: Op de sociale media wordt gevraagd of ik nog voorbeelden weet van een standbeeld waarbij mijn voorvaderen aan de ontvangende kant hadden gestaan. Nu stam ik – voor zover ik het kan nagaan – net als zoveel Nederlanders af van Duitsers die rond en voor 1800 hier naar werk kwamen zoeken maar als je de vrouwelijke lijn er consequent bij betrekt, dan stam je al gauw van half Europa af. Dus daar zal ik niet moeilijk over doen. Het antwoord: in het buitenland in ieder geval wel: denk aan Lodewijk XIV en zijn maarschalken Condé en Turenne – in Frankrijk helden – die in 1672 een vernietigende invasie van de Republiek uitvoerden. Of standbeelden van Filips II in Spanje. Als een Turks marineschip de Bosporus doorvaart, lost het nog steeds twee saluutschoten voor admiraal Khair Ad-Din Pasha, in het westen beter bekend als Barbarossa, die een groot slavenhaler was en zeker ook bemanningen heeft buitgemaakt van Antwerpse schepen.
In Nederland zelf levert enig googlen de Lumeystraat, de Sonoystraat en de Sonniusstraat op. Lumey en Sonoy waren geuzenaanvoerders wier verrichtingen we heden ten dage als oorlogsmisdaden zouden aanmerken. Ze waren trouwens ook naar de normen van hun eigen tijd niet comme il faut. Franciscus Sonnius was het hoofd van de Inquisitie in de Nederlanden. Daarnaast zijn er wegen en straten genoemd naar Napoleon. Van de 50.000 Nederlandse soldaten die hij op zijn noodlottige veldtocht naar Rusland sleepte, kwam nog geen tien procent terug. In heel Europa bestond trouwens tot 1850 een vrouwenoverschot. Dat kwam omdat de keizer hele generaties jonge mannen als kanonnenvoer had ingezet voor zijn krankzinnige ambities.