Het luilekkerland voor grote bedrijven en de uitbuiting van praktisch opgeleiden

Bedrijven vertrekken naar het buitenland als zij denken daardoor meer winst te kunnen maken. De vaderlandsliefde van bedrijven is ondergeschikt aan winststreven. Of de landen waar zij naar toegaan democratisch zijn of niet, maakt hen niet uit. De trek naar ondemocratisch China is daar een voorbeeld van. Welke Nederlandse multinational heeft geen vestigingen in China? 

Oproepen om de grote bedrijven hier te houden, waarbij gesteld wordt dat zij weggejaagd worden, zijn loze oproepen. Bedrijven worden niet weggejaagd. Zij profiteren van de opleidingen en de infrastructuur van Nederland. Zodra zij denken meer profijt te hebben door naar het buitenland te gaan, dan gaan zij.

Het bevoordelen van grote bedrijven (zij betalen minder belasting) is in wezen het benadelen van het midden- en kleinbedrijf. Oneerlijkheid die moet stoppen. Voertaal Engels op Nederlandse universiteiten moet van grote bedrijven en hun werkgeversorganisatie VNO, blijven zodat zij de betere studenten kunnen werven voor hun bedrijven. Dat daarmee de toegankelijkheid voor Nederlanders minder is, doet er niet toe, vinden bedrijven.

Ophouden met die benadeling, vind ik. Kenniswerknemers uit het buitenland 5 jaar minder belasting laten betalen dan andere werknemers, is ook zo’n oneerlijkheid. Daar staat tegenover dat arbeidsmigranten die met hun handen werken, door dubieuze uitzendbureaus nog steeds uitgebuit worden. De koppeling huisvestiging en dienstbetrekking, is er nog steeds. Een vorm van moderne winkelnering die nog steeds voortwoekert.

Het wordt tijd dat gelijke monniken, gelijk kappen krijgen oftewel: stop met oneerlijke bevoordeling en benadeling van werknemers met praktische opleiding.