Een serieus klimaatbeleid is niet mogelijk zonder hard in te grijpen in het immense aantal gehouden dieren in Nederland. Alleen dat geeft ons recht van spreken
Vandaag begint de Klimaattop van Joe Biden, waaraan Nederland niet mag meedoen, zelfs niet voor spek en bonen. Terwijl het Nederlandse beleid van grote invloed is. We zijn na de Verenigde Staten de grootste exporteur van agrarische goederen met een immense impact op het klimaat. Omdat de 640 miljoen dieren die we jaarlijks in Nederland slachten enorme hoeveelheden, broeikasgassen, stikstof en fijnstof produceren en de agrarische sector beslag legt op tweederde van ons land leidt dat tot onhoudbare situaties in binnen- en buitenland.
De bouw ligt stil als gevolg van de uitstoot vanuit de veehouderij. En politici die zeggen dat we als land niet het beste jongetje van de klas moeten willen zijn als het gaat om milieumaatregelen, verzwijgen dat we juist op het gebied van waterkwaliteit het slechtste jongetje van de Europese klas zijn. Op het gebied van veedichtheid en stikstofuitstoot zijn we zelfs de schandvlek van Europa.
Met de opmerking van demissionair minister-president Rutte dat we moeten waken voor ‘te veel klimaat’ in het nieuwe kabinetsbeleid, diskwalificeert hij zichzelf nog meer voor een leidende rol in het nieuwe kabinet dan met zijn stelselmatige verkondiging van onwaarheden tegenover het parlement. Wat zou de betekenis kunnen zijn van de term ‘ te veel klimaat ’? Doelt Rutte op een overmaat aan klimaatinvloeden die het gevolg zullen zijn van het niet behalen van de Parijsdoelen, zoals ze door de rechter in het Urgendavonnis zijn opgelegd? Of op een teveel aan zeespiegelstijging die ons parten kan gaan spelen als land dat goeddeels onder zeespiegelniveau ligt?
Hij lijkt vooral niet te veel te willen anticiperen op klimaatverandering: na ons de zondvloed. En andere partijen leggen hem daarin weinig in de weg. Uit de aantekeningen van de eerste verkenningsgesprekken bleek dat Jesse Klaver halvering van de veestapel niet langer als een principekwestie beschouwt en dat D66, die er een speerpunt van maakte in de verkiezingscampagne, erover zweeg.
Een serieus klimaatbeleid is niet mogelijk zonder hard in te grijpen in het immense aantal gehouden dieren in Nederland. Alleen dat geeft ons recht van spreken.
De eerste gelegenheid waarop Nederland internationaal weer een woordje mee kan praten is tijdens de VN-klimaattop in Glasgow (COP26) in november over de voortgang van het Parijsakkoord, de doelen om de aarde niet verder op te laten warmen dan met 1,5 graden en in ieder geval niet meer dan 2 graden.
Tijdens de vorige VN-klimaattop, de COP25 in Madrid, was er voor de deelnemers een food hall ingericht waar het aanbod vooral bestond uit vlees, vis en zuivel. Terwijl een kilo steak voor 34 kilo CO2 uitstoot zorgt en peulvruchten gemiddeld maar 1 kilo CO2 uitstoot. Er was slechts één standje met louter plantaardige voeding, waar ‘s nachts doorgewerkt moest worden vanwege de enorme vraag, en het veel te kleine aanbod.
Een klimaatconferentie waar het meest klimaatonvriendelijke voedsel de basis van het aanbod vormt is niet serieus te nemen. Het Nederlandse kabinet zou in aanloop naar de COP26 kunnen bepleiten dat plantaardig voedsel ditmaal de norm moet zijn tijdens de conferentie, naar het concept van gedragseconoom prof. Henriette Prast: ‘Carnivoor? Geef het door!’. In dit concept is het basisaanbod volledig plantaardig en is vlees desgewenst als aanvulling te bestellen. Uit eerdere onderzoeken blijkt dat slechts enkele procenten van de deelnemers afwijkt van de plantaardige norm, terwijl wel volledige keuzevrijheid blijft bestaan.
Nederlanders komen uit een achterstandspositie als grote exporteurs van klimaatverandering en de EU heeft sinds 2017 zo’n 71 miljoen uitgegeven aan het subsidiëren van vleesreclames over “veelzijdige stukjes vlees”, met een enorme “pork lovers campagne” en zuivelpromotie. Tegelijk werd vanuit het Europees parlement de verkoop van plantaardige vervangers actief tegengewerkt.
In zo’n klimaat worden klimaatconferenties gebakken lucht en totaal ongeloofwaardig.