Het kan niet meer erg genoeg voor de angstige leiders van vandaag
• 07-09-2015
• leestijd 3 minuten
Waarom springen regeringsleiders niet op om het roer drastisch om te gooien?
Hoe erg moet het worden? Facebook en Twitter staan vol van mensen die zich dat afvragen bij de hartverscheurende beelden van honderdduizenden vluchtelingen die naar West-Europa proberen te komen. Vluchtelingen die onderweg omkomen, of in mensonterende omstandigheden aan grenzen ophopen. Maar erg genoeg voor een echte politieke oplossing is het blijkbaar nog steeds niet. Regeringsleiders in de Europese Unie kunnen het zelfs nu niet eens worden.
Dat was niet altijd zo. Er was een tijd dat schokkend nieuws nog wel leidde tot politieke actie. Niet altijd op tijd, niet altijd de juiste actie, maar wel actie. Zoals toen er foto’s van genocide in Bosnië naar buiten kwamen, met als belangrijkst symbool de foto van uitgemergelde mannen in een concentratiekamp. Dat kamp bleek er niet eens te zijn, maar de foto richtte alle ogen op de afschuwelijke mensenrechtenschendingen in Bosnië die wel degelijk plaatsvonden, zodat daarna eindelijk internationaal militair werd ingegrepen op de Balkan.
Een ander voorbeeld is de toetreding van Jörg Haiders FPÖ tot de Oostenrijkse regering begin 2000, de eerste rechts populistische partij die macht vergaarde. De schok onder andere regeringen in Europa was groot, en leidde tot een serie vergaande Europese antidiscriminatiewetten die in rap tempo goedgekeurd en ingevoerd werden. Miljoenen mensen in de EU en in toetredingslanden worden sindsdien beschermd door deze wetten.
Actie Schokkend nieuws waar een politieke omwenteling op volgt is een krachtig narratief, dat op veel plekken terugkomt. Maar dat narratief lijkt niet meer te gelden in het afgelopen decennium. Of misschien lijkt het vooral niet te gelden voor vluchtelingen. Het is al een tijdje te erg, maar er is nog steeds geen drastische politieke actie. Vorig jaar verdronken al 3.500 bootvluchtelingen in de Middellandse Zee, en naar verwachting zullen dat dit jaar minstens drie keer zoveel zijn. De vluchtelingenkampen in Turkije, in Griekenland en in Italië puilen uit en kunnen basale mensenrechten niet garanderen. En dan afgelopen weken de beelden uit Macedonië, waar duizenden vluchtelingen ophoopten bij de grens. De beelden uit Hongarije, waar duizenden vluchtelingen zich in treinen propten en gedwongen in een kamp gezet werden. En de foto van dat jongetje, dat kleine verdronken jongetje, dat op ieders netvlies gebrand staat en symbool is geworden voor harteloos en inhumaan asielbeleid.
Er is een flinke beweging op gang gekomen van individuele mensen die willen helpen. Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers wordt overspoeld met giften en vragen van mensen die willen helpen, duizenden Nederlanders hebben zich aangemeld als gastadres voor vluchtelingen, websites en facebookpagina’s van mensen die iets willen doen schieten als paddenstoelen uit de grond. Niet alleen in Nederland, ook in Hongarije, in Duitsland, in Macedonië, in Servië proberen mensen te doen wat ze kunnen. Dat is geweldig, maar niet voldoende. Een echte politieke oplossing blijft uit.
Waarom kan het niet meer erg genoeg zijn? Waarom springen regeringsleiders niet op om het roer drastisch om te gooien, om samen een duurzaam, werkbaar, humaan en solidair vluchtelingenbeleid af te spreken?
Er is iets veranderd de afgelopen tien jaar waardoor politieke leiders niet langer de moed hebben om drastische maatregelen te nemen. Misschien zijn ze bang. Bang om de gunst van de kiezers te verliezen, bang voor een aanval van rechts populisten. De huidige generatie politieke leiders in Europa durft geen leiding meer te nemen, ze laten zich leiden, door een idee van wat kiezers willen. Doorgeschoten democratie waarin collectieve angst leidt tot collectief gebrek aan actie, ook als het te erg is. Het kan blijkbaar niet meer erg genoeg.
cc-foto: Franz Ferdinand Photography