Nu gaat het debat uitsluitend over open, een beetje open, dicht, een beetje dicht, voorwaarden en perspectief op versoepelingen in de toekomst. Daar koopt niemand wat voor.
Het lijkt wel of de regering een psychologische oorlog voert tegen het mkb. Een week geleden nog speculeerde men in Haagse kringen over het openen van winkels en terrassen per 21 april. Op die datum zou een serieuze versoepeling kunnen ingaan. In de kleine lettertjes stond weliswaar: als de cijfers daartoe aanleiding geven , maar dat slagje om de arm ging in het optimisme verloren. Toch hoefde je geen raketgeleerde te zijn om in te zien dat die cijfers helemaal niet de goede kant op gingen. Integendeel, het aantal nieuwe besmettingen schommelde rond de 7000 met uitschieters naar boven en beneden. Op de corona-afdelingen van de ziekenhuizend bleef het druk.
Toch wekte het kabinet bij het mkb de verwachting dat het eindelijk weer de kans zou krijgen een paar centen te verdienen. Je kunt niet bewijzen of het er mee te maken had maar de afgelopen dagen zag ik in de stad verrassend veel kasteleins en winkeliers die bezig waren achter hun gesloten deuren de boel eens extra op te poetsen. Hun woordvoerders verschenen op de televisie. Ze hadden het over de fantastische protocollen waarmee ze corona uit hun winkelpanden en van hun terrassen weg konden houden. Hoeveel beter was dat niet dan afgestampte parken waar gezinnen dicht op elkaar bij de Lidl gekochte wijn weg klokten? Uit Den Haag kwam niet meer het tot nog toe zo vaak gehoorde tegenargument dat een winkelcentrum met de deuren open ongewenste bezoekersstromen aantrekt en daardoor het virus ruim baan geeft.
Nu gaat het toch niet door. Te verwachten valt dat het blanke regime in Den Haag op grote schaal de begrijpertjes van de bewindslieden gaat inzetten. Zij begrijpen het allemaal. Zij snappen stuk voor stuk wat een teleurstelling het moet zijn voor al die fantastische ondernemers in het land die maar één ding willen: ondernemen. Maar het belangrijkste begrijpen ze niet met die begrijpertjes van hen: dat je mensen hoorndol en hartstikke wanhopig maakt met loze beloftes die steeds weer worden ingetrokken. Je investeert geld, tijd en veel arbeid op grond van zo’n toezegging met een zacht gefluisterd slagje om de arm. Het was weer voor niks: weggegooide tijd en weggegooid geld. Ondertussen tikt de klok door, grijnzen de tekorten je aan, komt het moment nader dat je pensioen is opgegeten en de eigen woning aan de beurt komt.
Inmiddels is een nieuwe worst opgehangen. Wie weet komt de piek toch sneller dan we denken. Dan is niet 21 april maar 28 april de datum van de eerste versoepelingen, die worden gesymboliseerd door volle terrassen. Ja mensen, we zijn er bijna. Nog een weekje extra op de tanden bijten, nog even volhouden. Ja, we weten het: we snakken allemaal naar vrijheid. Wij zelf ook. Wij zijn het net zo goed zat. Maar ja, de ic’s, het uitgeputte zorgpersoneel, de code zwart… maar op 28 april, als de cijfers er aanleiding toe geven.
Ja hoor, daar gaan we weer. De cijfers zijn ernstig. Zij zijn dat ondanks een stevige lockdown. Het ziet er naar uit dat het virus ondanks alle beperkingen in de bewegingsvrijheid van de burgers toch zijn weg weet te vinden. Wie weet is het huidige aantal besmettingen het beste dat we met de huidige maatregelen kunnen bereiken. Dan blijven we een belegerde veste.
Ondertussen verlopen de vaccinatiecampagnes volgens het oorspronkelijke beginsel van de processie te Echternach: drie stappen vooruit en twee achteruit. De autoriteiten houden vol dat ‘we’ begin juli ‘allemaal’ “in ieder geval een eerste prik” hebben gehad maar dat is hoogst speculatief en van verschillende onbeheersbare factoren afhankelijk. Je mag het hopen. Dat is alles.
Inmiddels heeft het kabinet zevenhonderd miljoen euro geïnvesteerd in allerlei proeven met massale bijeenkomsten en feesten, waarvan covid hopelijk kan worden weggehouden omdat de deelnemers een negatief testbewijs moeten tonen. Dat is weer zo’n klaterende fontein van hoop en verwachting, die in de praktijk een fata morgana zal blijken. Beter was dit geld besteed aan compensatie voor de verliezen, die niet het gevolg zijn van slecht bedrijfsbeheer maar van het verbod op ondernemen in zoveel economische sectoren.
Je mag in een noodsituatie van burgers grote offers vragen maar het is ethisch niet verantwoord van de een te eisen have en goed prijs te geven voor het algemeen belang terwijl een ander juist grote extra winsten boekt (supermarkten!) of gewoon een vast inkomen blijft ontvangen (bewindslieden). Natuurlijk: er zijn al tientallen miljarden gestoken in zieltogende bedrijfstakken maar dat blijkt niet genoeg om ze nog veel langer overeind te houden. Het is te weinig, te laat, te bureaucratisch.
Nu gaat het debat uitsluitend over open, een beetje open, dicht, een beetje dicht, voorwaarden en perspectief op versoepelingen in de toekomst. Daar koopt niemand wat voor. Dit gepraatvaar leidt alleen maar tot defaitisme en wanhoop. Als in een aantal bedrijfstakken ondernemen leidt tot meer besmettingen, dan moet het gesprek over géld gaan. Dát is namelijk wat de getroffen sectoren nodig hebben: harde euro’s in de portemonnee zodat ze de deur dicht kúnnen houden.
Dat gelul over perspectief en mogelijke versoepelingen als de cijfers er aanleiding toe geven, is ziekmakend. We kunnen er beter van uit gaan dat de cijfers voorlopig slecht blijven. Waar het om gaat in deze noodsituatie is een dekkende, adequate en snelle financiële compensatie. Al het andere bestaat uit tien vogels in de lucht en in de hand één zwaluw die nog geen zomer maakt. Zouden de Haagse begrijpertjes snel genoeg werken om dát te begrijpen?
Voor het overige ben ik van mening dat de toeslagenaffaire niet uit de publieke aandacht mag verdwijnen en de kwestie rond het Groninger aardgas evenmin.