Dat eerste kabinet-Den Uyl is aan persoonlijke tegenstellingen ten gronde gegaan. Daardoor heeft het een aantal belangrijke zaken niet kunnen verwezenlijken. De naweeën daarvan spelen een rol tot op vandaag de dag.
Er valt in Nederland, en vooral in Rotterdam, in de meimaand van oudsher veel te gedenken. 1 mei: Dag van de Arbeid. 4 & 5 mei: Oorlog & Bevrijding. 6 mei: Pim. En 14 mei: het Bombardement. Maar mijns inziens dient bovendien dit jaar (2023) vooral indringend te worden herdacht, dat vijftig jaar geleden het kabinet-Den Uyl aantrad. Het beloofde ons spreiding van kennis, inkomen en macht. Een doelstelling die mij aansprak. En met mij velen.
Ik ben toen lid geworden van de PvdA en heb dat tot 1992 volgehouden. Toen stichtte ik een lokale linkse partij, de Stadspartij Rotterdam. Waarom? De PvdA leed aan arrogantie van de macht in mijn woonplaats, met name burgemeester Bram Peper. Hoogste tijd voor een creatieve oppositie.
Joop den Uyl, van gedegen gereformeerde afkomst, kon het in het slot van zijn regeringsverklaring toentertijd niet nalaten om te zeggen: "Ik hoop dat in deze regeringsverklaring iets heeft doorgeklonken van wat de Spreukendichter in het Oud Testament bedoelde met “Waar een visie, waar uitzicht ontbreekt, komt het volk om ...”"
De tegenstelling met de huidige premier kan niet groter. Mark Rutte: “Wie een visie heeft, moet naar de oogarts."
Overigens, dat gereformeerd gepokt en gemazeld zijn, zou Joop den Uyl nog lelijk opbreken in zijn contact met zijn minister van Justitie, de oer-katholiek Dries van Agt. Van een effectieve omgang met deze curieuze man had hij geen kaas gegeten. Wiegel wel: “Je stopt er een Bourgondische maaltijd in en dan is het zo gefikst”. Het kabinet-Van Agt-Wiegel was binnen een uur rond in het Haagse etablissement Le Bistroquet. Daar waren langdurige onderhandeling zonder resultaat met Den Uyl aan voorafgegaan voor een tweede kabinet-Den Uyl.
Den Uyl, die zich nauwelijks de tijd gunde om een half broodje kaas te verorberen, zo gedreven was hij om al maar door te vergaderen, had het nakijken. Niks tweede kabinet-Den Uyl.
En dat eerste kabinet-Den Uyl is aan persoonlijke tegenstellingen ten gronde gegaan. Daardoor heeft het een aantal belangrijke zaken niet kunnen verwezenlijken. De naweeën daarvan spelen een rol tot op vandaag de dag.
Twee van die zaken gingen over de democratisering van de economie. Over de emancipatie van de werknemer ten opzichte van de werkgever
Een: de positie van de ondernemingsraad wilde het kabinet-Den Uyl verstevigen. De ondernemingsraad moet zelfstandig kunnen adviseren, dus ook ongevraagd. De behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer komt abrupt tot een einde, als het kabinet op een ander onderwerp (de grondpolitiek) ten val komt.
De vermogensaanwasdeling. De VAD. Het idee is, dat wanneer een bedrijf meer dan bepaald hoeveelheid winst wordt uitgekeerd, een gedeelte van die extra winst wordt uitgekeerd aan de werknemers
Die extra uitkering is niet vrij besteedbaar. Hiermee wordt vermogen verworven in de ondernemingen. De werknemer wordt een soort van mede-aandeelouder van het bedrijf, althans de aanzet daartoe wordt gezet. Ook dit wetsvoorstel valt dood.
Tenslotte de Grondpolitiek. Heden ten dage is het nog steeds heel goed mogelijk speculatie-winst te maken met grond. Weliswaar hebben gemeenten sinds 1981 een voorkeurrecht als er grond moet worden onteigend, maar dat daarbij uitgegaan moet worden van de marktwaarde bij onteigening van grond was nou net niet wat Den Uyl wilde. Hij wilde uitgaan van de gebruikswaarde van de grond.
Van Agt, opkomend, naar zijn zeggen, voor de belangen van de boeren, zette hem de voet dwars. Het kabinet viel. En de grondspeculatie is als vanouds.
Gevolg; wij moeten binnenkort de boeren uitkopen tegen een veel te hoge prijs. En ook moeten wij onze huizen bouwen op veel te dure grond.
Rest ons... de autoloze zondag.
In 1973 ontstaat de oliecrisis en het kabinet-Den Uyl besluit tot het instellen van de autoloze zondagen, om zo het benzineverbruik te beperken. Zo ontstaat op 4 november 1973 het legendarische beeld van lege autosnelwegen met rolschaatsende kinderen en picknickende mensen. Het is één groot feest.
Mijn voorstel is om de autoloze zondag van 4 november 1973 te gedenken... door op 4 november van dit jaar een autoloze zondag te houden.
Op 'Groene Zondag' gedenken we dan, dat we moeten consuminderen, te beginnen met het gebruik van de auto.