Mijn taxichauffeur beweegt zijn vlakke hand onder en tegen zijn kin aan. Dat lijkt een dubbele betekenis te hebben: het water komt tot aan zijn lippen en hij wordt tegelijkertijd gekeeld. In de Westbank is dat een gebaar dat in beide betekenissen kan worden begrepen.
Ik praat met de chauffeur over de zware achteruitgang van de economie, die in de schaduw van de verschrikkingen van Gaza ook op de Westbank tot armoede leidt en beperkingen van de bewegingsvrijheid. Nog steeds is het reizen tussen de steden problematisch door de vele checkpoints die, naast vaak lange wachttijden, gekenmerkt worden door systematische vernederingen en bruut gedrag van het Israëlische leger en kolonisten.
Wat in het internationale nieuws opvalt is hoezeer Westerse regeringen een scheiding maken tussen gewelddadig gedrag van kolonisten en van het leger. Op zich is het goed dat er plannen circuleren, overigens nog niet uitgevoerd, om gewelddadige kolonisten visa te onthouden bij bezoek aan Westerse landen. Nederland heeft zoiets ook gezegd. Een paar dagen geleden kwam een Australische minister van Buitenlandse Zaken langs die zei “diep bezorgd” te zijn over het agressieve gedrag van kolonisten op de Westoever.
Maar het leger en de kolonisten vormen meer dan ooit een ondeelbaar geheel op de Westbank, en dat wordt niet erkend. In bijvoorbeeld het Hebron-gebied zien Palestijnen ineens hun buurman-kolonisten in een legeruniform dezelfde hatelijkheden en gewelddadigheden vertonen als tevoren zonder uniform.
Een bekende geweldloze Palestijnse activist in Hebron, Issa Amro, zegt dat hij door kolonisten-soldaten na 7 oktober werd geboeid, geblinddoekt, geslagen en bedreigd, tien uur lang. “Ik dacht dat ze me zouden doden. Het was de ergste ervaring in mijn leven. Ik weet wat te doen met soldaten, zelfs wanneer ze fanatiek zijn. Maar kolonisten in uniform zijn onmogelijk.”
Ongeveer 5500 inwoners van Israëlische nederzettingen zijn na 7 oktober in een spoedoperatie gerekruteerd binnen speciale legereenheden, zogeheten regionale of territoriale battalions. Deze moeten de gebieden rond de nederzettingen bewaken. Er werd zelfs een speciale eenheid gevormd rond de zogenaamde heuveltop-jongeren, al jarenlang berucht vanwege hun gewelddadigheden jegens de Palestijnse bevolking.
Het leger heeft zo’n 7000 wapens aan de bataljons uitgedeeld en niet alleen dat. Ook Israëlische kolonisten die niet in het leger dienen, krijgen een flink aantal van die duizenden wapens. Zij wonen vaak in zogenaamde buitenposten die beveiligd moeten worden omdat ze deel uitmaken van genoemde territoriale eenheden. Het feit dat die buitenposten nederzettingen zijn die zelfs in Israël illegaal zijn, doet er niet toe.
Sowieso is er een enorm aantal wapens in Israël in omloop. In Israël zijn sinds 7 oktober meer dan 250.000 nieuwe aanvragen voor vuurwapenvergunningen gedaan, wat meer is dan het totaal van de afgelopen 20 jaar.
Volgens het VN Hoge Commissariaat voor de Mensenrechten (OHCHR), zijn er sinds 7 oktober 431 aanvallen op Palestijnen uitgevoerd door kolonisten in de Westbank. In bijna de helft van de gevallen werden de kolonisten begeleid door soldaten, of gaven de laatsten actief steun.
Het geweld en de dreigementen van de kolonisten is niet zomaar wild-gewelddadig, maar bedoeld om mensen te verjagen, individueel of collectief. In de laatste maanden zijn zo’n 30 Bedoeïenen-gemeenschappen verjaagd van grote stukken land op de Westbank, die dan weer toegankelijk worden voor Israelische kolonisatie.
Het scenario dat nu dreigt: als het water het de Palestijnen op de Westbank aan de lippen staat, en er nieuwe geweldsuitbarstingen komen, zullen de kolonisten die mogelijk aangrijpen voor een nieuwe Nakba of verdrijving van Palestijnse bewoners.