Logo Joop
De opiniesite van BNNVARA met actueel nieuws en uitgesproken meningen

Het institutioneel racisme van BV Nederland: tijd voor écht schoon schip

  •  
19-12-2022
  •  
leestijd 3 minuten
  •  
2063 keer bekeken
  •  
ANP-446384828

Het rapport over institutioneel racisme bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken is pittige kost. Kijkend naar de eerste reacties lijkt het er niet op dat het institutionele aspect van racisme echt serieus wordt genomen. Dit vraagt om een veel diepere zelfreflectie dan tot nog toe getoond. Deze zelfreflectie zou zich niet alleen moeten richten op het institutioneel racisme binnen het ministerie, maar op het ‘BV Nederland’ waar BuZa een kern onderdeel van is.

Het ministerie van Buitenlandse Zaken is met ongeveer 140 diplomatieke posten het uithangbord van Nederland in de wereld. Je zou dus verwachten dat dit bij uitstek een organisatie is waar zelfreflectie in relatie tot de ander diepgeworteld moet zijn. Maar dat blijkt tegen te vallen. Het zit zelfs institutioneel verkeerd. Volgens de aangehaalde definitie in het rapport gaat het dan om hoe “de processen, het beleid en de (geschreven en ongeschreven) regels van instituten leiden tot structurele ongelijkheid tussen mensen met een verschillende achtergrond, huidskleur of religie”. Terwijl het ministerie juist vrede, stabiliteit en gelijkheid in de wereld zegt te willen bevorderen, is het ontbreken van een feedback-cultuur en een diplomatencultuur van stilzwijgen debet aan het wegkijken bij racisme.

De eerste reacties kunnen dan ook moeilijk omgaan met deze harde tegenstrijdigheid. Kamerleden oordelen geschokt. Minister Hoekstra vindt het rapport pijnlijk en had deze bevindingen niet verwacht. Maar hij relativeert ook: “Ik ben ervan overtuigd dat het overgrote deel van de mensen zich hier niet schuldig aan maakt.” Beide soort reacties lijken eigenaardig.

Door relativering wordt het structurele en institutionele karakter van het racisme afgezwakt en het probleem geïndividualiseerd. Alsof het gaat om ‘incidenten’ in wat verder gewoon een “waanzinnig gaaf land” is. Tegelijk is het merkwaardig dat iets structureels en institutioneels zovelen shockeren. Dit nieuws staat namelijk niet bepaald op zichzelf. Zijn we het structurele en institutionele racisme van de Belastingdienst al vergeten? Zijn we vergeten hoe moeizaam de discussie over Zwarte Piet gaat, en hoe KOZP steeds wordt beperkt in het demonstratieverbod?  Zijn we vergeten hoe controle en opsporingsdiensten – van douane tot politie – etnisch profileren, of hoe de politie keer op keer zich moet excuseren voor racisme

Of neem de slavernij discussie: deze lijkt soms nog steeds alleen te gaan over iets in het verleden dat structureel losstaat van het heden. Met excuses dit jaar probeert Nederland dat verleden een plek te geven. Maar de excuus-ontvangers moeten vooral niet suggereren dat het verleden doorwerkt in het heden. Excuses moeten wel ‘praktisch’ blijven, stelt VVD kamerlid Van Strien

Zelfs in het rapport, dat een indrukwekkende lijst aan bronnen heeft, wordt racisme weinig tot niet gekoppeld aan bredere maatschappelijke- en machtsstructuren. De focus is vooral op sociaal gedrag, organisatiecultuur en institutionele processen. De diepere structurele factoren blijven daarmee uit zicht. Maar als we echt iets structureels aan racisme willen doen, dan moeten we de reflectie veel breder trekken.

Eén factor in het bijzonder is van speciaal belang: de relatie tussen racisme en kapitalisme. Denkers als Achilles Mbembe, Ruth Wilson Gilmore, Cedric Robinson, Gargi Bhattacharyya en Sylvia Tamale hebben uitvoerig geschreven over de structurele relaties tussen racisme en kapitalisme waarbij je de één niet zonder de ander kan begrijpen. Zowel racisme en kapitalisme zijn vliegwielen voor de dehumanisering van de ander, de eerste door de ander als minderwaardig te representeren, de tweede door de ander te zien als verdienmodel.  

Bij BuZa komen racisme en kapitalisme innig samen. In toenemende mate is BuZa verworden tot een pr-machine voor ‘BV Nederland’, waarbij handelsbelangen, investeringen en economische kansen voor “ons” centraal staan. De VOC-schepen en het koloniaal geweld van het imperiale kapitalisme waarvoor excuses moeten komen zijn getransformeerd in de ‘hulp en handel’, en ‘business opportunities’ van het huidige financiële kapitalisme. In dit transformatieproces is er veel veranderd. Maar de misplaatste ‘win-win’ retoriek van nu kan niet verhullen dat ook hier een diepgewortelde, instrumentele kijk op de ander als ‘resource’, waarbij de BV Nederland meer waarde wil overhouden aan de relatie, weer samengaat met raciaal superioriteitsgevoel. 

Het rapport is welkom, maar gaat dus nog niet ver genoeg. Om structureel-institutioneel racisme aan de kaak te stellen is structureel-institutionele reflectie nodig op de processen die de ander degraderen, en hoe een ideologie van raciale superioriteit en een economisch model van systematische exploitatie van mens en natuur met elkaar samenhangen. Hoog tijd dus voor écht schoon schip.

Delen:

Praat mee

Onze spelregels.

0/1500 Tekens
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.