Kort geleden kwam de Volkskrant naar buiten met een update van het onderzoek naar Europarlementariër Samira Rafaela, van de partij waar ook ik lid van ben: D66. Drie voormalig medewerkers van haar hadden klachten ingediend bij de Commissie Integriteitsonderzoeken, de commissie opgericht nadat de partij jarenlang kennis had van de Van Drimmelen-affaire, maar pas ingreep toen het al te laat was. Ook speelde de zaak-Smeets, waarbij nieuw verkozen Kamerlid Sidney Smeets werd beschuldigd van grooming en seksueel overschrijdend gedrag en na zestien dagen gedwongen was om afstand te doen van zijn zetel. Met het vertrek van Paul van Meenen naar de Eerste Kamer na de Provinciale Statenverkiezingen van 2023, heeft Smeets recht op zijn oude zetel, en dat kan een PR-probleem worden voor de partij waar het na driemaal geen scheepsrecht bleek te zijn.
Eerder dit jaar ondertekende ik nog samen met honderden anderen een open brief om duidelijkheid te eisen van het Landelijk Bestuur over de Van Drimmelen-affaire, omdat we ons op dat moment niet bepaald veilig en voldoende geïnformeerd voelden. Het bestuur beloofde beterschap en er werden gelukkig ook daadwerkelijk dingen gedaan waardoor ons beschadigde vertrouwen in de vereniging weer kon worden hersteld. Het maakt het daarom nogal pijnlijk dat de nieuw ingestelde Commissie Integriteitsonderzoeken met het onderzoek van Rafaela de mist in is gegaan en het is beschamend dat de partij er nog steeds in faalt om partijleden te informeren over zaken die intern spelen en onderzoek zorgvuldig uit te voeren waarbij alle betrokkenen voldoende beschermd en gehoord worden.
Dit is echter geen problematiek waarmee enkel D66 kampt, we kennen ook de kwesties van (ex-)Kamerleden Gündogan (Volt), Van Dijk (PvdA) en recentelijk Arib (PvdA), waarbij het steeds minder ging over de inhoud van de klachten en steeds meer over het armoedige onderzoek en het proces achter de klachten. Waar de waarheid ligt in deze zaken, inclusief die van D66, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat het geen van de betrokkenen recht doet wanneer het meer gaat over het falen van een partij dan over de klachten zelf. Daarnaast doe je je leden geen recht door tegen ze te liegen of informatie voor ze achter te houden.
Dit is dus een oproep aan alle politieke partijen maar in het bijzonder die van mijzelf: wanneer je kiest voor stilte, in de hoop dat alles stilletjes zal overwaaien, weet dan dat die stilte oorverdovend hard zal klinken. Wanneer je zegt een vereniging veilig te houden voor iedereen, spreek dan ook met en tegen iedereen. Wanneer je kiest voor de rol van bestuurder of politicus, weet dan dat als je je werk goed wil doen, je openheid dient te tonen en verantwoordelijkheid dient te nemen. Elke keer weer. Maar bovenal, wanneer een situatie van onveiligheid zich voordoet, zorg dan dat je klaar bent om zorgvuldig en adequaat onderzoek uit te voeren en alle uitkomsten te accepteren.
In het geval van specifiek D66, moet ‘nieuw leiderschap’ en ‘een nieuwe bestuurscultuur’ misschien beginnen bij het terugvinden van de oude kernwaarden van integriteit en transparantie, om zo onder andere veiligheid binnen de eigen partij voorop te kunnen stellen.