Deel III in de serie: Kerst op Lesbos: Syrische kinderen wiens vader is overleden zijn effectief staatloos
‘Family?’ Zodra de boten zijn aangemeerd roepen we families bij elkaar zodat we ze samen naar het opvangkamp kunnen rijden. Je wil na zo’n stressvolle boottocht niet nog meer paniek veroorzaken door families op te splitsen. Maar bij deze boot loopt het wat chaotisch. Hij is aangemeerd in een stijl en rotsachtig gebied. De vluchtelingen moet een flink stuk omhoog klauteren en dat is niet de beste activiteit voor de groep mensen uit de boot, waarin veel vrouwen zitten; oma’s, jonge moeders en zelfs een paar zwangeren. Bovendien blijken veel van hen in shock. Ook enkele mannen staan bibberend en snikkend op de kant. Eén vader is zo van slag dat hij niets anders kan doen dan een sigaret opsteken. Zijn kletsnatte baby laat hij liever bij mij. Hij trekt het gewoon niet, zie ik en moet even bijkomen van de turbulente reis.
De man komt met zijn 10-ledige familie uit Syrië. Vanaf de weg schreeuwt hij naar ze, zodat ze zien dat hij boven is. Wanneer de familie eenmaal in de auto zit, zie ik dat zijn groep vooral bestaat uit meisjes, baby’s en vrouwen. Allemaal familie, maar niet direct begrijp ik. Ik vraag waar de papa’s zijn, maar het lijkt of de vrouwen me niet begrijpen of ze doen alsof ze me niet horen.
VN waarschuwt voor staatloosheid onder kinderen
’s Avonds lees ik in The Guardian dat 25 procent van de Syrische vluchtelingenhuishoudens vaderloos is. De vaders zijn vaak omgekomen tijdens de strijd. En dat levert een probleem op voor de jonge Syrische baby’s die onderweg naar Europa zijn of in Europa geboren worden. In Syrië krijgt een baby alleen de Syrische nationaliteit als de vader bekend is. De baby’s komen dus zonder papieren en nationaliteit aan in Europa. Veel alleenstaande Syrische moeders beseffen daarmee niet dat hun kinderen officieel staatloos zijn. Dat komt pas aan het licht wanneer ze na hun legale verblijfsstatus officiële documenten willen aanvragen voor hun kinderen, waardoor ook zij de sociale rechten van het land krijgen. Voor die moeders zit er dus nog een ingewikkelde juridische strijd met de bureaucratie aan te komen.
De VN deed deze maand een oproep aan alle Europese landen om stateloosheid onder kinderen aan te pakken. “In de korte periode dat kinderen nog kinderen zijn, kan stateloosheid grote problemen veroorzaken die hen tijdens hun hele jeugd zullen achtervolgen. Daarmee zijn ze veroordeeld tot levenslange discriminatie, frustratie en wanhoop”, aldus VN-commissielid António Guterres.
Verborgen probleem Over het algemeen heerst er nog steeds een vrij mild asielbeleid jegens Syriërs. Ze krijgen vaak snel een verblijfsvergunning omdat ze oorlogsvluchtelingen zijn, maar als ze later als staatlozen een nationaliteit moeten aanvragen wordt het ingewikkelder. Het probleem van stateloosheid onder kinderen is dat slechts een handjevol Europese lidstaten regels heeft om staatlozen een nationaliteit te geven. “Er is niet echt een procedure om mensen zonder status te helpen”, zegt de Britse advocaat Pierre Makhlouf van Borg & Immigratiegevangenen. “Het is eigenlijk een procedure om iedereen die niet uitgezet kan worden te identificeren.”
De VN schat dat er in Europa 680.000 staatlozen leven, maar experts zeggen dat dit aantal waarschijnlijk veel hoger ligt. Het probleem laat zich in Nederland zien onder Roma. Niet alleen een nationaliteit wordt hen ontzegt, ze worden ook als een minderheidsgroep weggezet. Omdat ze geen documenten hebben, kunnen Roma vaak ook niet werken, waardoor ze in de criminaliteit terechtkomen en daarmee is de cirkel rond om ze weg te zetten als een criminele minderheid die weigert te integreren.
Roma Hier op Lesbos ontmoet ik ook dagelijks Roma families. Ze rijden rond in hun 4×4 over de dirt road , wachtend op vluchtelingenboten die aankomen. Nog voordat iedereen is uitgestapt, hebben ze de motor al losgekoppeld en ligt die in de achterbak van hun truck. Net als de mensensmokkelaars moeten ook zij het hebben van de humanitaire crisis. We laten hen hun gang gaan. Er valt niets tegen te doen en wie ben jij als humanitaire organisatie om de politieagent uit te hangen. Dat werkt niet.
Tot nu toe was ik het meest positief gestemd over de kinderen die op Lesbos aankomen. Voor hen lijkt de nabije toekomst het meest hoopvol omdat ze snel een taal leren en in het Europese schoolsysteem terecht zullen komen. De baby’s van de Syrische meneer hebben hopelijk geluk, zij hebben hun vader en daarmee hun nationaliteit. Maar hoe loopt het af voor de andere Syrische baby’s? Krijgen ze straks dezelfde behandeling als vele Roma in Europa? Of weet Europa op tijd één regelgeving voor staatloze asielzoekers te maken?
Bij een lokale carwash laat ik mijn auto voor vertrek schoonmaken. Ik moet extra betalen want ‘kijk hoe smerig hij is’, zegt de Griek. Het klopt. Dikke klodders modder zijn onder de voetenmatjes gekomen en aan de bekleding vastgekoekt. “Je weet vast ook wel waardoor dat komt”, zeg ik tegen hem. “Er waren veel mensen deze week hè”, antwoordt hij. “Ja…”. Ik durf niet verder af te dingen over de prijs. De Griek moet het hier ook van hebben deze winter. Ook onder de Grieken is veel armoede. In de anderhalf uur dat ik moet wachten op een schone auto, maak ik een wandeling langs de kust van Petra. Onderweg krijg ik gezelschap van een vrolijke Bobtail. Hij lijkt ook wat te willen en krijgt van mij een stukje mueslireep. Die eten de vluchtelingen niet. Ze hebben liever een banaan dan zo’n vies plakding. Schaap, zoals ik de hond noem, is er blij mee en houdt me gezelschap wanneer ik aan mijn blog werk. Wanneer we weer terug zijn bij de carwash wil hij mee in de schone auto. Met een beetje pijn in mijn hart, duw ik hem terug en als ik weg rij, zie ik Schaap via de achteruitkijkspiegel nog een stukje meerennen. Morgen maakt er vast weer een andere vrijwilliger een wandeling met hem. Hij hoort hier op Lesbos. Het is zijn thuis.