Samen met de wel gekozen vertegenwoordigers van de boerenpartijen CDA, CU en SGP, plus de ondernemerspartij VVD, hebben ze een meerderheid in de waterschappen. Hiermee saboteren ze systematisch de verhoging van de grondwaterstand.
Terwijl iedereen gespannen Johan Remkes’ rapportage over zijn stikstofgesprekken afwacht, trokken een paar krantenberichten de aandacht.
Drie.
Het eerste ging over drinkwaterproducenten die de alarmklok luidden over een dreigend tekort door het structureel dalende grondwaterpeil.
Het tweede betreft het advies van de Rekenkamer Oost-Nederland aan de provincies Gelderland en Overijssel over de bestaande vergunningen voor het oppompen van grondwater. Die zijn grotendeels achterhaald omdat ze onvoldoende rekening houden met gewijzigde omstandigheden, zoals de warme en droge zomers die leiden tot een lagere grondwaterstand. Dat vergunningstelsel moet dus op de schop. Een te lage grondwaterstand is namelijk niet alleen een enorm probleem voor de drinkwatervoorziening. Hij zorgt voor een negatieve spiraal. Door droogte verpietert de natuur. Bomen staan op omvallen en sterven af, net als struiken. Hierdoor krijgen vogels weer problemen doordat hun leefgebied uitdroogt – geen of verschrompelde vruchten - en er dus minder voedsel beschikbaar is. Nog minder voedsel krijgen ze door de afname van het aantal insecten. Die hebben een steeds groter gebrek aan bloemen en nectar. De lage grondwaterstand leidt bovendien tot minder toestroom naar beken, die daardoor droogvallen. Jammer voor de boomkikker en de knoflookpad.
Een speciaal probleemdossier vormen de veenweidegebieden. Door het onttrekken van grondwater verdroogt het veen en daalt de bodem. Al decennia. Wat weer zorgt voor veel CO-uitstoot, los van alle gevolgen voor flora en fauna. De ellende wordt nog groter als we denken aan de fundamenten van al de gebouwen die de afgelopen jaren ver(z)wakken door een te lage grondwaterstand. Er zijn schattingen dat het ons de komende jaren miljarden gaat kosten om de schade van verzakkingen te bestrijden. Heel Nederland een ‘Groningen’.
De waterschappen gaan in ons land over de grondwaterstand. Stel dat het bovengenoemde, dringende advies van de Rekenkamer Oost-Nederland door de twee provincies wordt overgenomen, dan nog kunnen de waterschappen de uitvoering daarvan naast zich neerleggen. Zij hebben een eigen wettelijke bevoegdheid en worden, anders dan provincies en gemeenten, niet werkelijk door democratisch gekozen vertegenwoordigers bestuurd. Grote invloed hebben de geborgde zetels van diverse boeren- en andere organisaties. Samen met de wel gekozen vertegenwoordigers van de boerenpartijen CDA, CU en SGP, plus de ondernemerspartij VVD, hebben ze een meerderheid in de waterschappen. Hiermee saboteren ze systematisch de verhoging van de grondwaterstand.
Het gaat zo. Als het in februari hevig regent, doen de waterschappen hun uiterste best om het hemelwater zo snel mogelijk te lozen. Want op land dat een beetje drassig is, zakt immers het superzware materieel van de boeren weg. Bovendien ploegen boeren graag diep om onkruid te verwijderen, om te bemesten en landbouwgif te injecteren. Grondwater is daarbij hinderlijk. Als mede hierdoor al snel, soms in april, de grondwaterstand zo laag wordt dat het gewas dreigt te verdrogen, beginnen de boeren te sproeien. Als razenden. Tot diep in augustus. Ik woon midden in een waterwingebied van Vitens. Toch worden in dit gebied heuse waterkanonnen soms 24 uur per dag – ook als het een keer regent – ingezet. Wekenlang. Wellicht moeten bedrijven als Vitens eens hun hand in eigen boezem steken.
In Brabant begrijpen ze beter wat er aan de hand is dan in Gelderland. De provincie kampt als alle met een structureel watertekort. Een onafhankelijke commissie adviseert Brabant vooral het gebruik van grondwater drastisch terug te dringen, in het rapport Zonder water, geen later. De landbouw moet 20 tot 40 procent minder grondwater onttrekken, de grondwaterpeilen verhogen en vooral in de omgeving van natuurgebieden geen gewassen meer telen die veel water nodig hebben. Waterschappen moeten veel meer water vasthouden en infiltreren in de bodem, en ook moeten ze meer afvalwater zuiveren dat opnieuw kan worden gebruikt. Want het schaarse grondwater wordt nu ongebreideld en veelal laagwaardig gebruikt. Hiervoor gelden namelijk weinig regels en veel vrijblijvende adviezen.
Overigens, niet alleen boeren dragen bij aan een steeds lager wordende grondwaterstand. De grootschalige papierindustrie bij het Gelderse Eerbeek is een groot waterverbruiker, die het water onder de Veluwe wegpompt. Hierdoor vallen beken droog etc (zie boven). Het verantwoordelijke waterschap Rijn en IJssel pakt uiteraard de fabrieken met dezelfde fluwelen handschoenen aan als de agrarische sector en beperkt zich tot incidentele symptoombestrijdinkjes.
Ecomodernisten. Op hen zetten de boeren en ondernemers die alles bij het oude willen laten hun gok in – in Nederland tref je ze vooral in Wageningen. Echte optimisten volgens wie landbouw en veeteelt ecomodern nog steeds kunnen groeien, ondanks de steeds strengere regels van de landelijke en Europese overheid. Want alle problemen kunnen immers via slimme technieken worden opgelost. Denk aan die leuke studenten uit Delft die telkens elk jaar de wedstrijd met zonnewagens winnen. Wageningen is echter geen Delft en de ecomoderne wondermiddelen zijn vaak nog niet eens getest, en zo ja, dan blijken zowel de neveneffecten als de totale kosten onduidelijk, maar wel zorgwekkend. Ecomodernisten willen bovendien de structureel falende agromarkt beschermen, maar menen anderzijds wel dat de overheid al hun voorgestelde creatieve innovaties betaalt. Begrijpelijk dat zij geliefd zijn bij de megaboeren en hun lobbyclubs, de producenten van veevoer, kunstmest en bestrijdingsmiddelen en zuivelproducten, annex de slachterijen en de supermarktconcerns. Niet te vergeten de transportsector die al hun producten vervoert. En de banken. Innovaties, zoals die prachtige emissiearme stallen. Maar volgens de Raad van State, het CBS en de Commissie Deskundigen Meststoffenwet werken ze niet.
Daarom zorgen ecomodernisten en hun volgers voor veel kapitaalverlies. Boer X heeft een substantieel bedrag in zo’n stal geïnvesteerd en de bank is gaarne bereid hem daarvoor geld te lenen – anders dan aan zijn biologische buurman. Nu zijn stal uiteindelijk niet werkt, moet zijn bedrijf krimpen. Kapitaalsverlies. Collega Y is slimmer en luistert beter naar Wageningen. Maar diens investeringen blijken jaren later evenmin aan de intussen aangescherpte regels te voldoen. Zelfde verhaal. Een paar jaar geleden werd een plan gelanceerd om water uit de IJssel naar droge zandgronden in de Achterhoek te transporteren. Heel duur en ingewikkeld, zodat we er uiteraard nooit meer iets van hebben gehoord. Deze dagen is er een ecomoderne pilot die klei uit het Gelderse rivierengebied naar de hoger gelegen zandgronden in het oosten van de provincie vervoert. Klei houdt immers water langer vast. Onduidelijk of het echt gaat werken. Het enige wat werkt, is – zoals in Brabant geadviseerd – een structurele verhoging van het grondwaterpeil. Daarom is het voorgestelde stikstofbeleid van Rutte IV een zegen voor boerenland en natuurgebieden. Wanneer de drastische reductie van de veestapel gepaard gaat met kleinschaliger en circulaire methoden, dan hoeft er niet meer diep worden geploegd en is er geen superzwaar materieel meer nodig. Niet alleen de kwantiteit van het water gaat omhoog, maar ook de kwaliteit, met minder (kunst) mest, landbouwgif en stikstof.
Goed nieuws. Laat ik eindigen met het derde krantenbericht.
U en ik hebben terecht moeite met de boeren die toch tegen alle adviezen in vanaf 2015 meer vee hebben aangeschaft en nieuwe stallen hebben gebouwd, in de hoop dat alles wel los zou lopen. Omdat ze zo te zien niet gestraft worden voor hun botte onwil en geldzucht, maar juist beloond. Want we zien nu al diverse gevallen van dit type boeren dat voor miljoenen blijkt uitgekocht. Maar…onlangs heeft het Interprovinciaal Overleg minister Van der Wal geadviseerd de stikstofwetten en -regels aan te scherpen. Bovendien willen de provincies ook dat het makkelijker wordt boeren te onteigenen of hun vergunning in te trekken.
Hopelijk neemt Remkes alle zinnige ideeën mee, dit vooral in een mooi perspectief voor al de boeren die de afgelopen jaren wel degelijk hebben geïnvesteerd in kleinschalige, circulaire biologische en andere methoden. For the rest, who cares?