Amsterdam staat met stip op nummer 1 als stad met het minste groen van Nederland
Hoe ziet Amsterdam er in 2050 uit? In de Omgevingsvisie 2050 belooft het Amsterdamse college van GroenLinks, PvdA, SP en D66 maximaal te verdichten, rigoureus te vergroenen en samen met bewoners de stad te maken. Het leest als een groen sprookjesboek, maar in de praktijk van het stadsbestuur ziet er helaas heel anders uit.
150.000 woningen bouwen op het huidige oppervlak van Amsterdam én meer en betere natuur door de hele stad beloven? Amsterdammers zijn helemaal niet gerust op al die mooie, groene beloftes en vergezichten, net als de Partij voor de Dieren. Amsterdam staat met stip op nummer 1 als stad met het minste groen van Nederland. En dat groen neemt ook in hard tempo af. Zo werd al berekend dat in 13 jaar tijd 600 voetbalvelden aan groen is verdwenen, terwijl groen juist zo belangrijk is voor de leefbaarheid van de stad en het geluk en de gezondheid van stedelingen. En groen is ook hard nodig in het licht van de klimaat- en biodiversiteitscrisis.
Groene stadsnatuur, de stadsparken, scheggen en volkstuinen staan stevig onder druk bij dit college. Amsterdammers dienden dan ook vele zienswijzen in op de Omgevingsvisie 2050. Ze zien al jarenlang dat natuurgebieden ingezet worden voor intensieve recreatie, bomen worden gekapt voor evenemententerreinen, plastic kunstgrasvelden worden gepland in ecologische gebieden en volkstuinen worden bedreigd. Zelfs begraafplaatsen zijn recreatiebestemmingen geworden! Bij nieuwbouwprojecten worden de normen voor vierkante meters groen en sport vaak niet gehaald. En zo wordt bouwen, bouwen, bouwen steeds meer stouwen, stouwen, stouwen.
Hoe worden de mooie woorden uit de Omgevingsvisie in de praktijk gebracht door dit stadsbestuur? Het grootste woningbouwproject van Amsterdam is Haven-Stad met 40.000 – 70.000 woningen. In dit nieuwe stadsdeel – zo groot als de stad Leiden of Maastricht – komt te weinig groen en het gaat ook zeer ten koste van het groen voor de inwoners in Amsterdam Centrum en West. Amsterdammers die nu al het minste groen per inwoner hebben.
Het college had bedacht dat het nu al superdrukke Westerpark het park van Haven-Stad zou worden. Een motie van de Partij voor de Dieren om het Westerpark buiten de berekening van de groennorm voor de nieuwe wijk te houden is door de voltallige gemeenteraad aangenomen, maar de wens van het hoogste democratische orgaan wordt door wethouder Van Doorninck keihard genegeerd. Grote stukken van het Westerpark worden toch meeberekend. Er komt geen centimeter groen bij, maar het projectteam zegt vrolijk dat er nu zelfs een overschot aan groen is in Haven-Stad!
En dan neemt de gemeente ook nog een flinke hap uit het groen voor de infrastructuur. Dwars door het Westerpark en de volkstuinen staan tram-/busbanen en diverse fietssnelwegen in de planning. Het park wordt in tweeën gesplitst, het drukke verkeer wordt het park binnengehaald en de ecologische verbindingen verbroken. Het leefgebied van de vos, ijsvogel en ransuil wordt verstoord, maar ook van de Amsterdammer die op zoek is naar rust en ruimte om even te ontsnappen aan de drukke stad. Is dit wat het college bedoelt met meer en betere natuur?
En dan de stad, maken we die in Amsterdam echt samen? Avonden en avonden is er geparticipeerd over bijvoorbeeld het Westerpark, de Meervaart of de Gaasperplas. Als je als Amsterdammer het groen wil beschermen heb je een dagtaak aan inspraakavonden, zienswijzen en inspreken bij stadsdeel of gemeenteraad, maar met ‘de input van onderop’ wordt vrijwel niks gedaan. Participatie is bij dit college niets anders dan praten en gewoon doorgaan waar zij mee bezig is.
Het college zit met een roze bril op en belooft Amsterdam sprookjes. Heel veel nieuwbouw in de stad gaat ten koste van het groen. De Amsterdamse stadsnatuur kun je niet straffeloos kapot maken en repareren met wat geveltuintjes of een groen dak. Als ons groen onder beton en asfalt verdwijnt, dan gaat de leefbaarheid in de stad voor mens, dier en natuur hard achteruit. En het lijkt me nou niet dat juist dat de visie moet zijn voor onze leefomgeving in 2050.