Wat zou het goed zijn geweest als de organisatoren alles op alles hadden gezet om de heropening van de bioscopen aan te grijpen om van de opening een feest te maken
Nico Haasbroek becommentarieert wekelijks ontwikkelingen in de media.
Het 51ste Internationale Film Festival Rotterdam, IFFR, dat gisteravond van start ging en tot 6 februari duurt, is alleen online te volgen. Wat een blunder. Juist nu dankzij de versoepelingen alle bioscopen weer open mogen. Dat zat er aan te komen. Onbegrijpelijk daarom dat de organisatoren niet een tweede scenario achter de hand te hebben gehouden om er – al was het maar gedeeltelijk – toch een publieksvriendelijke invulling aan te geven.
Dat dat niet is gebeurd zal te maken hebben met het feit dat de leiding van het IFFR berust bij een buitenlandse directrice, Vanja Kaludjeric, en een zakelijke leider, Marjan van der Haar, die geen Rotterdammer is. Als je de cultuur van de stad Rotterdam niet aanvoelt, dan houdt alles op. Vergeet niet dat het 50-jarig bestaan er vorig jaar ook al bij ingeschoten is.
Traditiegetrouw was de openingsavond altijd iets heel bijzonders waar Rotterdammers en filmliefhebbers elkaar tot in de late uurtjes ontmoetten. Heel veel mensen leefden toe naar dat moment. Het ging veel meer om het sociale contact, drinken en dansen, dan om wat voor openingsfilm er draaide. Als men mij vroeg wat ik van die film vond, dan zei ik steevast: ”Ik vond de verhaallijn nogal dun.” Ook al was die dik. Dat zou ik dit keer ook over ‘Please Baby Please’, die online werd vertoond, gezegd hebben. Voor velen, Vanja en Marjan, was de start van het festival een vast en favoriet jaarlijks ritueel.
Wat zou het goed zijn geweest als de organisatoren alles op alles hadden gezet om de heropening van de bioscopen aan te grijpen om van de opening een feest te maken. In De Doelen is meer dan genoeg plaats voor de maximaal toegestane hoeveelheid mensen. De vertoning van de openingsfilm had, net als anders, in de Grote Zaal plaats kunnen vinden. Laten we zeggen, van 17.00 uur tot 22.00 uur. Met een vrolijke borrel, een toespraak van de burgemeester en veel ruimte voor muziek en ontmoeting. Janneke Staarink, die eerst directeur van het IFFR was en nu van De Doelen, zou aan zo’n idee graag haar medewerking hebben verleend. Dat weet ik zonder dat ik dat weet.
En hoe leuk zou het zijn geweest als Rotterdammers en andere bezoekers in staat zouden zijn geweest om in Pathé, KINO, de Oude Luxor, Lantaarn Venster en al die andere zalen tegen een gereduceerd tarief naar een bijzondere festivalfilm te kijken. Om de film te vieren, geheel in de traditie van dit festival. Waar een wil is, is een weg.
Een online festival is de dood in de pot en biedt sponsors argumenten om af te haken. Ik weet ook wel dat jullie niks aan de pandemie kunnen doen, dat het IFFR-publiek thuis kan kijken, dat je kan zoomen en streamen. Maar een festival zou nooit voor zo’n digitale benadering (en Engels als dominante taal) moeten kiezen.
Ik ben een van de grijze tijgers van het IFFR. Dat is een club van festivalgangers van het eerste uur. We hebben oprichter Huub Bals meegemaakt, in zijn trui, die je altijd dwong om een oordeel uit te spreken over wat je gezien had. Dat waren de beginjaren in het oude Lantaarn Venster. Daarna groeide het festival uit tot een van de grootste festivals van de wereld, met meer dan 300 duizend bezoekers per jaar.
Het bijzondere was dat het IFFR altijd bleef draaien om de liefde voor de film en het steunen en stimuleren van beginnende filmers over de hele wereld. Het ging nooit om Hollywood. De honderden vrijwilligers droegen ook bij aan het succes van het festival. Je beste beentje voor zetten omdat je trots bent op Rotterdam. Jarenlang waren duizenden filmliefhebbers bereid om naar tientallen goede maar ook hele slechte films te kijken. Het ging om de sfeer. Of het nu in Hilton was, De Doelen of in de oude bar van Centraal.
Wat nog wel kan is een bezoek brengen aan het IFFR-winkeltje in De Doelen om bij Michelle een T-shirt of muts met het logo van het festival te kopen. Ik ben doodsbang dat wat het IFFR uniek maakt, als het ware langzaam maar zeker in de cloud verdwijnt. Dat de R van IFFR er straks niet meer zal zijn.