Schrijver Abdelkader Benali recenseert de eerste Zomergasten: Wat me verbaast is hoe een man wiens beste vriend door een fundamentalist is vermoord tien jaar later nog altijd niet verder komt dan borreltafelgeklets
Het Eurovisie Songfestival voor intellectuelen is gisteravond weer begonnen. Chipje, drankje, nootjes op tafel. Zomergasten. Het jaarlijkse ritueel, ingeluid met de plichtmatige interviewtjes in de VPRO-gids, ondersteund door geroezemoes op de social media en het bekende gezeur over de presentator: “beter-dan-Adriaan-van-Dis-wordt-het-niet.”
Zomergasten leeft van de hype. Teveel mensen willen er iets van vinden, torenhoge verwachtingen die nooit meer waargemaakt gaan worden en die oer-Hollandse verslaving aan teleurstelling na afloop. De kater is interessanter geworden dan de drank.
Afijn, gisteren beten presentator Wilfried de Jong (gestoken in de kleur van de glorieuze Islam, groen) en beroepszuiger en cabaratier Hans Teeuwen het spits af. Een disclaimer die ik bijvoeg is dat ik geen lid ben van de fanclub van Hans Teeuwen. Bij mij dus geen mantel der liefde. Ik ben niet verliefd.
Wie van het uitgestreken gezicht van Teeuwen geniet, had een topavond. Het is zijn boodschap aan de wereld: hier, mijn uitgestreken gezicht, doe er iets leuks mee. Het vrijblijvende cynisme van de jaren negentig gemixt met het platte engagement van de afgelopen tien jaar gekruid met een hartgrondige afkeer van alles wat naar macht en religiositeit neigt.
Lekker trollen, vinnige steken onder water en de hele tijd duiken, duiken, duiken wanneer een vraag te ingewikkeld wordt, te diep wil gaan of hem domweg niet zint – hoe hard Wilfried ook probeerde. Die houding maakte ook dat Wilfried niet lekker in de wedstrijd kwam. Maar was het ook een goede avond? Ging het de heren lukken om binnen het concept van Zomergasten er een mooi gesprek van te maken met ruimte voor schoonheid, waarheid en humor?
De onderwerpkeuze ligt bij voorbaat vast, je weet wel een beetje waar Hans Teeuwen qua meningen op koerst, dus al het leuke zit ‘m in een spannende, intense, grappige, melige, uitzinnige, rare, verbijsterende interactie tussen presentator en gepresenteerde nadat ze het televisiefragment hebben gezien. Twee mannen, in dit geval, kijken naar beelden en gaan daar dan spannend over steggelen. Dat gebeurde niet echt. Concreet zat er maar een meter of wat tussen de twee mannen, maar gevoelsmatig leek de tafel waar ze aanzaten honderd meter lang. Dieptepunt waren de fragmenten die aansloten op de islamkritiek van Hans Teeuwen. Het was vervelend gebrabbel. Ik weet dat in de grachtengordel rond het kringetje van Theo van Gogh men er ad nauseam op wijst dat men van islamfobie vrij is, maar de conduitestaat van de afgelopen twaalf jaar wijst ergens anders op. Gaat men de discussie over de Islam aan dan kiest men voor gekken en dwazen zoals komediant en imam van het secularisme Pat Condell die een diatribe tegen moslims afstak waar zelfs Adolf Hitler een puntje aan kan zuigen, qua intensiteit. Een ouderwetse rant die prompt op Twitter voor een pogrom zorgde op alles en iedereen met een vreemde achternaam. In het beste geval zorgde deze keuze voor wat ontlading. De wellicht zinnige boodschap van Condell schoot langs me heen bij gebrek aan zinnige duiding van op het eerste gezicht nogal platte emoties.
Teeuwens kritiek betrof niet alleen moslims, er was ook ruimte voor zelfkritiek. Fijn. Zo had hij gewild dat hij wat meer lef had gehad na de moord op Theo van Gogh om zich uit te spreken want dat deed hij niet. Nu wel. Als hij Marokkaantjes op straat tegenkwam bleken die uiteindelijk toch ook te willen luisteren. Ook hier voerden wantrouwen, agressie en verbittering de boventoon. Toen brak mijn klomp. De laatste keer dat ik een discussie zag met moslims slachtte hij de schaapjes van Halal af. Het was allemaal niet netjes maar Nederland was blij dat er iemand opstond tegen de sharia-meisjes. Teeuwen deed nu eventjes zijn best om moslims van een humaan vernisje te voorzien. Het waren toch ook mensen.
De fulminerende afkeer van diversiteit in Nederland werd razendsnel ingewisseld voor een kijk-mij-eens vertrouwdheid met de multiculturele samenleving want Hans Teeuwen ging ook in discussie met Marokkaantjes (knipoog, knipoog!) die natuurlijk een paar treden lager stonden op de biologische ladder. Onvervalst koloniale reflex, al zal hij dat zelf niet zo voelen. Even werd het spannend maar Wilfried de Jong had zichtbaar moeite grip te krijgen op de in intellectuele Schwalbes grossierende Teeuwen. In het intellectuele debat zou hij allang met rood het veld uit zijn gestuurd. Behoedzaam ging De Jong op zoek naar de diepere laag achter die afkeer van religie en Islam in het bijzonder. Het ging niet van harte. Woede, onbegrip, afkeer hebben in het theater van Hans Teeuwen een frontseat en zijn een prachtige drijfveer op de bühne, maar bij het analyseren van complexe zaken, zoals verhouding tot moslims in Nederland, weinig van node. Wat me verbaasde is hoe een man wiens beste vriend door een fundamentalist is vermoord tien jaar later nog altijd niet verder komt dan borreltafelgeklets.
Liever dan Charles Manson had ik hem Mohammed Bouyeri willen horen analyseren want ook in Mohammed B. wil ik een afgezant van Allah zien.
Momenten van ontroering waren er weinig. Heel even leek er met de muziek van Bach, uitgevoerd door eigenheimer Glenn Gould, ruimte te komen voor kunst, tederheid, bewondering, stilte, bewondering. Mispoes. Pats, nee. “Waarom zit Glenn Gould zo dicht op de piano?” Hans Teeuwen met het uitgestreken gezicht. Het werd allengs vervelender en vervelender. De Zomergasten van zondag 28 juli 2013 was supersterke plaatjes bij waterige praatjes.