Lief zusje,
In mijn vorige brief vertelde ik je dat ik mama voorlees uit het boek De Reus uit de Rif van Mohammed Benzakour, een vast momentje voor ons twee met instemmende hummetjes en af en toe een schaterende lach aan haar kant van de lijn.
Vandaag vroeg ik haar: ‘Mam, wat is het beste boek van 2024?’ Ze hoefde er geen seconde over na te denken en zei met volle overtuiging: ‘De Reus uit de Rif, natuurlijk!’
‘Waarom is het volgens jou het beste boek?’
‘Benzakour schrijft het allemaal zo prachtig op. Ik kijk altijd uit naar zijn verhalen. Dit zijn de leuke dingen in het leven. Echt een geweldige verhalenverteller, een chroniqueur, kom daar tegenwoordig nog eens om. Ik geniet ook van de oude dingetjes die ik nog herken. Je proeft het, je ruikt het, je voelt het bijna. Ik krijg echt een beeld bij zijn verhalen.’
‘Ik schrijf mee. Vertel maar, mama. “Oude dingen”?’
‘Ja, het werken in de fabriek, de gulden, de Opel Kadett, de komst van de televisie, het fietsbanden plakken, de Elfstedentocht en die gore koetjesrepen. 'Heerlijk ouderwets.’ ‘Nee, maar daarin ook weer actueel, jaja.’ ‘Natuurlijk over de migratie, over hoe hij zijn vader dat heeft beleefd, de ontberingen en verschrikkingen die hij heeft doorstaan, in Algerije, in Marokko, en kijk nu om je heen, je hoeft het nieuws maar aan te zetten. Hoe gaan we om met mensen die hier hun toevluchtsoord hebben gezocht. Verhalenvertellers heb je nodig, verhalenvertellers die je daarin meenemen. En dat is hij pur sang. En jij leest het ook heerlijk voor.’
‘Dank je, mam.’
Zusje, ik vind het wonderlijk dat mama en ik dezelfde liefde delen voor de boeken en verhalen van deze schrijver. Volgende maand is het vijf jaar geleden dat ik voor het eerst in aanraking kwam met het werk van Benzakour. Het was het verhaal van De ezel en de puntmuts, dat me destijds greep. Ik was ook meteen gegrepen door zijn schrijfstijl. Zoals mama al zei: ‘Het is zo beeldend.’ En daar kan ik me helemaal in vinden. Wanneer ik zijn verhalen lees, is het alsof ze tot leven komen.
Wat ik bijzonder vind aan zijn verhalen is het poëtische feeërieke karakter ervan. Zo doet zijn verhalenbundel ‘De ogen van Fadil’ me denken aan het kleine meisje dat ik ooit was, dat hield van lezen en opgroeide met gedichten, sprookjes en korte verhalen, en dat zich liet betoveren door de magie van woorden. Jij kende diezelfde liefde voor sprookjes en verhalen.
Zo was jij dol op het verhaal van 101 Dalmatiërs, gebaseerd op de beroemde Disneyfilm, waarin Pongo en Perdita hun pups moeten redden van de boze Cruella de Vil. Het verhaal van De Kleine Zeemeermin sprak je ook enorm aan, met Ariël die haar dromen achterna gaat en het koninkrijk van de zee verruilt voor het leven aan land.
Mijn lievelingssprookje was het meisje met de zwavelstokjes van Hans Christian Andersen, wat gaat over een arm meisje dat op oudejaarsavond in de sneeuw op haar blote voetjes loopt en zwavelstokjes probeert te verkopen. Ze mag niet thuiskomen voor dat ze alle zwavelstokjes heeft verkocht, anders kan het gezin geen brood kopen. Omdat niemand de zwavelstokjes koopt, steekt ze één voor één aan. Telkens wanneer ze een zwavelstokje aansteekt, krijgt ze een kort moment van warmte en licht. In haar verbeelding ziet ze bijvoorbeeld een warme haard, een prachtig versierde kerstboom met ballen, kaarsjes en pakjes. En al die pakjes zijn voor haar. Ook ziet ze haar overleden grootmoeder die haar optilt en meeneemt naar de hemel. Deze momenten zijn een manier voor haar geest om tijdelijk te ontsnappen aan haar verschrikkelijke situatie.
En dat is wat ik zo mooi vind aan verhalen, dat ze net als zwavelstokjes, een vorm van troost en hoop kunnen bieden, zelfs als het maar voor een korte tijd is. Ze kunnen een lichtpuntje zijn in donkere tijden door ons even te laten ontsnappen aan de zorgen en moeilijkheden van het dagelijks leven. Verhalen brengen ons naar andere werelden.
Als ik denk aan de parallellen tussen de verhalen van de vader van Mohammed Benzakour, de reus uit De Rif, het meisje met de zwavelstokjes en 101 Dalmatiërs, dan zie ik dat de verhalen dezelfde universele thema’s bevatten als liefde, hoop, zorg, trouw, bescherming en doorzettingsvermogen. Ondanks de verschillende achtergronden en omstandigheden van de personages, leren zij ons dat, zelfs in de zwaarste tijden, liefde, hoop en vastberadenheid de krachtigste drijfveren zijn om door te gaan.
Verhalen kunnen onze levens verrijken, en schrijvers zoals Benzakour inspireren ons om onze eigen verhalen te delen, zoals ik nu doe. Dit brengt me bij het einde van deze brief, lief zusje. Ik wil deze brief nog voor de ochtend meegeven aan de postduif, zodat je hem voor het hemelse ontbijt ontvangt. Dan kun je nog wat lezen en geef vooral mijn hartelijke groeten aan de vader van Benzakour.
Met liefde,
Je zus.
P.S Over de postduif geschreven, ik moet je nog iets vertellen over een Madagaskarwever die ik tegen kwam op de moestuin. Ik schrijf je snel weer.