© cc-foto: Amir Appel
Al jaren valt me op dat de term ‘gemeenschap’ in contexten wordt gebruikt, waarbij mensen eigenlijk iets anders bedoelen. ‘Gemeenschap’ even tussendoor erin fietsen terwijl ‘samen’ en ‘groep’ bedoeld wordt, is niet slim en niet onschuldig. Vooral omdat de meeste mensen in de vrije, civiele samenleving niet helemaal meer weten wat een gemeenschap nou precies is. Voeg daar bij dat mensen het fenomeen ‘gemeenschap’ tegenwoordig veelal gaan romantiseren.
Hoe vaak heb je een gesprek gevoerd waarin ‘gemeenschap’ iets betekende als ‘samen’ of ‘groep’? Oftewel, dat wat ik communal noem? Hoeveel verschillende, concrete betekenissen en nuances heb je kunnen onderscheiden in al die gesprekken? Hoeveel van die nuances waren eigenlijk generalisaties? Hoe vaak hoorde je bijvoorbeeld ‘gemeenschap’ waar iemand slechts één individu bedoelde?
Wanneer je denkt aan het oeroude verschijnsel ‘gemeenschap’, weet je dan wel wat daaronder verstaan wordt? Of heb je slechts een idee van diverse aspecten die horen bij een gemeenschap? Als je het woord ‘gemeenschap’ gebruikt of hoort vallen, heb je daar dan een positief, negatief of neutraal gevoel bij? Welk gevoel komt het meeste in je op?
Dit zijn uiterst belangrijke vragen om collectief te kunnen reflecteren en mensen bewust te maken als het gaat om hoe we met taalgebruik, concepten en sociaal-psychologische, -filosofische, -culturele, -organisatorische èn -spirituele dimensies omgaan. Vooral omdat steeds meer mensen het fenomeen ‘gemeenschap’ vandaag de dag romantiseren, inclusief de tijden van de Verzuiling.
Eisen, daar waar het om keuzes had moeten gaan
Als die verheerlijkende lijntjes in het brein gaan lopen, kom je voor je het weet uit op het idee dat vroeger alles beter was. Vroeger, als in de tijd van vóór de globalisering en digitalisering. Van de alomtegenwoordige Nederlandse keuken en taal. Van vóór woke.
Van machthebbenden die de macht hadden en als autoriteit een vaste plek innamen, omdat gehoorzaamheid het steevast won van veiligheid. Van machthebbenden die met eisen kwamen, daar waar het om keuzes had moeten gaan. En daarmee, structureel tegen de morele kernovertuigingen van vele individuen in bleven handelen.
Vroeger, als in de tijd dat mensen zich minder gemakkelijk durfden uit te spreken en het belang van anderen, niet alleen voor, maar regelmatig ten koste van het eigen belang ging. Van persoonlijke blauwdrukken die altijd hebben bestaan, maar soms mensenlevenslang nooit ontdekt zijn. Deze reality check is broodnodig.
Kortom, je zou kunnen zeggen dat als we nu zomaar het woord ‘gemeenschap’ gebruiken, we dan met weemoed verwijzen naar soms wazige, positieve elementen uit het verleden, die destijds slechts voor sommigen golden. Dat het positieve het wellicht niet wint van al het negatieve bij het woord ‘gemeenschap’. Ook als we de huidige (gesloten) gemeenschappen onder de loep nemen. Zou het?
Ik wil beweren dat het te pas en te onpas gebruiken van ‘gemeenschap’ inderdaad niet onschuldig en niet slim is. Je zou het voor het gemak kunnen vergelijken met het woord ‘narcist’. Te pas en te onpas strooien we ermee rond, terwijl narcisme een gruwelijk verschijnsel is. Laat me dit uitdiepen.
Contouren van ‘gemeenschap’
Gelukkig is leven en laten leven vandaag de dag over het algemeen nog een ijzersterk streven in onze vrije, civiele samenleving. Velen ‘doen hun ding’ binnen de afgestemde kaders van jurisprudentie èn moresprudentie. Maar helaas is leven en laten leven nog altijd een privilege. In onze maatschappij hebben we namelijk nog een hoop mensen die binnen opgelegde, georganiseerde constructen leven en op alle mogelijke manieren beperkt worden in hun vrijheid.
Ondertussen hebben, zoals gezegd, veel mensen tegenwoordig een onvolledig beeld bij waar ‘gemeenschap’ nou echt voor staat. Als je mensen vraagt naar de betekenis van het woord, kunnen ze alleen een aantal aspecten van binnen zo’n gemeenschap benoemen.
Laat me daarom eerst de contouren van het woord ‘gemeenschap’ schetsen. Want zonder contouren wordt een afweging van het positieve versus het negatieve van het fenomeen ‘gemeenschap’ een lastige taak. En natuurlijk wordt het vervolgens bijna onmogelijk om in te schatten met welke risico’s op integriteitsschendingen gemeenschappen gepaard gaan. En dat in letterlijk iedere gemeenschap, in welk land dan ook.
Als je aan de echte betekenis van het verschijnsel gemeenschappen denkt, denk je dan aan de klassieke definitie van een groep mensen die planmatig samenleeft of samenwerkt? Of aan een onderdeel van een samenleving, bestaande uit mensen die een kenmerk gemeen hebben, bijvoorbeeld afkomst of geloof? Een kenmerk waar binnen de groep veel gewicht aan wordt gegeven en waarmee er geclusterd wordt? Ik vermoed van wel.
Mijn definitie van het fenomeen ‘gemeenschap’ is het volgende: een gemeenschap is een georganiseerde structuur die op drie pilaren steunt, namelijk op familiesystemen, geloofssystemen en institutionele systemen (@ Dina-Perla Portnaar, 2023). Het fijne hieraan is, is dat je je waarschijnlijk een betere voorstelling kunt maken van een structuur met uiterst complexe lijnen, verbanden en verhoudingen. Ik ga dit laten zien aan de hand van mijn startpunt in het leven, dus mijn jeugd.
Familiesystemen, geloofssystemen en institutionele systemen
Familiesystemen verwijzen naar het construct waarin ik geboren ben, inclusief de biologische en aanverwante relaties en hun fysieke, emotionele, intellectuele en spirituele kenmerken. De wortels van de diverse afkomsten en de bijbehorende wereldgeschiedenissen van de betrokkenen beschouw ik als onderdeel van het familiesysteem. In mijn geval Noord-Afrika, Frankrijk, Oekraïne, Rusland en Italië. De regimes van Hitler, Lenin en Stalin, de dekolonisatie en de fragmentatie van het verspreid emigreren.
Geloofssystemen gaan over Joods zijn en Joods leven als overkoepelend geheel, volgens de lijnen van zowel het Asjkenazische (vaderskant) als Sefardische (moederskant). Later Chassidisch en nog specifieker Lubavitsch, Chabad (moederskant). Binnen al die categorieën kan ik nog een onderscheid maken, namelijk ultraorthodox als classificering, hiërarchie en matrix. Geloofssystemen gaan ook over de kerkelijke stromingen. Oftewel, bij welke synagogen ik als kind aangesloten was. In Nederland is die variatie behoorlijk beperkt, maar dat terzijde.
Institutionele systemen duiden op organisaties die in een gemeenschap centraal staan, namelijk psychiatrie, zorg, begraafplaatsen, musea, media, onderwijsinstituten en ga zo maar door. En op zaken zoals belangen, belanghebbenden, reputatie en middelen.
In alle drie de pilaren kunnen de principes van vrijheid, gelijkheid, diversiteit, heterarchie en democratie beperkt en zelfs non-existent zijn. Alle drie de pilaren kennen eigen geschreven en ongeschreven regels en onderlinge verbanden, die van de civiele samenleving kunnen afwijken – soms grondig. En waar de civiele samenleving weinig tot geen vat op heeft. Dit is wat er bedoeld wordt met gesloten gemeenschap (@ Dina-Perla Portnaar, 2023).
‘Gesloten’ gaat in deze tijd niet meer over een tastbare afscheiding van de rest van de samenleving, zoals een getto, maar over de afgestemde kaders van jurisprudentie èn moresprudentie.
Morele mismatches
Binnen, tussen en buiten de drie pilaren kunnen er (enorme) morele en juridische mismatches bestaan. Tussen de gemeenschap en het collectief, of individuen uit het collectief. Tussen individuen binnen de gemeenschap en de gemeenschap. En ga zo door met de lijntjes. Denk ook aan de impact van sociaal-psychologische kwesties en transgenerationele patronen, waaronder trauma, in het meest milde geval. En aan eergerelateerde misdaad, in het meest onheilspellende geval.
Kortom, soms leidt een mismatch tot (enorm veel) persoonlijk leed, ook wel morele verwondingen. Zeker in het geval van een vorm van trauma, bijvoorbeeld door vormen van dwang, het gedrag van andere gemeenschapsleden, idem (denk aan misstanden) en verschil in opvattingen tussen het individu en de gemeenschap. Ook wel, de drie hoofdredenen voor mensen om gemeenschappen te verlaten.
Een andere keer leidt een mismatch tot vooroordelen, vooringenomenheid, onbehagen en andere vormen van onbegrip, ongelijkwaardigheid en uitsluiting. Ook wel racisme en discriminatie.
Problemen van nu
Nu je dit weet, kun je ongetwijfeld goed volgen dat niemand per se tegen zogenaamde communal kenmerken zou moeten willen zijn, omwille van ertegenaan schoppen. Een klassiek voorbeeld van communal is een bijeenkomst, waar velen kracht uit kunnen putten. Maar je kunt je wel voorstellen dat je te alle tijden zou mogen bevragen of er sprake is van verbinding en nieuwsgierigheid bij een communal kenmerk, of van controle en macht als doel? Je zou altijd mogen willen onderzoeken hoe het echt in elkaar zit.
En nu je iets meer begrijpt van de substantie van de term ‘gemeenschap’, doordat je je een voorstelling kunt maken van de mogelijke risico’s op integriteitsschendingen waar de drie pilaren een centrale rol in spelen, kun je ongetwijfeld goed volgen dat we tegelijkertijd ook niet blind moeten zijn voor het goede van vroeger.
Blind voor hoe we in bepaalde zaken zijn doorgeschoten en daarmee waardevolle elementen voor de levenskunsten zijn kwijtgeraakt. Kijk maar om je heen en het is duidelijk dat de balans soms ver te zoeken is en dat er nieuwe problemen zijn ontstaan. Net als de verheerlijkende lijntjes in het brein over de Verzuiling is dat evengoed zorgwekkend.
De vraag is alleen of de nieuwe problemen in verhouding staan tot vroeger. Vooralsnog vind ik van niet. Ik vind de bewegingen die gaande zijn, waarmee we terug worden geduwd richting het slechte van vroeger, vele, maar dan ook vele malen zorgwekkender. Bovendien zijn de problemen in sommige gemeenschappen in de echte betekenis van het woord vandaag de dag nog erger dan vroeger.
Daarbij vind ik het te generaliserend en bekrompen om te veronderstellen dat iedereen tegenwoordig moeite heeft met de individualisering, omdat ze stuurloos met hun leven aan de oppervlakte zouden blijven drijven en geen eigen verantwoordelijkheid zouden kunnen nemen. Bijvoorbeeld in het kader van zingeving, verbinding met anderen, of naasten hulp bieden. Voor sommigen zal dat heus wel gelden, maar zeker niet voor iedereen. En voor wie dat wel geldt, zijn er genoeg opties te vinden in het domein van ‘communal’.
Het mooie van ‘communal’ loopt nog altijd door, of wordt op andere manieren ingericht. Van internationale communities voor kennisdeling via Substack of Skillshare tot lokale en fysieke meet ups. Van wetenschappelijke tot geestelijke bijeenkomsten en discussiegroepen. Zelfs digitale, kerkelijke diensten als voeding om de heersende, spirituele armoede tegen te gaan. Communal is niet weg. Communal zal nooit verdwijnen.
Beter doen wanneer we beter weten en beter kunnen
Waarom dan voorzichtig zijn met te pas en te onpas de term ‘gemeenschap’ gebruiken en kritisch blijven over gemeenschappen? Omdat de langetermijngevolgen voor individuen, generaties en het collectief van morele mismatches desastreus kunnen zijn. Soms onherstelbaar. Dát is niet onschuldig.
Denk maar aan al die levens die door de groepsdruk en het groepsdenken bij de familiesystemen, geloofssystemen en institutionele systemen een bepaalde richting zijn uitgeduwd. Hoe mensen zich ten negatieve hebben geconformeerd aan de groep en zoals anderen zijn gaan gedragen. Met inderdaad alle gevolgen van dien. Denk aan alle vormen van misstanden.
Zoals ik het zie, krijgen we in het hier-en-nu juist de ruimte om te leren van vroeger en te werken aan systeemveranderingen. We kunnen kiezen om te leren en vooruit te komen, ook met de nieuwe problemen die er ontstaan, of om niet door deze ronde van de evolutie door te komen. En dan terug naar de start. Game over. De keuze is aan ons. Is evolutie juist niet het hele doel van ons bestaan? Beter doen, wanneer we beter weten en beter kunnen?
Tot slot, over niet onschuldig gesproken. Zonder meer kunnen we de geschiedenis van de mensheid nalopen en vaststellen dat controle en macht van het construct gemeenschap per definitie altijd onderdeel van ‘het probleem’ is geweest. In letterlijk iedere strijd en bij letterlijk iedere oorlog die gevoerd is. Laat dat maar eens in alle rust tot je doordringen, wanneer je het woord ‘gemeenschap’ wilt gebruiken om communal aan te duiden. Zie bij strijd en oorlog alle mogelijke richtingen van de lijntjes.
Geef mij maar concrete formuleringen en altijd, maar dan ook altijd, in alle mogelijke richtingen van de menselijke maat.
cc-foto: Amir Appel