Onze gezondheidszorg is in haar beste gedaante een uiting van beschaving en medemenselijkheid. En die willen we koesteren, toch?
De film is inmiddels bijna vijftig jaar oud, en staat te boek als een komedie. Maar in 2023 is het een bittere realiteit geworden: steeds meer artsen (en andere zorgprofessionals) verzuipen in het werk. Dat het water veel dokters aan de lippen staat uit zich in verschillende gedaanten: burn-outs, verslavingen, en onbegrepen lichamelijke klachten zijn veel voorkomende gezondheidsproblemen bij de mensen die anderen willen helpen om te herstellen van ziekte. Bij de loodgieter thuis lekt de kraan, de dokter is zelf niet zo gezond…
In de zorgsector is het ziekteverzuim hoger dan in andere beroepsgroepen en steeds meer hoor je berichten over mensen die afzwaaien. Niet omdat ze geen hart meer hebben voor de zorg, integendeel, maar omdat de dwingende vorm waarin zorg moet worden geleverd steeds meer gaat knellen. De nog immer toenemende bureaucratie in de zorg wordt door steeds meer mensen beleefd als een keurslijf dat te strak is, en waaruit ze zich willen bevrijden. De werkdruk doet mensen besluiten een heel ander beroep te kiezen. En als mensen de zorg verlaten verdwijnt veel kennis en ervaring. Die we zo goed kunnen gebruiken momenteel.
Hoewel de geluiden dat er sprake is van een serieuze crisis in onze gezondheidszorg steeds luider klinken lijkt men zich er in politiek Den Haag niet erg druk om te maken. Het is in ieder geval geen prominent thema in de programma’s voor de komende verkiezingen. Het zou te maken kunnen hebben met de moeilijkheid om politiek te scoren in de complexe wereld van de zorg. Dat men zelfs ook nog van plan is om de investeringen in preventie terug te schroeven is uiterst verontrustend, omdat juist middels preventie de druk op de zorg zou kunnen worden verminderd.
De trend die er al jaren is zal nog wel even voortduren: steeds langere wachtlijsten en onvoldoende middelen om ze weg te werken. Lang leek dat een kwestie van geld, maar inmiddels dreigt het tekort aan zorgprofessionals een nog grotere hinderpaal te vormen.
Dokters zijn plichtgetrouwe mensen, die hun werk vaak voorrang geven op al het andere in hun leven. Ze zorgen eerst en vooral voor hun patiënten, en pas heel veel later voor zichzelf. Als ze daar al aan toekomen. Een burn-out ontstaat niet in een paar weken, het is de uitkomst van een langdurig ontbrekende balans tussen inspanning en ontspanning, aan en uit staan, zorg voor anderen en aandacht voor jezelf. Doorlopend dreigt er een vicieuze cirkel: door de toegenomen werkdruk neemt de zelfzorg steeds verder af. Tot het ergens knapt…
In mijn tijd als medisch specialist gebruikte ik het werk ook om mezelf te verdoven. Ik was een workaholic, die zijn eigen pijn verdoofde door alle aandacht aan mijn patiënten te geven. En pas toen ik maandenlang gedwongen thuis kwam te zitten werd ik geleidelijk wakker.
Mensen kiezen voor een loopbaan in de zorg vanuit hun hart. Het is mensenwerk, waarin het verbinden met een medemens de belangrijkste betekenis verleent. Maar hoe verbind je als je hart op slot is gegaan, als je verdwaald bent in je hoofd? Als technologie en onpersoonlijke richtlijnen en protocollen je werkdag domineren?
Onze gezondheidszorg is in haar beste gedaante een uiting van beschaving en medemenselijkheid. En die willen we koesteren, toch?
Laat ons dan investeren in het welzijn van al die werkers in de zorg. Want als het hen goed gaat kunnen ze het meest betekenen voor al die mensen die een beroep op hun professionele vaardigheden doen.
‘Verbeter de wereld en begin bij jezelf’ is een slogan uit een ver verleden, die we misschien eens van nieuw elan moeten voorzien. In plaats van geaccrediteerde nascholingen die slechts gericht zijn op het vergroten van kennis zouden we moeten faciliteren dat al die (para)medici eens met zichzelf aan de slag gaan. Hun motieven onderzoeken, en de praktische verschillen analyseren tussen hun dromen en hun daden. In de afgelopen jaren organiseerden we een aantal retraites voor zorgprofessionals, die steeds dezelfde evaluatie opleverden: doordat ik mezelf beter heb leren kennen, en ik niet langer terugdeins voor mijn eigen oud zeer, ben ik ook in mijn werk veranderd. Ik kan mijn rol beter relativeren en durf ook mezelf meer te laten zien aan de mensen die ik probeer te helpen. Een chirurg voegde er nog iets belangrijks aan toe: ‘het kost me niet alleen minder moeite, het werk, het lijkt ook sneller te gaan. Nu ik mijn intuïtie meer durf te volgen kom ik eerder bij de kern waar het in het contact met patiënten om draait’. Het is nog niet meer dan een mening, maar misschien kunnen we hier eens wat wetenschappelijk onderzoek aan wijden. Een zorgprofessional die zichzelf durft te zijn is beter in het werk.
p.s. meer hierover is te lezen in mijn pas verschenen boek ‘Gevoelige zielen’