Het kabinet gaat volgende maand eindelijk excuses maken voor de slavernij. Ook trekt de regering 200 miljoen uit voor een fonds om de bewustwording over het Nederlandse slavernijverleden te vergroten.
De excuses komen bijna 150 jaar na de afschaffing van de slavernij. Twee jaar geleden sprak Mark Rutte zich nog uit tegen excuses. Destijds zei de premier te vrezen dat een dergelijk gebaar tot meer polarisatie zou leiden. Ook wees hij er in 2020 op dat het particuliere bedrijven waren die verantwoordelijk waren voor de slavernij. De belangrijkste Nederlandse bedrijven die betrokken waren bij de mensenhandel, waren echter nauw verweven met de Nederlandse staat.
Deze zomer brak een partijgenoot van Rutte nog een lans voor de slavernij. “We moeten niet vergeten dat de slavernij ons ook veel welvaart heeft gebracht”, verklaarde Yola Hopmans, VVD-leider in Rheden. “Je moet de dingen in hun tijd zien.”
De NOS schrijft: "In juni, bij de jaarlijkse herdenking van de afschaffing van de slavernij bij Keti Koti zag het kabinet nog af van het maken van excuses. Volgens ingewijden vonden de ministers de timing toen niet goed, omdat er veel maatschappelijke onrust was over stikstof en de dalende koopkracht door de oorlog in Oekraïne."
Foto: Kunstenaar/acteur Patrick Mathurin tijdens de nationale Keti Koti herdenking in de rol van generaal Toussaint L’ouverture, leider van de enige geslaagde slavenopstand, die plaatsvond op Haïti.